100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting schoenadviseur sem2 €6,48
In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting schoenadviseur sem2

 0 keer verkocht

Samenvatting van 16 pagina's voor het vak schoenadviseur sem2 aan de TMO (tmo)

Voorbeeld 3 van de 16  pagina's

  • 15 januari 2025
  • 16
  • 2019/2020
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (1)
avatar-seller
elsemaresch
Rage= modeverschijnsel dat kort in is en dan verdwijnt, max 1 seizoen. Niet te voorspellen. Alle trends bij
elkaar= modebeeld. Snelheid waarmee iemand trends volgt= acceptatiesnelheid. Groep klanten met bepaalde
acceptatiesnelheid= acceptatiegroep. Winkel is gericht op 1 of 2 acceptatiegroepen. Klant kan gelijk zien wat
voor schoenen worden verkocht= modeniveau. Groepen:
- Vernieuwers: lopen vooruit, ontwerpers/artiesten/kunstenaars. Als iets trend is geworden, lopen vernieuwers
al in iets anders. Aka avant garde.
- Trendsetters: mensen die gevoelig zijn voor nieuwe ontwikkelingen= trendy. Als ze worden gevolgd=
trendsetters aka fashion victims
- Snelle volgers: kijken naar trendsetters maar wachten eerst af of modebeeld blijft
- Langzame volgers: dragen algemene dingen
- Niet-volgers
Door geboortegolf na 2e WO waren er veel jongeren en hun gedrag kreeg invloed op modebeeld. Sociale verschijnselen= wat we
accepteren en goed/fout vinden.
Fabrikanten ontwikkelen materialen op basis van trendprognoses. Op schoenmateriaalbeurzen wordt aanbod
van fabrikanten geshowed, jaar voordat in winkel ligt. Hieruit kunnen detaillisten keuze maken= orderen.
Schoenproducent koopt na orderen vd detaillist materialen in. Vroeger 2 collecties per jaar, nu meerdere
collecties per seizoen. Als bekende mensen schoenen dagen van merk= celebrity branding. Ontwerper van
schoenen die in grote hoeveelheden via bepaald ontwerp worden gemaakt= stylist. Hij zoekt
kleur/vorm/materiaal/structuur uit. Via tekeningen van modelleur worden patronen en proefmodellen
gemaakt met CAD-CAM. Dan monstercollectie (voorbeeld) gemaakt en prijs vastgesteld.
Trendwatchers geven advies over collectionering= samenstellen vd collectie voor (groep) winkels. 2 jaar
voordat kleding in winkels hangt wordt prognose gedaan en voorspellingen aangepast.

1000 jaar geleden schoen geïntroduceerd. Vroeger alleen voor bescherming tegen kou/warmte/verwondingen.
Geen verschil tussen man/vrouw. 1e schoen van leer met leren veters en soms bont aan binnenkant. In
klassieke oudheid veel sandalen en in middeleeuwen puntschoenen. 17e eeuw onderscheidt man/vrouw.
Dames kregen spitse neus, man ronde neus. 19e eeuw kwam laars. Invloeden:
- 1950-1960: films uit USA, rock en roll, opkomst tv. Veel loafers, spitse schoenen, hakken, ballerina’s, suède
schoenen voor man.
- 1960-1970: jeugdcultuur, popmuziek, ruimtevaart, vrouwenemancipatie, 2e seksuele revolutie en opkomst
kunststoffen. Kniehoge laarzen en cowboylaars.
- 1970-1980: werkloosheid, inflatie, milieuproblemen, oorlog in Vietnam, oliecrisis, probleem in 3e wereld,
jeugdcultuur, punk/disco. Kleding wordt functioneel. Grove schoenen of makkelijk zittende mocassins,
legerschoenen, zwarte schoenen (punk), laars met plateauzool, soms hoge hak voor mannen.
- 1980-1990: groeiend individualisme, meer werkende vrouwen, soap series, sport. Veel sportschoenen.
- 1990-2000: milieu, gelijk worden man/vrouw en 50+, nieuwe materialen en comfort. Jaren 70 stijl (minirok,
hoge laarzen) en jaren 80 (plateauzool). Kort haar en mannen paardenstaart. Stevige werk/wandelschoenen.
Zolen damesschoen is steviger met blokhak en met dikke kunststof zolen.
- 2000-2008: normen en waarden, emancipatie van mannen, ontstaan metro man= stoere man met
vrouwelijke invloeden. Mix van stijlen: chic met sport, retro met techno, klassiek met provocerend, sport en
vintage. Opkomst designer labels = veel designers werken met 2 labels.

Modestijl= mode die steeds terug kan keren, kleding combineren. Modestijlen:
- Klassiek: tijdloos. Voor man molière en brogue. Voor vrouw pump.
- Cultuurmix: afgeleid vd traditionele kleding van andere culturen (bijv Eskimo laarzen, romeinse sandalen)
- Werkschoenen
- Straatmode/street wear: mix werkkleding, legerkleding en sportmode
- Punk: zwart, opzettelijk lelijke schoenen, ritsen, kapsels
- Gothic: langwerpige belijning en zwart
- Retro
- Techno: moderne materialen, glanzend, metaalachtig, geïnspireerd op ruimtevaart/techniek
- Customized
- Vintage: nieuwe schoenen lijken op schoenen van vroeger

Koopmotieven= reden waarom iemand iets koopt, afhankelijk van meetbare en persoonlijke waarden vd
schoenen. Meetbare waarden zijn feitelijke prestaties (bijv pasvorm, soepelheid). Persoonlijke waarden
bepaald door uiterlijk en comfort. In comfort: pasvorm, gevoel (bijv zacht/glad) en psychologische comfort

,(positief idee dat klant krijgt bij passen en hoe hij zich voelt met schoenen aan). Om te beoordelen of schoenen
in zelfde assortiment horen, kijken naar alle waarde die schoen kan hebben. Als klanten afhaken na prijs te
horen= schijnbare prijsweerstand. Elk merk zoeken naar juiste prijs-kwaliteitverhouding voor z’n klanten:
- Hoge meetbare waarde (handwerk en hoogwaardige materiaal) en duur
- Hoge persoonlijke waarde (modieus) en duur
- Gem in kwaliteit en prijs
- Matig van kwaliteit en goedkoop
Prijs-kwaliteitverhouding is afgestemd op winkelomgeving, personeel en service.

Uiterlijk van schoen aka optisch beeld heeft kenmerken:
- Kleur= emotionele waarde
- Decoratie
- Materiaal
- Vorm
Elk seizoen nieuwe modekleuren. In prognoses worden groepen kleuren getoond. Pigmentkleuren= kleuren die
door mens zijn gemaakt. Primaire pigmentkleuren: cyaanblauw, magentarood en geel. Samen met zwart en wit
vormt dit primaire kleuren, omdat ze niet door mengen zijn ontstaan. Als 3 primaire kleuren worden gemengd=
tertiaire kleur. Kleuren van schoenen gebaseerd op mengeigenschappen van pigmentverven. Secundaire
kleuren:
- Groen = blauw + geel
- Oranje= rood + geel
- Paars= blauw + rood
Kleuren tegenover elkaar in kleurcirkel= complementaire kleuren. Diepte vd kleur geeft aan hoe licht/donker
kleur is. Door grijs toe te voegen wordt kleur gebroken en mat. Verschil in kleur= 2 kleuren naast elkaar vormt
contrast. Kleur-op-kleur contrast= contrast tussen kleuren die niet zijn gemengd met zwart/wit. Warme
kleuren= geel, oranje, rood. Koele kleuren= blauw, turquoise en groen. Kwaliteitscontrast= als kleur naast doffe
toon stralend lijkt, maar zelfde kleur lijkt naast stralende kleur dof. Faux camaïeux ( vals eenkleurig) = als 2 kleuren
met zelfde grijswaarde zelfde helderheid hebben, even sterk en warm zijn en alleen andere basiskleur hebben.
Decoratie bestaat uit dessinering en versiering. Dessineren= bedrukken met motieven in contrasterende
kleuren. Versiering= op schoen aangebracht. Type versieringen:
- Reliëf/prints op leer (bijv slangprint)
- Sierstiksels
- Perforaties
- Fournituren (veters, gespen, risten)
- Applicaties
- Logo’s van merken
.




Brogueperforaties= gaatjes in klassieke herenschoenen. Golfschoenen met flapje en franjes= jamboreeklep.
Bovenmateriaal schoenen is van leer, vacht, textiel, rubber, kunststof of combi. Belangrijke aspecten
bovenmateriaal:
- Glans
- Textuur
- Greep: gevoel bij vastpakken van materiaal
- Gewicht
- Uitstraling
- Warm-koel (qua hitte, niet kleurtint)
- Rijk-arm (bewerkt of niet)

Vorm vd schoen bepaald door:
- Leest(vorm)= mal die vorm vd schoen bepaalt. Je hebt ronde, bolle, spitse, carré, asymmetrische en snavelbek
leest.
- Belijning: vorm vd onderdelen van bovendeel vd schoen ( neus bijv) in combi met vorm vd zool en hak, aka snit.
Als snit tot ver boven enkel is= laars. Als belijning rond/net boven enkel is= bootee. Belijning kan elegant/grof,
smal/breed, zakelijk/sportief, recht/spits/rond, open/gesloten zijn.
- Zool. Deel dat op schoen zit= foxing. Zool met duidelijk reliëf= profielzool.
- Hak. Bij heren 1-2 cm.
- Sluiting: veter, banden, haken, elastiek, rits, clips of combi.
H2

