Weten hoe kwaliteits- en infomanagement samenhangen, blz 2.
Reis die gegevens afleggen om actie te ondernemen, zie figuur
(bovenste balk al gegeven op toets). Elke soort info heeft zijn eigen
kwaliteiten. Naar aanleiding van die beslissing die je maakt heeft
bepaalde kwaliteit. Als wij beslissing nemen gebaseerd op externe info, kan beslissing
onjuist zijn. Soorten info: kunnen herkennen in tekst
- In/externe info. Interne info= in organisatie, uitgangspunt is dat betrouwbaar/waar
is, bijv in digitale bestanden, formulieren, rapporten, intranetten, gegevens wat klant heeft gekocht.
Je zet deze info zelf in je systeem. Externe info=buiten organisatie en niet
betrouwbaar op web, social media, trendrapporten, onderzoeken etc. Hier hechten we meer
waarde aan/richten we meer op en daarom is mens zwakke schakel in systeem.
- Harde en zachte info. Harde info is waar en heeft gegevens die bewezen kunnen
worden via cijfers of wetenschappelijke methoden. Is kwantificeerbaar en objectief
(geen persoonlijke waardeoordelen) en wordt door organisatie gebruikt om te
plannen/controleren. Zachte info= meer kwalitatief en betreft info uit informele
circuit (wandelgangen), persoonlijke belevingen/gevoelens, indrukken van non-
verbale communicatie en andere inzichten. Zacht komt van anderen, aka niet
betrouwbaar. We hebben voorkeur op info van buiten. Is alles wat mensen bereikt
via mondelinge, persoonlijke communicatie.
Verschil tussen harde/zachte info is dat harde info voor iedereen zichtbaar is omdat
is genoteerd. Grootste deel vd activiteiten vd kenniswerker bestaat uit info
verwerken. In praktijk is gevaar dat managers sturen op harde info terwijl
medewerkers zich op zachte info baseren. Harde info is niet belangrijker dan
zachtere info of andersom. Vult elkaar aan. We hebben voorkeur voor zachte info en
.
daarop nemen we beslissingen!!
In eigen woorden figuur uitleggen van business it naar info
verzorging (info verzorging bijv school). Situatie bepaalt hoe
snel je dingen kan implementeren. Visie/missie/doel komt niet in
tentamen. Organisatie strategie + IT-strategie (info technologie)
= business-IT-strategie, heeft lange termijn 10-15 jaar. Zie
figuur (info planning). Volgens de Graaf en Kahlmann moeten ICT-
projecten overzicht/samenhang in projectportfolio van organisatie hebben
voor betere infoplanning, omdat zo meer samenhang komt in
infovoorziening, ICT-projecten meer succes hebben. Strategie 5-15
jaar, info beleid 1-5, infoplan is 1 jaar -> info verzorging, wat
gaan we komende jaar doen op gebied van info.
Infoplanning= gestructureerd nadenken over toekomst vd infovoorziening: hoe moet
infovoorziening komende jaren ontwikkelen? De Graaf en Kahlman zeggen infoplanning= als
vormgeven vd toekomstige infovoorziening. Nadenken over toekomstige infovoorziening
gebeurt integraal, waarbij huidige- en als organisatiestrategie uitgangspunten vormen. In
infoplanning wordt door scenariodenken rekening gehouden met veranderen
omstandigheden.
Infoplanning helpt volgens De Graaf en Kahlmann om kloof tussen business en ICT te
overbruggen (aka: business/ict-alignment te verbeteren) en te komen tot gestructureerd
beeld vd ontwikkeling vd infovoorziening. Infomanagementfunctie heeft belangrijke rol bij
(be)sturen/beheersen van inzet van bedrijfsmiddel info en hiervan afgeleide ICT-
voorzieningen. Is dan wel zaak dat infomanagement ook echt aandacht heeft of ruimte krijgt
voor strategische activiteiten, waaronder infoplanning.
