Taak 1: Verstandelijke beperking
Wat is een verstandelijke beperking?
Verstandelijke beperking = stoornis die begint tijdens de ontwikkelingsperiode met intellectuele
tekorten en tekorten in het aanpassingsvermogen op conceptueel, praktisch en sociaal gebied:
o Conceptueel = gebied van geheugen, taal, lezen, schrijven, rekenkundig redeneren,
problemen oplossen, beoordelen van nieuwe situaties
o Sociaal = besef van gedachten, gevoelens en ervaringen van anderen (empathie),
interpersoonlijke communicatievaardigheden en sociaal oordeelsvermogen
o Praktisch = leervermogen en zelfmanagement in verschillende levenssituaties
waaronder zelfverzorging, verantwoordelijkheden van baan, zelfmanagement van gedrag
en taken plannen
è Intellectuele tekorten: bepaald door IQ op basis van iemands leeftijd en testscore
o 95% binnen 2 SD’s van gemiddelde (70-130)
o Subgemiddeld intellectueel functioneren = IQ van 70 of lager
o IQ blijft vrijwel stabiel gedurende het leven (behalve uitzonderingen)
è Tekorten in aanpassingsvermogen = de mate waarin individuen kunnen omgaan met
ongewone levenseisen en hoe goed ze in staat zijn om onafhankelijk te leven en zich te houden
aan de normen van de gemeenschap -> gemeten door gestandaardiseerde instrumenten
(ABAS-III)
è Vroeg begin (voor 18 jaar)
DSM-V voor zowel kinderen en volwassenen:
1. Tekorten in intellectuele functies (redeneren, probleem oplossen, planning, abstract
denken, etc.) bevestigd door zowel klinische beoordeling als geïndividualiseerde
gestandaardiseerde instrumenten -> echter geen IQ-grenzen meer in DSM-V om wel/niet te
voldoen aan eis
2. Tekorten in aanpassingsvermogen die resulteren in het niet kunnen voldoen aan de
ontwikkelings- en sociaal-culturele normen voor persoonlijke onafhankelijkheid en sociale
verantwoordelijk -> dus vergeleken met leeftijdsgenoten van zelfde geslacht en sociaal-
culturele achtergrond
a. Zonder voortdurende ondersteuning beperken deze tekorten het functioneren in een of
meer dagelijkse activiteiten, zoals communicatie, sociale participatie, in meerdere
omgevingen
3. Begin van bovenstaande tekorten tijdens ontwikkelingsperiode (tot 18 jaar)
Vervolgens ernst specificeren -> DSM-V onderscheidt conceptueel, praktisch en sociaal domein. Er
moet sprake zijn van beperkingen in zowel intellectueel- als adaptief functioneren in verschillende
domeinen. Aan criterium B wordt voldaan als minstens één domein van het adaptieve functioneren
sterk verzwakt is dat er voortdurend ondersteuning nodig is.
Kenmerken
Er zijn significante beperkingen in mentale vaardigheden, zoals planning, oordeelsvorming, etc. die
resulteren in beperkingen in het adaptief functioneren in het dagelijks leven.
è Intellectuele tekorten variëren afhankelijk van de ernst, maar in het algemeen zijn veel
cognitieve vaardigheden, bijv. taal en probleem oplossen aangetast -> moeilijkheden met een
bepaald aspect van leren
o Problemen met leren/gedrag, moeite met uiten van emoties, dwangmatigheid,
ontwikkelingsachterstand, trage psychomotorische ontwikkeling, agressief, goedgelovig
o Problemen in sociale oordelingsvermogen, inschatten risico’s -> verhoogd risico op letsel
door ongevallen, hanteren eigen gedrag/emoties of interpersoonlijke relaties, isolatie
leeftijdsgenoten
, o Groter risico op suïcide i.c.m. andere psychische stoornissen
o Kenmerkende uiterlijke eigenschappen i.c.m. genetisch syndroom -> sommige
syndromen kennen gedragsfenotype en bij sommige syndromen is er sprake van een
progressieve verslechtering of verslechtering met afvlakking.
Welke classificaties van een verstandelijke beperking zijn er?
Er zijn 4 classificaties: licht, matig, ernstig en zeer ernstig
è Deze worden gebaseerd op het adaptief functioneren in de 3 hoofddomeinen en de
benodigde ondersteuning -> voorheen alleen op IQ gebaseerd
o Zo kan beter gekeken worden naar specifieke behoeften van individu en ondersteuning
o Scores van IQ test geven benadering van conceptueel functioneren, maar onvoldoende
informatie voor beoordeling over redeneervermogen en de mate waarin iemand
praktische taken beheerst -> er is een klinisch oordeel nodig om resultaten van IQ-test te
interpreteren.
