Casus 1
Zelfmanagement = hoe iemand met zijn/haar ziekte om gaat en instaat is
om in het leven zich ervoor aan te passen, en een goed leven te hebben met
de ziekte.
Zelfredzaamheid = iemand vermogen om zelfstandig te functioneren met
zo min mogelijk professionele ondersteuning en zorg.
Zelf/eigen regie = mensen die zelf kunnen bedenken wat ze willen, en dus
zelf dingen willen bepalen. Het vermogen om je eigen leven en noodzakelijke
ondersteuning te regelen en het praktische vermogen om jezelf te redden in
lichamelijke, sociaal en psychische opzicht.
5A-Model = achterhalen, adviseren, afspreken, assisteren en arrangeren.
Shared Discion Making —> de patiënt en de zorgverlener beslissen
gezamenlijk over diagnostiek of behandeling. De zorgverlener bepreekt
opties, de voor- en nadelen.
De kleine bloedsomloop (longcirculatie) = zorgt ervoor dat zuurstofarm bloed
weer zuurstofrijk bloed word.
De bloedsomloop: rechterventrikel (kamer) —> truncus pulmonalis
(longslagader) —> longen —> longader —> linkeratrium (boezem) —>
mitralisklep —> linkerkamer.
De grote bloedsomloop (lichaamscirculatie) = zorgt ervoor dat zuurstofrijk
bloed naar de spieren/cellen gaat als brandstof en zuurstofarm bloed weer
terug naar het hart gaat.
De bloedsomloop: linkerventrikel (kamer) —> aorta —> slagader —>
organen —> haarvaten —> aders —> bovenste of onderste holle ader —>
rechteratrium (boezem).
Casus 2
Observatie = gedragingen, kenmerken en uitingen. Observeren wat iemand
doet.
3 stappen in de observatie;
1. Doelgericht —> kennis hebben over, risicofactoren etc.
2. Planmatig —> methodisch en niet willekeurig dus waar je op moet
letten
3. Objectief —> navragen of jouw observaties gedeeld mogen worden
door bv collega en meetinstrumenten gebruiken zoals een
thermometer, vragenlijst of beoordelingsschaal.
Hechting
Veilige hechting = ontspannen en op hun gemakt bij verzorger en zijn
verdraagzaam bij vreemden of nieuwe ervaringen.
,Angstig-ambulante hechting = kind wilt contact met verzorger, extreem
veel verdriet bij gescheiden worden tussen kind en verzorgen en moeilijk te
troosten is bij hereniging.
Angstig-vermijdende hechting = kind toont geen interesse in verzorger,
vertoont geen verdriet bij geschieden worden tussen verzorger en kind, geen
blijdschap bij hereniging.
Gedesorganiseerd en desoriënteren hechtingspatroon = vertoont
tegenstrijdig gedrag.
Bevorderende factoren hechting —> vertrouwen, balans gezin, financiën etc.
Belemmerende factoren hechting —> kind zelf (gepland), omgeving
(dakloos), trauma, rouw.
Factoren die invloed hebben op hechting
1. Het kind zelf —> verstandelijk beperkt, temperament van het kind
(veel huilen of onrustig)
2. De zwangerschap —> ongepland/ongewild
3. De ouders/verzorgers —> verslaving, huiselijk geweld
4. De omgeving —> SES, financiële schulden, werkeloosheid
5. Trauma —> oorlog, verlies van dierbare
O & O = een ontwikkelingsschema, daar staan de ontwikkelingsaspecten per
leeftijdsfase van het kind in benoemd en de ontwikkelingsbehoeftes van het
kind.
Vormen van preventie (voorkomen)
1. Universele, primaire preventie —> gericht op (deel van) algehele
bevolking die nog geen symptomen hebben. Hulpmiddel: vaccineren
2. Selectieve en geïndiceerde secundaire preventie —> gericht op een
bepaald groep mensen die iets gemeen hebben.
3. Zorggerelateerde tertiaire preventie —> gericht op individuen met een
bepaalde aandoening.
- Bij baby’s is de bovendruk ongeveer 70 tot 80 mmHg.
- Bij de puberteit is de bovendruk ongeveer 110 mmHg.
Bloedruk bij… Waarde
Optimale bloeddruk bij volwassen 120/80 mmHg
Normale bloeddruk bij volwassen 140/90 mmHg
Hoge bloeddruk (hypertensie) 160/95 mmHg
Lage bloeddruk (hypotensie) 90/60 mmHg
Normale bloeddruk (gemiddeld bij 80/45 mmHg
kinderen)
, Hartminuutvolume = de kracht van de samentrekking van het hart.
Bloedvolume = meer bloed zorgt voor stijging systolische en diastolische
druk. Minder bloed zorgt voor daling systolische en diastolische druk.
BLOEDDRUK Systolische Diastolisch (onderdruk)
(bovendruk)
Normaal <120 <80
Voorstadium 120 tot 139 80 tot 90
hypertensie
Fase 1 hypertensie 140 tot 159 90 tot 99
Fase 2 hypertensie 160 of hoger 100 of hoger
Hartfrequentie = aantal slagen per minuut
Slagvolume = de hoeveelheid bloed die het hart per contractie wegpompt
Spanning = de druk waarmee het hart het bloed in de aorta pompt
Arteriën —> slagaders; vervoeren zuurstofrijk bloed
Venen —> aders; terugvoer van zuurstofarm bloed
Capillairen —> haarvaten; zijn haarfijne bloedvaatjes waarin de rode
bloedcellen zuurstof en kooldioxide afgeven of opnemen.
Functies van een placenta = bloed doorstromen naar foetus, bescherming
van de foetus, produceert hormonen.
Als een kindje is geboren sluit het foramen ovale zich in het hart zodat er
geen bloed meer van uit het ene atrium (boezem) naar het andere kan
stromen. Naarmate de longcirculatie op gang komt neemt het
zuurstofgehalte in het bloed toe en daardoor wordt de ductus arteiosus
(bloedvat dat de aorta verbindt met de longslagader) nauwer en sluit zich
uiteindelijk.
Trombose = bloedstolsel/prop in een ader.
Embolie = bloedstolsel/prop in een bloedvat.
DVT = diepe veneuze trombose in het been
Trombose zit vast in het bloedvat en een embolie komt los.
Oorzaken —> Trias van Virchow:
⁃ Verminderde veneuze bloedstroom, waardoor er meer bloed achterblijft
in het been
⁃ Beschadiging van een endotheel van de venen
⁃ Verhoogde stollingsneiging
Varices (spataderen) = een venen die zo is verwijd dat de kleppen niet
meer sluiten en het terugstromen van het bloed niet meer kan voorkomen
worden —> ophoping van bloed —> aderen zetten nog verder uit.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper kikiruijssenaars. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €11,36. Je zit daarna nergens aan vast.