,De Graaf en Kahlman stellen dat infomanagers in praktijk vaak in beslag genomen worden
door operationele en in beperkte mate, tactische activiteiten, waardoor ze niet toe komen
aan hun strategische rol. Leidt tot risico dat te veel tijd gaat zitten in stabiel houden vd
infovoorziening (onderhoud: aansturen vd ICT- functie, (goed) organiseren van functioneel
beheer), waardoor geen tijd is of genomen wordt voor nadenken over toekomst vd
informatievoorziening (vernieuwing).
Infoverzorging= juiste persoon op juiste plek om juiste beslissing te nemen. Positie van
infoverzorging in organisatie. Infoverzorging is systematisch verzamelen/verwerken van
gegevens, gericht op verstrekken van info uit bedrijfsprocessen. Doel is activiteiten en
processen in diverse niveaus en functies vd organisatie te ondersteunen.
Infoverzorging aka infovoorziening= geheel van mensen, middelen en maatregelen, gericht
op infobehoefte van die organisatie. Infobehoefte van organisatie:
- Operationele info, voor verrichten vd feitelijke handelingen en beheersen vd bedrijfsprocessen
- Besturingsinfo, voor besturing vd organisatie
.
- Verantwoordingsinformatie, informatie over verrichting en besturing
Stappen infoverzorging niet uit hoofd kennen, dus niet rijtje in
toets, maar wel met ksf en kpi voorbeeld geven van 1 vd
stappen (en eventueel 4j’s): ksf= wat heb je nodig om
succesvol te zijn? Antw is bijv teams. Kpi= geef meeteenheid
om succes van teams te meten. Moet smart zijn.
- Verzamelen van gegevens. Eerst afvragen welke info je wilt hebben, voordat je
gegevens gaat verzamelen. Infobehoefte bepaalt welke gegevens je verzamelt en
moet vooraf duidelijk omschreven zijn om doelgericht te zoeken
- Invoeren van gegevens, kan door mens/computer/combi. Nadeel bij mens is snel
fouten en voordeel is dat mens diverse soorten gegevens kan invoeren. Medewerkers
kunnen data vanaf handgeschreven formulier of willekeurig andere analoge data omzetten in digitale
gegevens.
- Opslaan van gegevens. Nadat gegevens zijn ingevoerd, moet organisatie bewaren
analoog of digitaal om later te bewerken. Nadeel analoge gegevensverzamelingen
(op papier) is dat bewerkingen later tijd kost. Diverse manieren om gegevens digitaal
op te slaan/bewaren, oa harde schijf van computer. Opslagcapaciteit van soorten computers (pc,
microcomputer, mainframe, tablet) wordt steeds groter terwijl prijs niet in zelfde mate meestijgt.
Steeds vaker gaat opslag van gegevens via cloud aka internetwolk of via diensten als Dropbox, Google Drive,
iCloud en OneDrive kun je altijd en op elk apparaat bij je data.
- Bewerken van gegevens. Door ze bijv te koppelen aan andere gegevens, bij elkaar op
te tellen/te sorteren. Voor gegevens bewerken heb je diverse programma’s/tools, bijv
Excel. Met oa spreadsheets en databases kun je opgeslagen gegevensverzamelingen
bewerken om ze te transformeren tot (management)info.
- Uitvoeren van info. Laatste stap bij gegevensverwerking is tonen/presenteren vd info. Deze
info moet overeenkomen met infobehoefte van degene die info wil gebruiken. Vorm
waarin info wordt gepresenteerd moet overeenkomen met wensen vd gebruiker.
Vorm, inhoud en snelheid zijn belangrijke aspecten tav infoverstrekking. Correcte
info is afhankelijk vd vooraf geformuleerde infobehoefte en kwaliteit vd gegevens die
verwerkt zijn.
Pas als je weet wat kwaliteit is, kan je consequenties beoordelen voor infofunctie . Kwaliteit=
verschil tussen verwachting en ervaring. Als afnemer ervaart wat in overeenkomt met
zijn verwachtingen, dan is kwaliteit geleverd. Organisatie moet op hoogte zijn vd
klantverwachtingen en uiteindelijke ervaring die afnemer heeft opgedaan met product.
.
, Hoe je hoge kwaliteit organisatie kan creëren zie je bijv in Balanced Scorecard behandeld (zie figuur).
Infofunctie is belangrijk onderdeel vd organisatie is. In ronde figuur zie je dat onderdelen waarvoor
infofunctie verantwoordelijk is, omgeven worden door kwaliteitsbeleid vd organisatie.
Kwaliteitseisen (weten en cirkel)/kenmerken tav info: krijgt casus en 2 eisen noemen
- volledigheid: info bevat alle elementen die voor doel vd gebruiker van belang zijn
- relevantie: info moet zinvol zijn voor doel vd gebruiker
- betrouwbaarheid: info zegt iets over werkelijkheid waarover uitspraak doet.
Juiste meeteenheid gebruiken!! (bijv kg voor gewicht en celcius voor temperatuur)
- toegankelijkheid: info is door gebruiker te benaderen, kan ik erbij
- beschikbaarheid: info is op juiste moment op gewenste plaats aanwezig, kan ik er
nu bij
Figuur gaat over infoverzorging buiten organisatie (internet, www, en sociale media).
Grijze wolk is ruggengraat technologie. Verbinding van kabels. In world wide web (www)
kan je direct samen tekst/beeld/geluid/info kan uitwisselen, is anders dan
intranet. Social listening= meeluisteren. 3 wolken in dit figuur is belangrijkst.
Wat is toegevoegde waarde van internet, world wide web etc voor bedrijf
weten. Kan je opbrengsten/kwaliteit verhogen of kosten verlagen. Internet
omvat technische infrastructuur die mogelijk maakt om via WWW
tekst/beeld/geluid te bieden en delen en om via social media interactie met
elkaar te hebben. In figuur betreft infoverzorging buiten organisatie, communiceren
organisaties op web met klanten/consumenten met uiteenlopende doelen. Site kan men informeren en
transacties doen. Zijn ook intra/extranetten = IIE-netten (Internet, Intra/Extranet, social
media). Intranet= gebruik van internet in organisatie. Deze draait op zelfde protocollen
(technische afspraken) als internet, maar is alleen voor mensen in organisatie toegankelijk.
Intranet kun je zien als overkoepelende laag met links naar onderlinge, afzonderlijke applicaties . Bijv intranet
op tmo is toegang tot rooster/cijfers. Voordeel is dat gegevens niet voor iedereen beschikbaar is.
Zo kan communicatie in organisatie versterkt/verbeterd worden.
Extranet= bijna zelfde als intranet alleen hebben externen zoals toeleveranciers bij extranet wel
toegang om info te bekijken/wijzigen. Beveiliging is hier (net als bij intranet) belangrijk. Is
van belang om te kijken wat ‘webbased’ werken betekent voor infohuishouding van
organisatie en managen daarvan. Waardecreatie heeft 3 aspecten: efficiency, effectiviteit
en kwaliteit. 3 aspecten beïnvloeden elkaar en moeten daarom aangestuurd worden. Willen
met inzet van schaarse middelen (efficiency) doelen bereiken voor klant en organisatie
(effectiviteit) op bepaald kwaliteitsniveau (kwaliteit). Management, medewerkers en
afnemers/stakeholders vormen belangrijkste partijen in creëren van waarde. Zijn
informatiesystemen zodat infoarchitecten meer grip krijgen op ontwikkelingen. Gebaseerd op
type functie dat infosysteem biedt. Uitgangspunt is kies systeem gericht op jouw specifieke
behoeften. Systemen in reader worden steeds duurder in aanschaf en beheer en
onderhoud. 4 soorten infosystemen (uit hoofd kennen) vraag is welk infosysteem je
aanbeveelt bij casus. Goed zeggen waarom je welk systeem aanbeveelt. Infosystemen:
- registratiesysteem. Infosystemen zijn datagericht: vooral gebruikt om gegevens te
registreren/beheren/beschikbaar te stellen aan processen of systemen in organisatie.
Bijv klantendatabase of contentmanagementsysteem. Registratiesystemen vormen fundament
van elke IT-omgeving. Zonder dataopslag/beheer is automatisering onmogelijk.
Kenmerkend= (relatieve) eenvoud, lage kosten en stabiliteit. Opslaan en beheren van
data kent weinig veranderingen en veranderingen die er zijn, zijn meestal beheerst
door te voeren. Niet heel complex/duur. Registreert alleen transactie