Flynn-effect = de gemiddelde score op intelligentietesten van een gegeven
populatie stijgt over de jaren heen. Een IQ-test wordt genormeerd op een
representatieve groep personen met een gemiddelde van 100 -> test moet dus
steeds strenger worden, anders wordt gemiddeld gemeten IQ hoger door andere
normering.
Licht (85%)
Kinderen vertonen vaak kleine ontwikkelingsachterstand tijdens voorschoolse jaren, maar worden
vaak pas geïdentificeerd tijdens de eerste jaren van basisschool door academische
problemen/gedragsproblemen
è Sociale en communicatieve vaardigheden worden vaak tijdens voorschoolse jaren ontwikkeld,
soms met achterstand in expressief taalgebruik
è Meestal minimale/geen sensorimotorische beperkingen en makkelijke omgang met
leeftijdsgenoten
è Late tienerjaren: mogelijkheid tot verwerven van academische vaardigheden tot ongeveer
niveau groep 6
è Volwassen jaren: bereiken van sociale en beroepsvaardigheden voldoende voor minimale
zelfredzaamheid. Echter, soms toezicht, begeleiding, hulp nodig, vooral onder ongewone sociale
economische druk
Met de juiste ondersteuning leven mensen met een licht verstandelijke beperking meestal met succes
in de gemeenschap, zelfstandig of onder toezicht.
Conceptueel Sociaal Praktisch
Voorschoolse Kinderen Kinderen:
leeftijd: è Onvolwassen è Leeftijdsadequaat functioneren en
è Mogelijk gedrag bij sociale persoonlijke verzorging onderhouden
geen interacties è Mogelijk enige ondersteuning nodig bij
duidelijke è Concreter/minder complexe levensverrichtingen
verschillen volwassenen Volwassenen:
Schoolgaande communicatie en è Meestal ondersteuning bij boodschappen,
kinderen en taalgebruik vervoer, thuis- en kinderopvang,
volwassenen: è Problemen met organiseren, koken en omgaan met geld
è Problemen regulatie van è Recreatieve vaardigheden zoals
met lezen, emoties en gedrag leeftijdsgenoten
schrijven, è Beperkt begrip van è Ondersteuning nodig bij welzijn en
rekenen, risico’s in sociale organisatie, beslissingen op gebied van
klokkijken, situaties gezondheidszorg en juridische zaken, bij
geldbeheer è Sociaal het leren van een beroep en bij opvoeden
Volwassenen: oordeelsvermogen van gezin
è Beperking niet volgroeid è Kunnen banen hebben zonder nadruk op
in abstract
, denken en è Risico op conceptuele vaardigheden
EF manipulatie door
goedgelovigheid
Matig (10%)
Meestal geïdentificeerd tijdens de kleuterjaren door vertraging van bereiken van vroege
ontwikkelingsmijlpalen.
Tegen de tijd dat ze naar school gaan kunnen ze communiceren door combinatie van losse
woorden en gebaren
Vertonen zelfzorg en motorische vaardigheden die vergelijkbaar zijn met gemiddelde 2-3-jarige
Omdat sociale beoordelings- en beslissingsvaardigheden beperkt zijn, hebben kinderen en
jongeren vaak ondersteunende diensten nodig om dagelijks te functioneren
Hebben baat bij beroepsopleidingen en kunnen met gematigd toezicht persoonlijke verzorging
op zich nemen
Hebben baat bij training in sociale en beroepsvaardigheden, maar het is onwaarschijnlijk dat ze
verder komen dan de tweede klas in academische vakken
Adolescenten hebben vaak moeite met herkennen van sociale conventies, zoals humor of
kleding -> interfereert met relaties met leeftijdsgenoten
Op volwassen leeftijd passen ze zich meestal goed aan aan het leven in de gemeenschap en
kunnen ongeschoold of laaggeschoold werk doen onder toezicht
Conceptueel: blijft Sociaal: duidelijk verschillen Praktisch
vaak achter op met leeftijdsgenoten in sociaal
leeftijdsgenoten en communicatief gedrag
Kleuters: taal en pre- Gebruik van minder Volwassenen:
academische complexe gesproken taal als Eten, kleden, elimineren en
vaardigheden primair instrument voor hygiëne aanpassen aan leeftijd
ontwikkelen sociale communicatie na uitgebreid onderwijs, tijd
langzaam Toont capaciteit voor oefenen en herinneringen
Schoolgaande relaties in levenslange Deelnemen aan alle typische
kinderen: banden met familie en huishoudelijke taken na langere
academische vrienden periode van onderricht en
vaardigheden Kan sociale signalen voortdurende oefening
ontwikkelen onnauwkeurig waarnemen Zelfstandig werk vinden in
langzaam en zijn of interpreteren functies die beperkte
beperkt t.o.v. Beperkt sociaal conceptuele en
leeftijdsgenoten beoordelings- en communicatievaardigheden
Volwassenen: beslissingsvermogen vereisen, maar wel
ontwikkeling van Verzorgers nodig bij het ondersteuning nodig van
academische helpen beslissen in het collega’s
vaardigheden is leven Ontwikkelen van verschillende
typisch op elementair Heeft vriendschappen met recreatieve vaardigheden, maar
niveau en er is leeftijdsgenoten, maar wel ondersteuning en
ondersteuning nodig worden vaak beïnvloedt leermogelijkheden nodig
voor alle gebruik van door communicatieve of Onaangepast gedrag is
academische sociale beperkingen aanwezig bij minderheid en
vaardigheden en Heeft sociale en veroorzaakt sociale problemen
werk. Ze hebben communicatieve
dagelijks hulp nodig ondersteuning nodig in
bij conceptuele taken werkomgevingen
van het dagelijks
leven.
