Samenvatting voor het vak middeleeuwen in jaar 1 op de lerarenopleiding geschiedenis. Voor dit vak had ik een 7.8 gehaald. Het is erg moeilijk maaR door de samenvatting aan de hand van de leerdoelen super overzichtelijk.
De beeldvorming van de middeleeuwen wordt geassocieerd met
oorlogen, ziektes en geweld
De middeleeuwen worden geassocieerd met oorlogen, ziektes en geweld
Renaissance: Negatief, duister en donker. Een periode die afbreuk doet aan de
Klassieke Oudheid en Humanisme. Door van deze donkere periode te ontsnappen
zocht men een toevlucht in het herleven van de klassieke oudheid, een tijd waar
alles beter zou zijn.
19e eeuw: Positief, menselijkheid en verbondenheid. Vlucht uit periode van
individualisme en slechte omstandigheden sociale kwestie
Naast het jaar 500 kunnen de volgende jaren gezien worden als breuk tussen de
oudheid en middeleeuwen:
313 Edict van Milaan - met deze gebeurtenis zien wij het stoppen van de
vervolgingen jegens christenen waardoor zij meer invloed binnen de samenleving
krijgen. Dit kan als reden gezien worden, omdat het christendom als het ware
centraal staat tijdens de middeleeuwen en het accepteren van het christendom
brengt grote veranderingen met zich mee.
391 Christendom staatsgodsdienst – we zien hier een officiële overgang van
polytheïsme naar monotheïsme.
395 Splitsing Romeinse Rijk – we zien hier het centrum van het rijk
verschuiven van West naar Oost.
476 Einde West-Romeinse Rijk - het begin van de macht van Germaanse
koninkrijken in Europa.
Tussen de oudheid en de middeleeuwen is sprake van (dis)continuïteit op
bepaalde gebieden:
Continuïteit Discontinuïteit
Politiek Eén aan de macht Geen centraal rijk meer
Rechtspraak veel van
romeinen
Sociaal-cultureel Slavernij blijft Iedereen praat een eigen
taal in eigen gebied
Economisch Landbouw alleen verricht Werktuigen gebruikt in
landbouw
Niet veel handel
Belastingen niet meer
aan de keizer
De val van het West-Romeinse rijk kan in verband worden gebracht met de
migratie vanuit het oosten en de opkomst van het Frankische Rijk door middel
van de volgende redenen:
Foederati: Visigoten, Vandalen en andere Germaanse stammen vestigden zich in
het West-Romeinse rijk als Foederati. Echter, in plaats van de grenzen te
beschermen keerden sommigen zich tegen Rome en voerde invasies uit en
plunderden steden. Dit verzwakte dus (het bestuur van) het rijk.
Hunnen: Atilla de Hun wilt gebied van de Visigoten veroveren en uiteindelijk het
Romeinse Rijk daarbij veroveren. De Romeinse keizer wilde een verbond sluiten
met de Visigoten en verslaan samen de Hunnen. Atilla trekt later terug om het
gebied alsnog te veroveren maar overlijdt. Hierdoor ontstond fragmentatie:
soldaten sluiten zich aan bij de Romeinen omdat ze het leven rond het rijk goed
vonden.
Volksverhuizingen: De Hunnen brachten druk op andere volken, die hierdoor
moesten ontsnappen aan de dreiging van de Hunnen. Dit zorgde voor grote
bewegingen (volksverhuizingen) die een enorme druk met zich mee bracht op de
, Samenvatting middeleeuwen: leerdoelen
Romeinse grenzen. De grenzen van het rijk konden deze massale
volksverhuizingen niet aan, dus kan dit worden gezien als een oorzaak van de
val.
Invloed van de kerk in het begin van de middeleeuwen
De samenwerking tussen koningen en kerk is een voordeel voor de kerk doordat
als koningen aanhanger zijn van het christendom, het volk ook bekeert. Dit
bevordert dus de verspreiding van het christendom. Ook als de paus wordt
aangevallen, bieden de koningen wegens de samenwerking militaire steun aan
de paus. Zij hebben namelijk legers.
De samenwerking is een voordeel voor koningen, omdat de christelijke kerk steun
biedt aan de koningen waardoor de machtspositie van de koningen versterkt.
