Vraag 1. (1.1)
C. Het rijk
Vraag 2. (1.2)
C. Nee, want hij heft geen inkomen in Nederland
Uitleg:
Sander Hazelaar woont in Brazilië. Hij is dus een natuurlijk persoon
die niet in Nederland woont. Hij werkt ook in Brazilië voor een bedrijf
dat daar gevestigd is. Sander ontvangt dus geen inkomen in
Nederland (geen binnenlands inkomen). Dat betekent dat hij geen
inkomstenbelasting in Nederland is verschuldigd (antwoord C) . Het
enkele verblijf van 6 weken in Nederland is dus niet van belang.
Vraag 3. (1.3)
1. 37% van € 69.400,00 = € 25.678,00
2. 50% van (€ 83.600,00 -/- € 69.400,00) = € 7.100,00
€ 25.678,00 + € 7.100,00 =
€ 32.778,00 inkomstenbelasting verschuldigd
Vraag 4. (1.4)
A. De ingehouden loonbelasting wordt verrekend met de te betalen
inkomstenbelasting.
Uitleg:
Loonbelasting wordt ingehouden door de werkgever op het loon van een
werknemer als een voorschot op de inkomstenbelasting.
Aan het einde van het jaar wordt bij de aangifte inkomstenbelasting het
totale inkomen berekend, en de eerder ingehouden loonbelasting wordt
hiermee verrekend.
b is onjuist, omdat loonbelasting en inkomstenbelasting geen directe
belastingcomponenten in box 3 (vermogensrendementsheffing) zijn.
c is onjuist, omdat het juist andersom is: loonbelasting is een voorheffing
op de inkomstenbelasting.
, Vraag 5. (1.5)
B. De gift
Uitleg:
A. Niet-vergoede reiskosten woon-werkverkeer
Onjuist: Woon-werkverkeer wordt gezien als privévervoer en valt niet
onder aftrekbare kosten, ook niet als de vergoeding van de werkgever
onvoldoende is om de kosten te dekken.
C. De cursus kosten
Onjuist: Vanaf 2022 zijn scholingsuitgaven niet meer aftrekbaar, en
voor 2021 golden alleen cursussen die gericht waren op een
(toekomstig) beroep als aftrekbaar. Een cursus mindfulness wordt
gezien als een privé-uitgave en is niet aftrekbaar.
Vraag 6. (1.6)
A. Box 2
Uitleg:
A. Box 1 inkomen uit werk en woning: Inkomen uit loondienst, winst uit
onderneming, en overige werkzaamheden.
B. Box 2 Inkomen uit aanmerkelijk belang: Inkomen uit loondienst, winst uit
onderneming, en overige werkzaamheden.
C. Box 3 Inkomen uit sparen en beleggen: Vermogen zoals spaargeld,
beleggingen, en tweede woningen.
Vraag 7. (1.7)
Ja, want zijn inkomen is laag genoeg en zijn kinderen zijn jonger dan 12
jaar.
Uitleg:
Voorwaarden van een inkomensafhankelijke combinatiekorting zijn:
1. Minimaal €5.472 aan arbeidsinkomen.
2. Minimaal één kind jonger dan 12 jaar.
3. Jij of je fiscale partner heeft het laagste inkomen.