Ernstig (4%)
, De meesten hebben een of meerdere organische oorzaken voor de stoornis, zoals genetische
afwijkingen, en worden op zeer jonge leeftijd geïdentificeerd door aanzienlijke
ontwikkelingsachterstand en zichtbare lichamelijke kenmerken/afwijkingen
Maalpijlen zoals staan, lopen en zindelijkheid kunnen vertraagd zijn en basisvaardigheden voor
zelfverzorging meestal verworven op 9 jaar.
Er kunnen problemen zijn met fysieke mobiliteit of andere gezondheidsproblemen
Meesten hebben leven lang sociale hulp nodig
Tijdens vroege kinderjaren weinig/geen communicatieve spraak verwerven, op 12 jaar enkele
zinnen van 2-3 woorden, tussen 13-15 zijn academische en aanpassingsvaardigheden
vergelijkbaar met die van gemiddelde 4-6-jarige
Hebben in beperkte mate baat bij instructie in pre-academische vakken, zoals vertrouwdheid
met alfabet/eenvoudig tellen, en kunnen vaardigheden beheersen zoals het lezen van
‘overlevings’ woorden zoals gevaar, heet, stop.
Volwassen jaren: kunnen eenvoudig taken uitvoeren onder streng toezicht. De meesten passen
zich goed aan in het leven in de gemeenschap, tenzij er een geassocieerde handicap is die
speciale zorg vereist.
Conceptueel Sociaal Praktisch
Individu bereikt weinig Vertoont beperkte Ondersteuning nodig bij
conceptuele vaardigheden. spreektaal in dagelijks leven
Heeft weinig begrip van taal of woordenschat en Ten allen tijden toezicht
van begrippen die met getallen grammatica nodig
te maken hebben. Heeft Spreekt met losse Niet in staat om
hulpverleners nodig om woorden/zinnen beslissingen te nemen
probleemoplossende Spraak en communicatie over welzijn van anderen
ondersteuning te bieden gericht op heden of zichzelf
gedurende het hele leven. Gebruikt taal voor Langdurig onderwijs en
sociale communicatie, voortdurende
meer dan voor ondersteuning nodig in
explicatie alle domeinen om
Begrijpt eenvoudige vaardigheden te leren
spraak en gebarentaal Onaangepast gedrag,
Heeft relaties met inclusief zelfverwonding
familieleden en is aanwezig bij
vertrouwde anderen minderheid
voor hulp en plezier
Zeer ernstig (2%)
Identificatie op jonge leeftijd door duidelijke vertragingen in ontwikkeling en biologische
afwijkingen
Vroege kinderjaren: aanzienlijke beperkingen in sensorimotorisch functioneren (bijv.
reactievermogen)
Kunnen alleen basis van communicatievaardigheden leren en intensieve training nodig om
basisgedrag op gebied van eten, verzorging, aankleden en toilet gang te leren met levenslange
zorg en hulp.
Bijna allemaal organische oorzaak met ernstige bijkomende medische aandoeningen, zoals
hartafwijkingen, epilepsie, etc. -> kan leiden tot vroege dood
Meesten wonen onder toezicht in groepshuizen of kleine gespecialiseerde voorzieningen
Optimale ontwikkeling kan plaatsvinden in zeer gestructureerde omgeving met constante hulp
en toezicht en geïndividualiseerde relatie met verzorger
Bij juiste training kunnen motorische ontwikkeling en zelfzorg- en communicatievaardigheden
verbeteren. Mensen met een ernstige verstandelijke beperking kunnen bijvoorbeeld meestal
eenvoudige taken uitvoeren, zoals handen wassen en kleren verschonen, op voorwaarde dat ze
onder streng toezicht staan.