Seculiere geestelijkheid Reguliere geestelijkheid
Geestelijken die betrokken zijn bij de Geestelijken die te vinden zijn in het klooster
samenleving Staan niet in de wereld staan
Staan in de wereld
Pastoor Prior
Priester benoemd door bisschop, is Staat aan het hoofd van een klooster
verantwoordelijk voor parochie
Missionaris Monnik
Geestelijke die naar gebieden trekt om Geestelijke die het leven volledig wijdt aan
mensen te bekeren spiritueel werk en die afziet van wereldse
bezigheden
Kerkvaders Klooster
Heilige schrijvers die zich hebben ingezet Gebouw dat dient voor geestelijke die zich
voor orthodoxe formulering van Christelijke hebben teruggetrokken van al het wereldse om
geloofswaarden een godsdienstig leven te leiden
Priester Celibaat
Werkt in een bisdom en voert de mis op Bewuste keuze om ongehuwd te zijn/blijven
Kardinaal Abt
Adviseur van de paus en priester van een Staat aan het hoofd van een abdij
hoofdkerk
Eigenkerk Ora et labora
Een kerk die in privébezit is van een Bidden en werken, de taken van de monniken
grootgrondbezitter volgens Benedictus van Nursia
Kathedraal
Kerkgebouw binnen een bisdom met de
officiële zetel van een bisschop
Bisschop
Geestelijke die aan het hoofd staat van een
bisdom
Paus
Hoofd van de katholieke kerk, ook de
bisschop van Rome
Aartsbisschop
De hoogste bisschop binnen een
aartsbisdom
Bisdom (diocese)
Gebied dat onder het gezag van een
bisschop staat
, Samenvatting middeleeuwen: leerdoelen
Benedictus van Nursia: Vader van het kloosterleven. Hij bedacht de regel van
benedictus: verzameling voorschriften voor monniken.
Gregorius de Grote: Bisschop van Rome na Petrus. Als paus onderscheidde hij
zich door zijn theologisch gezag en zijn missionaire inzicht. Zo gaf hij opdracht
om Engeland te kerstenen.
Ambrosius: Bisschop van Milaan.
Kerk: Gebouw ‘huis van God’. Het instituut en organisatie, dus de kleden die zijn
ingeschreven, een bijdrage leveren en participeren in diensten.
Sacramenten: Een gewijde Handeling binnen de christelijke kerken, die een
belangrijk moment in het leven van een gelovige markeert. De katholieke kerk
kent er zeven.
Relikwie: Een overblijfsel van het lichaam van een heilige, of een voorwerp dat
met een heilige in aanraking is geweest.
Arianisme: Stroming binnen het christendom die de drie-eenheid niet
accepteert.
Begrippen behorend bij het begrip beeldvormen
Beeld (van het verleden): De weergave van gebeurtenissen en standen van
zaken uit het verleden die het resultaat is van een historisch onderzoek.
Interpretatie: Een uitleg of verklaring van iets.
Standplaatsgebondenheid: Men is gebonden aan een bepaalde positie en
perspectief voor zover het niet mogelijk is zich van daaruit naar een andere
positie te verplaatsen
Inleving: Er moet zo veel mogelijk worden geprobeerd zaken ‘vanuit de tijd zelf’
te bezien.
Norm: Een gedragsregel die uit een waarde voortvloeit.
Waarde: Iets dat iemand van groot belang vindt, waarvoor hij zeer veel over
heeft, in het uiterste geval zijn leven.
Objectiviteit: (Het oordeel van) degene die iets schrijft of beweert er niet in
betrekken maar zich uitsluitend richten op het object.
Keizerskroning Karel de Grote
In de vroege middeleeuwen wordt de kerk steeds machtiger. Het romeinse rijk
was gevallen en de kerk zorgt voor stabiliteit: ze kreeg veel aanhang.
De kerk had op lokaal niveau veel invloed door middel van bisdommen en
breidde haar macht uit door samen te werken met koningen.
Voor de kerk was de samenwerking aantrekkelijk, want:
1. Als een koning een geloof aan hangt, hangt het volk deze ook aan
(bekeringspolitiek);
2. Missionarissen worden beschermd;
3. Kerk krijgt veel materiele steun van de koning.
Voor de koningen was het christendom aantrekkelijk, want:
1. Het bood stabiliteit in een periode van onstabiliteit;
2. Er ontstond een eenheid binnen het rijk;
3. De machtspositie van de koning versterkt doordat de kerk achter hem
staat
Veel volkeren hingen een eigen geloof aan (heidenen = niet/anders gelovig). Om
deze heidenen te bekeren vond er syncretisme plaats: verschillende geloven
smelten samen. Heidenen bevolkingsgroep willen bekeren maar de koning van
die groep zegt die is dusdanig anders dit gaan we niet doen, dan wordt er
gekeken naar wat er uit het Heidenen geloof goed past bij het christendom. Dan
zeiden ze dat stukje geloof kan je gewoon gehouden bij het christendom (kerst).
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper maxinemadeliefvdb. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €10,43. Je zit daarna nergens aan vast.