Blok 3.3 Motivatie, zelfregulatie en prestatie
Probleem 1 – structuur van zelfregulatie en nudging
Deel 3 – nudging
Bronnen:
- Marchiori (2018): the nudging approach to health
- Carver: cybernetic control processes
- Vlaev: the theory and practice of nudging
- Bhattachayra: nudges in exercise commitment contracts
Leerdoelen:
- Wat is nudging?
- Welke manieren van nudging zijn er?
, Wat is nudging?
Bronnen: Marchiori, Carver, Vlaev
Nudges: subtiele veranderingen in de keuze-omgeving, of herschikkingen van gedragsalternatieven,
bedoeld om de gewenste/gezonde keuze de standaardkeuze te maken, waardoor mensen worden
genudged om zich gezonder te gedragen. De heuristieke, moeiteloze aard waarmee nudges gedrag
beïnvloeden, impliceert dat nudging, in tegenstelling tot traditionele strategieën voor
gezondheidsbevordering, bijzonder nuttig en effectief kan zijn als mensen niet bezig zijn met
doelbewuste besluitvorming. In een omgeving met nudges is de gezonde keuze eigenlijk de
makkelijkere, automatische keuzen; moeiteloze inspanning.
Een nudge is een aspect van de keuzeomgeving dat het gedrag van mensen op een voorspelbare
manier veranderd, zonder opties te verbieden of economische motieven aanzienlijk te veranderen.
Om te gelden als nudge, moet de interventie eenvoudig en goedkoop te vermijden zijn. Nudges zijn
geen verplichtingen. Het fruit op ooghoogte zetten, geld bijvoorbeeld als een nudge. Het verbieden
of verhogen van de prijs van junkfood echter niet. Er moeten dus geen gedragsalternatieven worden
geëlimineerd. Nudges zouden helpen bij het nemen van betere beslissingen, terwijl de alternatieve
optie ook vrij is om gekozen te worden, waardoor keuzevrijheid en autonomie behouden worden.
Origins and working mechanisms of nudging
Veel onderzoek toont aan dat beslissingen niet gebaseerd zijn op langdurig, uitgebreid denken, maar
eerder op een snelle en automatische heuristieke manier; er is weinig bewustzijn bij betrokken. Men
heeft vaak niet de tijd, motivatie of cognitieve bronnen om over alle mogelijke opties na te denken.
Veel beslissingen worden hierdoor automatisch gemaakt, zonder inspannende verwerking. De
omgeving oefent hierdoor een belangrijke invloed uit op de besluitvorming. Nudging maakt dan ook
gebruik van de minder bewuste, meer automatische processen en besluitvorming.
Two-mode models
Het idee dat een substantieel deel van het menselijk gedrag voortkomt uit automatische, heuristieke
besluitvorming, is vastgelegd in dual process theories of behavior. Deze theorieën specificeren twee
verschillende denkprocessen die gedrag bepalen:
1. Een snel, moeiteloos, automatisch, affectief, instinctief en minder bewust denkproces.
Verantwoordelijk voor de meeste van onze gedragingen en beslissingen, omdat systeem 2
inspanning en zelfbeheersing vereist, iets waarvan we maar een beperkte hoeveelheid
hebben.
2. Een langzaam, inspannend, op regels gebaseerd, opzettelijk, logisch en meer bewust
denkproces.
Volgens Epstein ervaart men de realiteit door 2 systemen:
1. Experiential: intuïtief en associatief. Bevat snelle reacties op de werkelijkheid. Is afhankelijk
van opvallende informatie en gebruikt shortcuts en heuristieken. Het is automatisch, snel,
emotioneel en non-verbaal. Dit systeem is ouder en meer neurobiologisch. Het domineert
wanneer snelheid nodig is.
2. Rational: opereert vooral bewust, gebruikt logische regels, is verbaal en uitvoerend, en
hierdoor redelijk langzaam. Het rationele systeem ontstond later en biedt een meer
analytische, voorzichtige en geplande manier van werken.
Metcalfe en Mischel hadden het over 2 andere systemen:
1. Hot: emotioneel, impulsief en reflexief
2. Cold: strategisch, flexibel, langzamer en niet emotioneel.