3.1
a. Bewust onbeschonken bestuurder
b. Het bewust maken van alcohol gebruik onder bestuurders. Ongelukken door alcohol gebruik
verminderen
c. –
3.2
Na 2011 werd de campagne populairder door reclames
3.3
a. <0,5‰
b. Ja, scooter / brommer wel, fiets wordt vaak gedogen
c. –
3.4
a. Ja, tussen 18 en 24 jaar heb je nog niet veel ervaring met autorijden. Het alcohol gebruik is in deze
groep ook het hoogst
b. –
3.5
a. Veel, op deze leeftijd is alcohol niet toegestaan
2.1
a. Door alcohol gaat de overdracht van impulsen langzamer, het wordt vertraagd.
b. Je reactievermogen wordt sterk verminderd waardoor je te laat ingrijpt wanneer dit nodig is.
3.2
a. Een automatische reactie voordat / zonder dat de prikkel die aangezet tot de reactie bewust is, Het
zijn onbewuste reacties op prikkels.
b. Een reflexboog wordt gevormd door een sensorische-, scakel- en motorische neuron. Als een
impuls gevormd na de prikkel de juiste spier heeft bereikt trekt deze spier samen.
c. Ruggenmerg en hersenen (sckakelcellen)
d. Een reflex verloopt via hersenen of ruggenmerg en gaat buiten de wil om. Een bewuste handeling
verloopt via de grote hersenen en gaat langzamer, er zijn veel zenuwcellen bij betrokken.
3.3
a. Voordeel: snelle reactie mogelijk : ongeluk, stoplicht
Nadeel: gevaarlijk als je ineens remt
b. Geconditioneerde reflex is aangeleerd
Ongeconditioneerde reflex is van nature aanwezig
c. Adem in houden bij iets engs
d. Remmen bij stoplicht of remlicht van de auto voor je, rood is de sleutelprikkel geworden
e. Ja, bij leren autorijden worden fouten gestraft en goede handelingen beloond. Door herhaling
slijten de juiste handelingen in.
f. Duiven leerde dat tikken op het groene venster een beloning oplevert en bij een rood venster niet.
Dit werkt hetzelfde als bij een verkeerslicht.
g. Geconditioneerd reflex, je leert dat je het rempedaal moet intrappen
h. Eigenlijk in alle gevallen, het zijn allemaal impulsoverdrachten.
, 3.4
a. Er is een ladingsverschil tussen binnen- en buitenkant van de cel
b. ladingsverschil over celmembraan
c. Buitenkant van membraan vooral Na+ en aan de binnenkant eiwitten en K+
d. Negatieve ionen zijn te groot
e. Ionenpompen blijven het liefst neutraal. Door osmose gaan de + ionen naar binnen. De pompen
gaan dit tegen.
f. Nee, het ladingsverschil is -70mV dus het kost wel energie
3.5
a. Het potentiaalverschil tussen binnen- en buitenkant van membraan gelijk maken. Positieve lading
gaat naar binnen totdat er een ladingsverschil is van mV
b. Natrium via door de bestemde kanalen
c. Negatief, doordat de positieve lading van buiten naar binnen gaat.
d. Herstel van depolarisatie, buitenkant wordt weer positief t.o.v. de binnenkant. Kalium ionen gaan
de cel uit
e. De ladingsverandering door het ontstaan van een impuls. Buitenkant wordt negatief, binnenkant
positief.
f. Door de stof myeline, deze stof is vettig. De impuls springt van knoop naar knoop.
g. Er volgen meer actiepotentialen, de impulsfrequentie neemt toe
3.6
Een chemische gebeurtenis.
Een impuls gaat van neuron naar neuron via synapsen die op de eindknopjes van de axon zitten en
gaan over op de dendriet van andere een andere zenuwcel. Als de impuls aan het einde van de axon
is versmelten de blaasjes met neurotransmitters met het presynaptisch celmembraan. Dit gebeurt
door Ca2+ - ionen die er ook voor zorgen dat een elektrische impuls wordt omgezet in een chemisch
signaal. De neurotransmitter komt vrij in de synapsspleet en bereikt de postsynaptische
celmembraan van een dendriet van de opvolgende neuron. De neurotransmitter kan zich binden aan
receptoreiwitten op de dendriet. De natriumpoorten openen en er stroomt natrium de cel in. De
depolarisatie begint en dus het begin van een nieuw impuls.
3.7
a. Cl-, -1
b. Het potentiaalverschil neemt extra toe door het binnen stromen van extra chloorionen.
c. Verhoogt de instroom van chloorionen, versterkt de hyperpolarisatie.
d. 1. Chloorionen
2. hyperpolarisatie
3. vertraagd
4.1
a. Een kwart
b. Hoog, het is niet toegestaan om met veel alcohol op te rijden
c. Ja, dat kan de familie van de slachtoffers duidelijkheid geven.
4.2
a. Vrijdag, zaterdag en zondag. Het is weekend, veel mensen zijn vrij
b. 12.00 – 24.00 uur
c. Veel mensen komen terug van een dagje weg en hebben wat gedronken
d. Meer controles, alcoholische dranken in kleinere hoeveelheden verkopen, alcoholische dranken
duurder maken / verbieden
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper sophiem02. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,99. Je zit daarna nergens aan vast.