lOMoAR cPSD| 6353920
Samenvatting microbiologie
Week 1: hoofdstuk 15, 26 microbiology en hoofdstuk 15 knecht en doornbos
Week 2: hoofdstuk 13 en 20 microbiology
Week 3: hoofdstuk 10 microbiology en Powerpoint HACCP, Surveillance Listeria monocytogenes
rapport RIVM, Microbiologisch onderzoek van levensmiddelen rapport Voedsel en warenautoriteit,
artikel Listeria
Week 4: hoofdstuk 14 microbiology
Hoofdstuk 15 Knecht & Doornbos
Pathogenese
• Urinestelsel: nieren, nierbekken (pyelum), ureters, de blaas en uretra. Hoge urinewegen
• Vrouwen vaker urineweginfectie dan mannen -> korte urethra, uitmonding dichtbij het
genitale stelsel en het maag-darmkanaal.
• Vaginale flora en Enterobacteriaceae besmetten regelmatig de urethra uitmonding
Infectieroutes
• Urineweginfecties ontstaan door bacteriën in de urethra terechtkomen en opstijgen
o Spontaan of door catheter
• Wanneer catheter er langdurig in de urethra ligt loop je een groter risico: de catheter drukt
op het urethraslijmvlieg, hierdoor kan het verdedigingsmechanisme van het slijmvlieg niet
goed meer functioneren.
• Bacteriën in blaas: vermenigvuldigen, kunnen in ureters opstijgen en nierbekken het
nierparenchym infecteren.
o Dit was de ascenderende route
• Bacteriëmie: bacteriën in de bloedbaan.
• Mo via bloedstroom in nierparenchym -> bv. Staphylococcen of endocarditis
• soms infectie van de nieren en soms abcessen gevormd door de hematogeen versleepte
bacteriën
• dit is de Descenderende route (hemamtogene, zeldzaam)
o zijn bijna nooit Gram-negatieve staven betrokken, meestal staphylococcen soms M.
tuberculosis
Factoren die bij urineweginfecties van invloed zijn
Pathogeen
• soort m.o., virulentie en het aantal.
o Virulente: de mate van pathogeniteit = hoe ziek word je ervan: laag-virulent tot hoog-
virulent
• Meeste veroorzaakt door E. coli serotypen
• K-antigeen, erg virulent
• Pili: hecten aan eptiheel van urinewegen
• Bewegelijkheid: makkelijker tegen de stroom in van de urine
• Endotoxinen van gram negatieve staven hebben remmende invloed op de peristaltiek van de
ureters, dit bevordert het opstijden van m.o.
, lOMoAR cPSD| 6353920
• Productie van enzym urease: mogelijk pyelonephritis veroorzaken
• Aanwezigheid grote hoeveelheid koloniserende Enterobacteriaceae: uitgang urethra bij
vrouwen en in vagina.
• Hemolysinen: 60-75% van de E. coli stammen die pyelonefritis veroorzaken produceren
hemolysinen,
Gastheer
• Samenstelling urine; goede voedingsbodem bacteriën (pH, suiker, stenen, prostaatvloeistof
(remmende werking bacteriële groei) , e.d.)
o Urine heeft ook een antibacteriële activiteit
▪ Sterk urine heeft een remmende werking op de groei van een aantal
bacteriesoorten die in normale urine wel groeien
• Lengte urethra (man>vrouw) 20% vrouwen 1 keer per jaar
• Afvoerstoornissen (stenen, anatomische afwijkingen)
• Ziekenhuisinfecties (t.g.v. anesthesie, of katheters)
• Reflux (terugstromen urine)
• Seksuele activiteit
• Regelmatig ledigen van de blaas heeft een antibacterieel effect
• Blaasslijmvlies heeft antibacteriële werking, beschadiging -> m.o. makkelijker binnendringen
(nierstenen beschadigen dit bijvoorbeeld)
Ziektebeelden
Bacteriurie: aanwezigheid bacteriën in urine
1. Cystitis (blaasontsteking)
• Irritatie slijmvlies blaas, urethra
• Kleine hoeveelheden, troebele urine (soms bloed), pijnlijke mictie, meestal geen koorts
• <105 bacteriën/ml
• Vaak en moeilijk of pijnlijk urineren kan ook andere oorzaken hebben dan een infectie ->
soms patiënten met acute klachten geen bacteriële groei in kweek
Recidief: opnieuw infectie met dezelfde bacterie. Een haard, van waaruit de bacetriurie wordt
onderhouden, wordt klaarblijkelijk niet of niet in voldoende mate door het toegepaste
geneesmiddel bereikt.
Herinfectie: opnieuw infectie, maar met een andere bacterie (vaak wel dezelfde onderliggende
oorzaak).
Vaak voorafgaande kolonisering (vagina)slijmvlies door aanwezigheid P-fimbriae (E. coli, niet alle);
hechten zich aan de receptoren van de cellen zodat ze niet gemakkelijk worden meegevoerd met
de urinestroom.
• 100 kve. Positieve LE
2. Acuut urethrasyndroom
• Seksueel actieve vrouwen
o Dysurie: moeilijke, soms pijnlijke urinelozing
o Pollakisurie: meer dan normaal moeten plassen
o drang tot urineren
2 5
• Verwekkers idem als bij cystitis, maar kleiner aantal (10 -10 /ml) + leuko’s
, lOMoAR cPSD| 6353920
3. Pyelonefritis
• Één of twee nieren ontstoken.
• Gevolg van geïnfecteerde/ontstoken nier soms door bacteriëmie.
• Cystitissymptomen + pijn in zij + koorts (soms met rillingen), ziek
• Complicatie: (uro)sepsis (heftige reactie op een infectie)
• Meestal door opstijgende bacteriën uit blaas
• Indien M. tuberculosis, Candida, Salmonella, Leptospira, S.aureus: dan verspreiding
hematogeen.
• 10.000 kve/ml en positieve LE
• Bijna altijd E. coli
4. Perirenale abcessen
• Vorming van een perirenaal abces (abces romdom de nier)
• Abces rondom de nier, weinig voorkomende complicatie
• Ernstig ziektebeeld, symptomen combinatie pyelonefritis + lagere urinewegen.
Bijna altijd gramnegatieven
5. Prostatitis
• Prostaatvocht bactericidisch (doden bacteriën)
• Bacteriën toch in prostaat mogelijk via bloed, lymfe, rectum, urethra, of na chirurgische
ingreep
Acute prostatitis: hoge koorts, pijnlijk perineum, rugpijn, symptomen urineweginfectie,
opgezwollen prostaat, Leuco’s en bacteriën in prostaatvocht en urine, meestal
Enterobacteriacae, soms Neisseriae
Chronische prostatitis: Soms asymptomatisch, soms onaangenaam gevoel, pijn, moeilijk urineren
• Meestal door E.coli, Klebsiella, Enterobacter, Proteus.
• Vaak recidiverende urineweginfecties
Het vinden van de verwekker is erg lastig: meestal besmetting door bacteriën urethra,
prostaatvochtafname d.mv. prostaatmassage.
4 monsters (bedacht door Meares en Stamey)
1. Urine van de urethra
2. Midstream urine
3. Prostaatvocht door massage of ajaculaat
4. Urine geloosd na de massage
onmiddellijk kweken. Bacteriën in prostaatvocht of urine na massage 10x zo groot is dan de eerste
geloosde portie is er sprake van chronische prostatitis.
6. Atypische bacteriën in de urine
t.g.v. infecties elders: Salmonella (thyphi, tyfus), Leptospira.
Infecterende organismen
Belangrijkste verwekkers van urineweginfecties
Bijna altijd E. coli,
in geval van chronische infectie, Klebsiella, Enterobacter, Proteus, Pseudomonas
• Soms S.epidermidis, S. saprophyticus, Enterococcus faecalis
• Soms meerdere soorten (onzorgvuldige afname, afweerstoornissen)
• Zelden anaëroben
• Bloederige cystitis ook door adenovirussen (vooral bij kinderen)
• Mycoplasma bij mensen die langdurig bèta-lactamantibiotica hebben gehad
• Urethritis (plasbuis ontsteking) door N. gonorrhoea, C. trachomatis
, lOMoAR cPSD| 6353920
Ziekenhuisinfecties
• vooral door instrumenten/katheters
• Bacteriën afkomstig van de fecale flora van patiënt of van ziekenhuispersoneel
• Proeus, Klebsiella, Enterobacter, Pseudomonas, staphyloccen en enterokokken vaak
• minder vaak door E.coli dan in normale populatie
• soms Serratia, Candida (verdwijnt vaak vanzelf na het verwijderen van de catheter of na
staken van geneesmiddelen)
Laboratoriumonderzoek
Afname urine
• Midstream na wassen gebied rond urethra. Niet door katheter, evt dmv blaaspunctie.
• Bij onvoldoende wassen: veel plaveiselepitheel -> opnieuw laten afnemen
• Blaaspunctie: men prikt 3,5 cm boven de symphysis met een injectienaald
• Binnen een uur na afname enten (urine goede voedingsbodem voor bacteriën -> ze delen te
snel, anders bewaren bij 4 °C)
• Voor parasitair onderzoek: 24-uurs urine
Screenen op aanwezigheid bacteriën (praktijk)
Griess test -> hiermee kan met nitriet aantonen, Veel bacteriën kunnen nitraat tot nietriet
reduceren: nitriet -> aanwezigheid bacteriën. Niet betrouwbaar, er kunnen zich
bateriesoorten in de urine bevinden die nitraat niet tot nitriet reduceren. (sommige gram +
coccen)
bioluminescentie. -> meten op bacterieel ATP. Onder invloed van het enzym luciferase,
afkosmtig van vuurvlieg, staat het enentueel aanwezige atp izjn energie af wat dan licht
produceert. Licht kan worden gemeten, evenreding met atp concentratie.
leukocyten-esterase: aanwezigen in neutro’s -> beplaald met papierstrip, bevat substraat
voor het esterase dan va nkleur verandert.
Microscopisch onderzoek
midstream urine centrifugeren, sentiment (cellen in bodem na centrifugeren) bekijken met
40x vergroting. 1-5 leuko’s per gezichtsveld -> normaal. Meer, indicatie tot verder onderzoek.
leukocyten cylinders: pyolenephritis.
cystis: soms ery’s in urine (kan ook door andere nierproblemen komen)
gram preparaat: meer dan 105 kve/ml infectie
Kweek
MacConkey, EBM. Groeien gram – staven goed op