• Eekhof, J., Scherptong – Engbers, M., Kruis, A., Bruggink, S., Bonten, T., (Reds.). (2020). Kleine
Kwalen en alledaagse klachten bij zwangeren. Bohn Stafleu van Loghum.
o Hoofdstuk 1
H1 Zwangerschapstest
Zwangerschapstest kan gedaan worden in de urine of in het bloed. Er zijn verschillende soorten
urinetesten (in alle gevallen wordt de concentratie van het HCG hormoon gemeten):
- Dipstick: klein strookje dat in de urine gedoopt kan worden. Het is een goedkope en
foutgevoelige test.
- Cassette: urine met een pipetje druppelen in de cassette.
- Midstream: 5 seconde in de urineschaal of in een potje met urine dopen.
- Digitale midstream: werkt hetzelfde als de midstream, alleen de uitslag wordt in een digitaal
venster weergegeven.
HCG (humaan choriongonadotrofine) wordt 6-8 dagen na de conceptie aangemaakt. Er is een piek
waar te nemen bij week 7-10 van 50.000 E/I. Daarna zal de concentratie afnemen tot 10.000/20.000.
Een test is positief als het hoger dan 6 E/I is in het bloed en boven de 25 E/I in de urine. De bloedtest
is betrouwbaarder. Een zwangerschapstest geeft aan dat het HCG hormoon gemeten is, maar niet of
het een vitale zwangerschap is. Trofoblastweefsel produceert HCG.
Differentiaaldiagnose: zwangerschap, EUG, (dreigende) miskraam, trofoblasttumor (mola-
zwangerschap), chorioncarcinoom of non-trofoblasttumor.
4e dag na uitblijven van de menstruatie is het meest betrouwbaar.
o Hoofdstuk 3 t/m 6
H3 Sporten
Fysieke inspanning wordt gedefinieerd als elke lichamelijke inspanning door contractie van de
skeletspieren die leidt tot het behoud en verbetering van cardiospiratoire fitheid. Door de
zwangerschap vindt er een verschuiving plaats van het zwaartepunt en dat oefent druk uit op de
gewrichten en de rugwervels. Daarnaast is er ook meer bloedvolume, waardoor de hartslag, het
slagvolume en de cardiale output toenemen. Ook het ademminuutvolume neemt met 50% toe ->
respiratoire alkalose. De warmteproductie neemt ook toe.
Bij ongecompliceerde zwangerschappen is er geen risico op een miskraam, verminderde foetale
groei, musculoskeletaal letsel bij de moeder of vroeggeboorte. Sporten verkleint de kans op
zwangerschapsdiabetes, pre-eclampsie, keizersnede en het voorkomt excessieve gewichtstoename.
De bewegingsnorm is 150 minuten matig intensief sporten per week verspreid over minimaal 3
dagen. Vrouwen die voor de zwangerschap al actief waren, kunnen dat continueren. Een zwangere
mag blijven hardlopen of cardiofitness doen, zolang dat goed blijft voelen. Het is verstandig om geen
maximale inspanning te leveren (je moet hele zinnen kunnen blijven praten).
Sporten waarbij fysiek lichamelijk contact plaatsvindt of risico’s met zich mee brengt om te vallen of
buikcontact wordt afgeraden (ijshockey, wielrennen, boksen, voetballen, paardrijden).
Oververhit raken wordt ook afgeraden, vooral in het eerste trimester. Ook trainen op hoogte >1500
meter wordt afgeraden. Regelmatig wandelen zou kunnen beschermen tegen het ontstaan van
diastase. Professionele sporters zou je naar een sportarts kunnen verwijzen.
,Regelmatig sporten postpartum herstelt de maternale fitheid, zonder de melkproductie aan te
passen. Een systematisch review geeft ook aan dat sporten tijdens de bevalling de kans op een post-
partumdepressie verkleint.
H4 Reizen
Zwangeren worden door vliegtuigmaatschappijen geaccepteerd tot 36 weken en meerlingzwangeren
tot 32 weken. Bij vliegen is de blootstelling aan straling hoger dan op zeeniveau. Daarnaast is de kans
op trombose ook toegenomen, door langdurige immobilisatie, lage cabinedruk en lage zuurstofdruk.
7% van de zwangerschappen eindigt voor de 36 weken. Bij meerlingzwangerschappen of vroegtijdige
bevallingen in de voorgeschiedenis is dit percentage hoger. Mogelijk is hier een verhoogde kans op bij
frequent vliegen, maar bewijslast is laag.
Reizen zorgt wel voor een verhoogde kans op blootstelling aan infectieziekten. Fysiologische
veranderingen tijdens de zwangerschap verhogen de vatbaarheid op infecties ook. De kans op
reizigersdiarree en gastro-intestinale infecties is ook verhoogd door een afname in de zuurgraad van
maagzuur en de tragere darmmotiliteit. Ziekte en koorts kunnen leiden tot premature geboorte. Ook
verontreinigd voedsel kunnen voor ernstige complicaties zorgen tijdens de zwangerschap. Rauwe
producten of verontreinigd voedsel met ontlasting van geïnfecteerde katten of aarde zijn schadelijk.
“Boil it, cook it, peel it or forget it!”.
Zwangere vrouwen lopen ook meer risico om geprikt te worden door muskieten die een ziekte
overdragen. Ook kan een warm en vochtig klimaat er voor zorgen dat het zwangere lichaam minder
goed in staat is om de warmte kwijt te raken.
Levende vaccinaties kunnen ervoor zorgen dat de foetus ook geïnfecteerd wordt, maar het precieze
risico is nog onbekend. Ook kunnen de vaccins minder effectief zijn door immunologische
veranderingen in de afweer van de zwangere.
H5 Stoppen met roken
Roken is verslavend door het vrijkomen van nicotine. Dit stimuleert het CZS om adrenaline en
dopamine af te geven. Hierdoor wordt het beloningscentrum in de hersenen geactiveerd. Er is een
grotere kans op longembolie bij de zwangere door de veranderingen in de bloedstolling en
toegenomen druk op het iliofemorale gebied. Placenta praevia, EUG en solutio placentae toe. Ook is
de vruchtbaarheid lager bij vrouwen die roken en is de kwaliteit van zaad slechter bij de mannen.
Nicotine, koolmonoxide en andere toxische stoffen die tijdens het roken vrijkomen veroorzaken
placentaire vasoconstrictie, waardoor de bloed- en zuurstoftoevoer naar de foetus afneemt ->
groeivertraging (leer- en gedragsproblemen), afname longontwikkeling & chromosomale afwijkingen.
Roken heeft ook een negatief effect op de kwaliteit en kwantiteit van de borstvoeding en nicotine kan
via de borstvoeding worden doorgegeven. Vroeggeboorte, laag geboortegewicht, intra-uteriene
vruchtdood, luchtweginfecties en wiegendood hangen hier ook mee samen. Wel verlaagt het de kans
op pre-eclampsie.
H6 Vitaminesuppletie
Vitamines zijn organische verbindingen die als co-enzymen of regulatoren van het metabolisme een
essentiële rol spelen in verschillende processen in het lichaam.
- Foliumzuur (vitamine B11): Co-enzym in de synthese van DNA en RNA. Er is een correlatie
tussen foliumzuur en neurale buis defecten. Inname 4 weken voor de conceptie tot 10 weken
AD.
, - Vitamine A: vetoplosbaar. Genexpressie, embryonale ontwikkeling en de visus. Zit in
schaaldieren, leverproducten en wordt toegevoegd aan verschillende zuivelproducten. Een te
hoge vitamine A inname is teratogeen. Het wordt afgeraden om schaaldieren en
leverproducten te eten.
- Vitamine B12: co-enzym in vorming van erytrocyten en beïnvloed foliumzuurmetabolisme.
Komt voor in natuurlijke producten, zoals melk, vlees en eieren.
- Vitamine D: botaanmaak en calciumabsorptie uit voeding, effect op het immuunsysteem,
celgroei en angiogenese. Afkomstig uit zonlicht, vette vis en wordt toegevoegd aan
margarine.
o Hoofdstuk 8 & 9
H8 Infectieziekten
Infectie met CMV (herpesvirus) is hoog prevalent: 50-90% van de personen tussen 15-45 heeft een
CMV-infectie doorgemaakt. Er is een grote kans dat het wordt overgedragen naar de foetus en dit kan
leiden tot ernstige complicaties. Veelal verloopt deze infectie asymptomatisch. Soms kan er sprake
zijn van milde koorts en aspecifieke griepachtige verschijnselen. Bij verdenking op infectie kan de IgM
en IgG bepaald worden uit het maternale serum. 6 weken na infectie en na de 21e week kan er een
PCR van het vruchtwater worden gedaan om te kijken of de foetus geïnfecteerd is.
Waterpokken en gordelroos worden veroorzaakt door het varicellazostervirus (VZV), een herpesvirus.
Ongeveer 95% krijgt de waterpokken gedurende de eerste zes levensjaren, waardoor bijna iedereen
een levenslange immuniteit heeft voor de waterpokken. De foetus loopt dan ook geen risico. Mocht
de zwangere wel de waterpokken krijgen kan dit vooral bij laat-uteriene promo-infecties (blaasjes 5
dagen voor tot 2 dagen na de bevalling) ernstige effecten hebben. Er is dan een aanzienlijke
placentaire overdracht van het VZV-virus zonder overdracht van antistoffen van de moeder. Dit kan bij
10% van de gevallen zelfs leiden tot mortaliteit. De neonaat wordt dan behandeld met varicella-
zosterimmunoglobulines (VZIG).
Kinkhoest is een infectie van de bacterie Bordetella pertussis. Deze bacterie produceert toxines die
kunnen leiden tot necrotiserende weefselschade in de longen met forse hoestbuien tot gevolg. Het
wordt overgedragen via de lucht. Deze vaccinatie wordt ook aangeraden tijdens de zwangerschap
tussen 28-32 weken, zodat de baby de antistoffen al heeft ter bescherming voordat het gevaccineerd
is. Kinkhoest bij een gevaccineerde zwangere is zonder risico’s en het wordt ook niet overgedragen.
Overdracht kan wel na de geboorte. Kinkhoest bij pasgeborenen is wel risicovol en kan leiden tot
apneus, pneumonie en hypoxie.
Symptomen zijn verkoudheid met koorts, hevige hoestbuien (soms gepaard met benauwdheid en
braken) en gierende ademhaling. Na +/- 100 dagen nemen de hoestbuien af.
Bij kinkhoest in het gezin met een onbeschermde zuigeling of zwangere >34 weken wordt
geadviseerd om het hele gezin antibiotica te geven.
Mazelen en rubella (rodehond) zijn virale infecties. Beide worden via de lucht verspreid of via direct
contact met vocht uit de neus of mond. Beide zijn aan te tonen met een PCR van bloed, speeksel of
urine. Vaccin wordt tijdens de zwangerschap niet aangeboden, omdat het een levend vaccin is. Bij
beide wordt er verwezen naar een gynaecoloog.
Mazelen tijdens de zwangerschap geeft een verhoogd risico op vroeggeboorte. Jonge kinderen en
niet-gevaccineerde moeders hebben een verhoogd risico op ernstige complicaties en sterfte. Dit