, Leer= van dierenhuid. Huidvezels zijn via behandeling omgezet tot leer. Door huiden te vetten worden ze
soepel en met looistof ontstaat leer. Kwaliteit leer ligt aan gebruikte huid en looimethode. Leer kan van:
- Runderen
- Paarden
- Geiten
- Schapen
- Varkens
- Vogels
- Vis
- Reptielen (slang/krokodil)

Kwaliteit van rundleer invloed:
- Leeftijd: invloed op structuur
- Geslacht: vrouw is fijner/dichter/vaster
- Voeding: bepaalt deels conditie vd huid
- Leefomstandigheden: als veel buiten zijn, moeten zich weren tegen regen/wind/kou. Argentijnse runderen
hebben dichte/dikkere huid, geschikt voor zolen. NLse koeien veel in stal, hebben dunnere/lichtere huid, goed
voor bovenleer
- Verzorging
- Welk deel vd huid: kern (rug middenachter) is beste. Poten en kop niet bruikbaar
Nerflaag= aan haarzijde, licht golvend opp, wisselende nerftekening ligt aan dier, dikte vd huid ligt aan
ras/klimaat/voedsel/geslacht/leeftijd van dier.

Beschadiging op huid kan tijdens leven (bijv prikkeldraad) of tijdens bewerking, bij villen kan vilsneden krijgen en na
looien kan rotplekken in leer komen door bacteriën. Van huid -> leer:
- Slachten
- Villen: vel eraf halen
- Conserveren: zodat niet bederft, door zouten of drogen. Beste is natzouten
- Weken: in kalk en water. Na weken worden vellen op halfronde balk gelegd met vleeszijde boven. Met
halfronde schrapers worden vleesresten verwijderd. Schrapen kan beschadigingen aan vleeszijde veroorzaken.
Schoongemaakte leerhuid= bloot.
- Looien: huidvezel omzetten in leervezel.
• Plantaardige looiing, aka rungaar looien. Veel voor binnen/tussen/loopzolen. Huiden worden extra lang
geweekt, waardoor vezelstructuur losser wordt. Ontstaat ruimte tussen vezels dat wordt opgevuld met
plantaardig materiaal. Leer wordt dikker en zwaarder, lang proces dus duur. Aan kleur kan je type looiing zien.
Plantaardige is bruin-beige. Als leer is geverfd zie je t aan snijkant. Niet bestand boven 55 graden. Sterk/stug,
weinig vocht doorlatend, minder allergie gevoelig.
• Chroomlooiing. Chemische middelen met chroom-aluin. Laat leer samentrekken, vezelstructuur wordt vaster.
Looistoffen gaan vastzitten op huidvezels, waardoor leervezel wordt. Wordt niet dikker/zwaarder. 80% van
overleer (voor bovenwerk) wordt chroomgelooid. Leer wordt soepeler, sterker, veerkrachtiger dan bij
plantaardige looiing. Vochtbestendig en goed te kleuren. Laat meer waterdamp door (ademend vermogen) en
geleidt warmte beter. Beter kleuren/verven/verwerken. Vulkanisatieproces= als hete rubberen onderwerk aan
bovenwerk wordt gebakken. Chroomlooiing is blauwgrijs. Nadeel dat sommigen allergisch zijn en niet
milieubewust.
• Gemengde of semilooiing. Semilooiing is combi van goede eigenschappen van beide looimethode. Eerst
chroomlooing, dan plantaardig. Door chroom wordt leer soepel/veerkrachtig. Door plantaardig wordt nerflaag
dikker. Semigelooid leer heeft grijze streep in midden vd doorsnede en is aan nerf/vleeszijde beige-bruin.
Leer is soepeler dan plantaardig gelooid, maar stugger dan chroom gelooid leer.
- Schikken: door plotselinge sterke behandeling krijgt huid kippenvel. Leer krijgt bobbelige structuur en zo
worden lichte beschadigingen gecamoufleerd.
- Splitten= horizontaal in lagen snijden met bandmes. Basislaag is hele gelooide huid met totale huiddikte.
Gladde binnenkant= nerfzijde. Ruwe binnenkant= vleeszijde. Beide kanten kan worden bewerkt. Zo ontstaat
gladde huidlaag met nerf en grove huidlaag zonder nerf (split). Sterkte/kwaliteit leer afhankelijk vd dikte vd
basislaag en vastheid vd vezels. Je hebt 1e en 2e split. 2e heeft grovere, lossere, langere vezelstructuur dan
1e split. Vezelstructuur is in richting vd nerflaag vaster, terwijl structuur aan vleeszijde losser is. Hoe dichter
leer van onder nerf komt, hoe sterker.

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper elsemaresch. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,48. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 74918 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 15 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€6,48
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd