100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
anatomie samenvatting voor 1e kennistoets 2024/2025 (1e jaars) €7,66
In winkelwagen

Samenvatting

anatomie samenvatting voor 1e kennistoets 2024/2025 (1e jaars)

 0 keer verkocht

hierin vind je alle informatie die je nodig hebt voor de 1e kennistoets van leerjaar 1 2024/2025 voor de opleiding fysiotherapie

Voorbeeld 3 van de 30  pagina's

  • 21 januari 2025
  • 30
  • 2024/2025
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (25)
avatar-seller
tessatcromer
Anatomie
Inleiding Anatomie/Fysiologie/Biomechanica/Pathologie:
▪ Anatomie (bouw) – de leer van de bouw van het lichaam (bot, spier, zenuw, gewricht,
bloedvoorziening)
De functie van een spier (fysiologie) is afhankelijk van de bouw en andersom ook
▪ Fysiologie (functie) – leer van de natuurlijke levensverrichtingen en verschijnselen zoals
processen en functies (cel > weefsel > orgaan > orgaansysteem > organisme)
▪ Biomechanica – werking en effecten van mechanische krachten op het lichaam (druk, trekkracht,
evenwicht, momenten
▪ Pathologie – ziekteleer (bij niet goed werkende anatomie/fysiologie)


Nomenclatuur:
Latijns – historische taal van de medische wetenschap, kan in elk land gebruikt worden (Nederlands
en Engels worden ook gebruikt maar verstaat niet iedereen (Griekse woorden worden soms ook
gecombineerd)

▪ Etymologische blokken – dit is de stam van een woord
▪ Prefix – toevoeging aan het begin van een woord (bilateraal)
▪ Suffix – toevoeging aan het eind van een woord (cardioloog)
Voorbeeld van een prefix + stam + suffix: adrenaline (ren betekend nier)

Acronymen – woorden die gevormd zijn van de letters van meerdere woorden (AIDS – Acquired
Immune Deficiency Syndrome)
Eponymen – een term met een eigen naam erin (ziekte van Parkinson/gewricht van Lisfranc)

Belangrijke voorbeeld benamingen:
▪ Caput – kop
▪ Callum – hals
▪ Tuberculum – knobbel
▪ Tuberositas – ruwe verhevenheid
▪ Condylus – knopvormig uitsteeksel
▪ Processus – uitsteeksel
▪ Crista – kam/richel
Boek: Vorm & beweging (Lohman)

Algemene gewrichtsleer – soorten verbindingen (tussen de botten)
Classificatie o.b.v. structuur:
▪ Binweefselverbinding (nauwelijks/weinig
beweging)
Syndesmosis (tussen tibia en fibula)
Sutura (schedel)
▪ Kraakbeen gewricht (matige beweging)
Synchondrosis (hyalien) – tussen eerste rib en
sternum/manubrium en corpus streni
Symphysis (vezelig)
▪ Synoviaal gewricht (veel beweging)
Articulatio synovialis

Type gewrichten: scharniergewricht, rolgewricht, zadelgewricht, ellipsoïd gewricht, kogelgewricht en
vlak gewricht

,Synoviaal gewrichtsbouw:
▪ Kop (5) en kom (4)
▪ Gewrichtskraakbeen (3) – zit op de gewrichtsvlakken (dus op de
kop en kom van het bot)
▪ Kapsel (1) bestaat uit de:
Membrana fibrosa (buitenste laag) – een stevige laag aan de
buitenkant zijde van het kapsel 1 (ligamenten)
Membrana synovialis (binnenste laag) – zwakkere laag aan de
binnenkant van de Membrana fibrosa (kan synovia produceren)
▪ Synovia – gewrichtsvloeistof (vult de gehele binnenkant van het
gewricht (tussen het gewrichtskraakbeen en Membrana
synovialis in)
▪ Ligamenten – verdikkingen van kapsel


Myologie:
Type spieren:
▪ Skeletspieren (skeletal muscle) – gestreepte/willekeurige spieren
Heeft een origo (aanhechting aan het bot dat nauwelijks beweegt) en een insertie (aanhechting aan
het einde van de spier)
▪ Gladde spieren (smooth muscle) – (viscerale spieren) zitten in interne organen en bloedvaten,
het is een onwillekeurige spier, aangestuurd door het autonome zenuwstelsel
▪ Hartspieren (cardiac muscle) – (gestreept) de vezels zijn verbonden in een netwerk, het heeft
een autonome functie en word beïnvloed door het autonome zenuwstelsel
▪ Willekeurige spier – word bestuurd door het sensomotorische zenuwstelsel
Elke spier heeft een spierbuik en pezen

Aanhechtingen tussen spierbuik en bot:
▪ De origo (proximaal) – de aanhechting (pees) aan het bot dat nauwelijks beweegt (dichtbij de
romp)
▪ De insertie (distaal) – de distale pees waar de beweging plaats vind (het verste vanaf de romp)
Elke spier heeft een origo (dichts bij de romp) en een insertie (verste van de romp) aan elk uiteinde
▪ Aponeurosis (spierblad) – spieren die niet eindigen in pezen eindigen in een spierblad (van
vezelig binweefsel) genaamd aponeurosis (onderin de rugspier)
▪ Directe/vlezige aanhechting – spieren waarvan de spierbuik in bijna direct contact is met het bod
(maar nauwelijks verbonden met een binweefsel/pees)
Bijna alle spieren zijn via het bindweefsel verbonden aan het bot, maar er zijn ook enkele die zijn
aangehecht aan het gewichtskapsel of aan een andere spier

Spiervormen:
Twee koppen – biceps
Drie koppen – triceps
Vier koppen – quadriceps
Zaagtandvormig – een structuur zoals bij de ribben
Namen van spieren zijn vaak ook gerelateerd aan de origo en insertie
▪ Lokalisatie – waar de spier vandaan komt (brachialis – komt van de arm)
▪ Vezel richting – in welke richting de vezels in de spier gaan (musculus abdominus transversus
(dwarse buikspier) de vezels gaan dus in een dwarse richting)
▪ Positie – waar de spier zich bevind (anterior – aan de voorkant)
▪ Lengte – longus (lang), brevis (kort)
Vorm en spierbuiken (biceps) spelen ook een rol in de naam

, Spiercellen (vezels) zijn gemaakt van de eiwitten:
▪ Actine filamenten
▪ Myosine filamenten

Myofibril – liggen in de spiercellen en bestaan uit meerdere actine en myosine filamenten
Als een spiercel zich samentrekt (glijden actine en myosine in elkaar) krimpt de spiercel en de spier
Mitochondriën – liggen tussen de microfibrillen in een spiercel die zorgen voor de energielevering
Spiercellen – lange (bundels) van proteinen, ze liggen parallel naast elkaar en zijn een glij
mechanisme/kunnen aanspannen (contractie)
Sacrolemma – de celwand die om een spiercel met daarin microfribrillen heen zit
Sacromeren – zijn kleinere stukjes in de mycrofibrillen met daarin actine en myosine

Hiernaast staat een pagina weergegeven van een
sacromeer van Z- tot Z lijn, deze geeft weer hoe er
contractie en relaxen



Bindweefselsoorten in de spierbuik:
▪ Epimysium – om de spier heen (straf binweefsel
dat doorloopt in de pees)
▪ Perimisium – om de bundels spiervezels heen,
onderscheid de fascikels
▪ Endomysium – zit om de spiervezel heen en onderscheid de spiervezel in de fascikels
Spiercellen zijn gemaakt van de eiwitten actine en myosine

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper tessatcromer. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,66. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 64450 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 15 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€7,66
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd