Christelijke levensbeschouwing 1
6. 1 Je kunt de Bijbels-antropologische visie op de mens volgens Vd Kamp beschrijven met
betrekking tot:
- A De relatie tussen het levensverhaal van mensen en Gods verhaal
De Bijbel spreekt tot de mens vanuit het perspectief van God: universeel en allesomvattend.
Ons menselijk perspectief is klein en beperkt. De Bijbel kun je zien als een geschiedenis van
de mensheid; dat wat mensen gedaan hebben, maar ook van het omzien van God naar de
mens (heilsgeschiedenis) In dat hele grote heil van God spelen mensen een rol, worden hun
levensverhalen serieus genomen. Gods verhaal gaat over een nieuwe werkelijkheid die het
leven van mensen daadwerkelijk verandert: van dood naar leven. In het pastoraat is het de
uitdaging een verbinding te maken tussen het persoonlijk verhaal van de mens en het verhaal
van God. Op de achtergrond van jouw leven speelt het grote verhaal van God.
Bijbels onderwijs over de mens: oorsprong, bestemming, wezen, identiteit, functioneren,
gedrag van mensen, relaties en verbondenheid (8 termen van Beck)
- B Zelfbeeld ('feiten', ideaalbeelden, normatieve beelden)
Feitelijke laag: bepaalde feiten horen bij het zelfbeeld en kunnen ook niet ontkend worden.
Kanttekening is: feiten maken op een gekleurde manier deel uit van het zelfbeeld. Daarom
ook wel beschrijvende laag genoemd. Iemands idealen kleuren deze laag.
in ons zelfbeeld en in ons levensverhaal lopen beschrijvende beelden {'zo ben ik'),
ideaalbeelden ('zo wil ik zijn') en normatieve beelden ('zo moet ik zijn') door elkaar.
Ideale laag : je hebt idealen die je wilt meenemen in het vertellen van je levensverhaal. ideaal
gekleurde beschrijvende laag van een verhaal. zo wil ik zijn'
Normatieve laag: je komt dingen tegen die zo niet stromen met je eigen normen en waarden,
dat je ze gaat verzwijgen. Ze zijn niet te matchen met de normen en waarden die jij van
binnen hebt. 'zo moet ik zijn
- C Relatie mensbeeld-godsbeeld
Mensbeeld is interpersoonlijk in de mens. Ook wel het zelfbeeld. Het mensbeeld kan en blijft
zich ontwikkelen door gebeurtenissen. Het godsbeeld blijft zich ook ontwikkelen. Deze relatie
is dynamisch.
- D Ingrijpende en bepalende gebeurtenissen in het verhaal van God met de mens:
schepping (en beeld van God zijn), zondeval, verlossing/vernieuwing,
wederkomst/voleinding
Schepping: veelbelovende start
Mens als beeld van God geschapen naar lichaam en ziel (verstand, wil en gevoel), verbinding
met het kind-zijn, man en vrouw-zijn.
Positieve waardering van het leven en menselijk bestaan. Nadruk op groeimogelijkheden en
kansen om te ontplooien met menselijke verantwoordelijkheid.
Zondeval: tragische breuk
Mens stapt uit de relatie met God, terwijl die beslissend is voor het mens-zijn -> mens-zijn
wordt aangetast en staat onder druk
'Empirisch mens-zijn wordt gekenmerkt door 's mensen waardigheid en door zijn zondigheid,
door zijn macht en machteloosheid, door zijn wijsheid en zijn dwaasheid. Door zijn 'grandeur'
en 'misère'.
, Verlossing: verrassende herstel
Permanent proces van vernieuwing dat door God (via werk van Christus) op gang is gebracht,
maar waarin de verloste mens zelf ook actief participeert.
De mens komt weer in zuivere verhoudingen te staan (gerechtigheid) en gaat zich opnieuw
toewijden aan God (heiligheid)
Wederkomst: oneindige vervolg
Hoop en anticipatie (vooruit lopen op een zaak)
Chronologische hoofdlijn vormt structuur voor het verhaal van de mens: ingrijpende
gebeurtenissen in de relatie tussen God en mens zijn tegelijkertijd de thema's in het
levensverhaal van de mens.
6.2 Je kunt aangeven wat volgens Verhagen het meest kenmerkend en onderscheidend is van het
christelijk geloof.
Jezus Christus vormt een rode draad en is het centrum van de christelijke vroomheid. Het geloof in
die ene God deelt het christendom met het jodendom en islam. Kenmerkend voor dit geloof is het
historische denken in plaats van denken in kosmische cycli. (geen wedegeboorte) Er is een gang door
de geschiedenis van schepping naar voltooiing, Verschil: Jezus laat zien dat God zich het heil van
mensen eigen maakt; de maatstaf in onbaatzuchtige liefde. (geen wetgever, legerleider of
moraalleider of mysticus) Het draait om het onwankelbaar geloven en hoop op ware vrijheid, liefde,
menselijkheid en eeuwig leven, tegen de verdrukking en tegenspraak in. Door de kracht van de
Heilige Geest.
Geloof, gebod (de tien geboden), gebed en sacramenten (huwelijk, dopen)
6.3 Je kent enkele belangrijke karakteristieken van rooms-katholieken:
- A Verwachting van een morele levenswandel, met nadruk op naastenliefde en traditie
Hoe dan ook, algemeen katholiek mag weten dat in een morele zin rechte levenswandel
wordt verwacht, in het bijzonder naastenliefde (caritas), waarmee men zich tot het hemelrijk
genodigd mag weten.
- B Zeven sacramenten, waaronder de biecht
Een katholiek kan altijd opnieuw beginnen, wel met echt berouw. Als dit niet echt is, kan dit
doodzonde worden. God zou uiteindelijk beslissen.
1. Het heilige doopsel (bij geboorte)
2. Het heilige eucharistie (avondmaal)
3. Het heilige vormsel (ontvangt kracht heilige geest van heilige geest 12/14 jaar)
4. De huwelijksviering
5. De ziekenzalving (toegediend voor zieken en stervenden)
6. De biecht
7. De priesterwijding (alleen voor priesters)
- C Accent op sfeer en beelden
Die sfeer in combinatie met beeld(en) is natuurlijk weer een kardinaal verschil in de religieuze
socialisatie tussen katholieken en niet katholieken; het is ook typisch weer zo'n aspect van
nestgeur.
6.4 Je kent enkele belangrijke karakteristieken van Protestanten, orthodox-gereformeerden en
bevindelijken: