Zorg voor de omgeving
Hoofdstuk 3
❖ Ontwikkelingsaspecten zijn de gebieden waarop het kind zich ontwikkelt: lichamelijk,
verstandelijk, emotioneel, sociaal of seksueel.
❖ Ontwikkelingsmateriaal is materiaal waarvan een zekere sturing uitgaat en dat
speciaal ontworpen is om de ontwikkeling te stimuleren.
❖ In horizontale groepen zitten alleen of baby´s of dreumesen of kleuters of peuters.
❖ In verticale groepen zitten kinderen van 0 tot 4 jaar.
❖ Een kenmerk van spel is dat het geen verplichting is. Spel is vermaak en
ontspanning.
❖ Ontwikkeling is een duurzame en langzame geestelijke en lichamelijke verandering
bij mensen.
❖ Leren is het zich eigen maken van nieuwe kennis of vaardigheden, zodanig dat
iemand deze kennis of vaardigheden zelfstandig kan toepassen in nieuwe situaties.
❖ Brede Ontwikkelingsgebieden:
- Cognitief: het kind slaat kennis op, leert problemen op te lossen, neemt
waar, herinnert, denkt, interpreteert en neemt dingen aan.
- Taal en sociaal: het kind leert met anderen om te gaan, hen te accepteren
en zich sociaal te gedragen.
- Emotioneel: Het kind leert omgaan met gevoelens (boosheid, verdriet,
vreugde, trots) en leert te delen met anderen.
- Motoriek: spele daagt kinderen uit om te bewegen. Als kinderen met elkaar
samen spelen en bv een bal, oefenen ze om hun kracht en energie in te
zetten om een doel te bereiken. Daardoor worden ze steeds behendiger. Om
te spelen hebben kinderen andere kinderen nodig en spelmateriaal.
❖ Motivatie wil zeggen dat er een beweegreden is, een drijfveer of een prikkel is die
mensen ertoe beweegt iets te doen of na te streven.
❖ conformeren wil zeggen dat je er bewust van zijn hoe anderen zich gedragen, en hun
eigen gedrag daar in meer of mindere mate op aanpassen. Aanpassen aan en
gedragen naar de geldende (groeps) normen.
❖ VVE voor- en vroegschoolse educatie = programma's die gericht zijn op
taalstimulering en achterstandsbestrijding,
❖ leren en ontwikkelen liggen in het verlengde van elkaar. Door te leren ontwikkel je
jezelf.
, GPM profiel boek
Hoofdstuk 1
● Harmonisatie kinderopvang-peuterspeelzaalwerk = de gelijkschakeling in regels
voor kinderdagverblijven en peuterspeelzalen.
● IKC is integraal kindcentrum, dat zijn onderwijs, kinderdagverblijf, buitenschoolse
opvang, peuterspeelzaal en welzijnsactiviteiten. Er wordt gewerkt volgens één
pedagogische visie op ontwikkeling en educatie.
● combifunctionaris betekent dat je moet kunnen functioneren in twee werkvelden:
kinderopvang en onderwijs.
● Kinderdagverblijf is een opvang voor kinderen vanaf 6 weken tot 4 jaar oud. De
kinderen kunnen hier de hele dag blijven in horizontale of verticale groepen.
● Gastouderopvang is bedoeld voor kinderen van 0 tot 12 jaar bij iemand thuis of bij
de ouders thuis. Een gastouder moet aangesloten zijn bij een gastouderbureau, deze
bemiddeld de vraag naar opvang en het aanbod.
● Buitenschoolse opvang is een opvang voor kinderen die aansluit op de
schooltijden. Kinderen kunnen hier voor en na schooltijd terecht.
● Tussenschoolse opvang is voor kinderen die tussen de middag op school blijven.
● Brede school is een opvang en onderwijs voor kinderen van 0 tot 12 jaar. Het
middelpunt is de basisschool, omringd door andere organisaties, zoals kinderopvang
en voorzieningen voor sport en cultuur.
● Peuterspeelzaal is een opvang voor kinderen tussen 2 en 4 jaar. Zij kunnen hier één
of meerdere keren per week een paar uur komen spelen.
● Peutergroep is een uitsluitende opvang voor kinderen van 2 tot 4 jaar. De meeste
kinderen komen hier meerdere keren per week.
● Opvoedingsondersteuning is het helpen van ouders bij de opvoeding van hun
kinderen, waarbij de bekwaamheid en het zelfvertrouwen van ouders wordt versterkt.
● Centrum voor jeugd en gezin (CJG) is het eerste aanspreekpunt voor
opvoedingsondersteuning.
● Jeugdgezondheidszorg (JGZ) is zorg die vanuit gezondheidscentra gratis wordt
aangeboden aan alle kinderen en jongeren tot 19 jaar.
● Het reguliere kindcentrum met geïntegreerde opvang biedt de mogelijkheid tot
opvang van zorgkinderen.
● Een ontwikkelingsfase ook wel ´levensfase´ is een periode in het leven van de
mens die afgebakend kan worden. Bij elke periode horen specifieke kenmerkende
gedragingen.
● In elke ontwikkelingsfase ontwikkelt (verandert) de mens zich op lichamelijk,
verstandelijk (cognitief) en sociaal gebied.
● Indeling ontwikkelingsfasen:
- baby 0-1,5 jaar
- peuter 1,5 - 4 jaar
- kleuter 4-6 jaar
- schoolkind 6-12 jaar
- jongere 12-25 jaar
, - volwassene 25-67 jaar
- oudere vanaf 67 jaar
● ontwikkelingstaak is de stap die een kind jongere of volwassene moet nemen om
verder te komen. Elke ontwikkelingsfase kent zijn eigen ontwikkeling taken.Deze
taken kunnen vanuit het individu komen,
bv: lichamelijke ontwikkelingen: lichamelijke groei, hormonen, hersenontwikkeling.
Sommige van deze ontwikkelingstaken worden veroorzaakt door de omgeving,
mensen stellen bepaalde eisen voor een bepaalde leeftijd.
Baby Peuter-kleuter Schoolkind
-gehechtheid -ouders en familie -vergroten zelfstandigheid
-uitvoering van lichamelijke - omgang met leeftijdsgenoten t.o.v. ouders/opvoeders
functies -taal -herkennen en bijsturen
-ouders en familie -taakgerichtheid van emoties
-spelen -zelfverzorging - deelname aan
-verkenning van de -zelfstandigheid basisonderwijs
omgeving -sekse-rol -nemen van deel
verantwoordelijkheden
thuis
-relaties met
leeftijdsgenoten
-gebruik van basale
infrastructuren
-zich verplaatsen in
anderen
-veiligheid en gezondheid
Jongeren Volwassenen
-positie ten opzichte van ouders -partnerrelatie en seksualiteit
-onderwijs of werk -autonomie
-vrije tijd -opvoeding
-eigen woonsituatie; autoriteit en -loopbaan
instanties -(schoon)ouders
-gezondheid en uiterlijk -vriendschappen/sociale contacten
-sociale media en internet -woonruimte/huishouden
-intimiteit en seksualiteit
-cultuurverschillen
-positie ten opzichte van gezin en
herkomst van eventuele partner
-zelfredzaamheid
● Om te kunnen voldoen aan een ontwikkelingstaak heb je bepaalde vaardigheden
nodig. VB: Aart heeft een stoornis in het autistisch spectrum. Hij mist daardoor het
sociale inzicht dat hij nodig heeft voor de ontwikkelingstaak ´omgang met
leeftijdsgenoten´.
, ● Kinderen werken vanaf jong aan hun ontwikkelingstaken. Ze maken vaardigheden
eigen die ze nodig hebben om deze taken uit te kunnen voeren. Het aanleren van
deze vaardigheden kunnen ze niet alleen. Ze hebben er een omgeving voor nodig
waarin ze kunnen oefenen, leren en ontdekken. Ook hebben ze ondersteuning van
volwassenen nodig.
●
Doelgroep Ontwikkeltaak Vaardigheid Ondersteuning
Baby Spelen Doelgericht spelen met Leg de baby in een box
voorwerpen. met een paar
voorwerpen in de buurt.
Peuter Omgang met Samen spelen Begeleid bij
leeftijdsgenoten groepsspelletjes.
Kleuter Zelfstandigheid Dingen zelf doen. Laat de kleuter helpen
met opruimen.
Schoolkind Veiligheid en Omgaan met fysieke Help bij het
gezondheid gevaren verkeersdiploma
Jongere Vrije tijd ondernemen van Zorg voor een
activiteiten uitdagend
programma-aanbod bij
de tieneropvang.
Volwassenen Loopbaan Keuze voor beroep Assisteer bij
voorlichtingsdagen.
● Je kan een kind geen vaardigheden bij brengen waar ze niet aan toe zijn. Russische
onderwijspsycholoog Lev Vygotsky onderscheidt dit verband in twee zones:
- Zone van actuele ontwikkeling: laat zien wat een kind of jongere presteert
zonder hulp. Bevat dus vaardigheden bij ontwikkeltaken die het kind beheerst.
- Zone van naaste ontwikkeling: laat zien wat een kind of jongere presteert
als je hem helpt in zijn ontwikkeling. Dus ze beheersen de vaardigheden nog
niet maar ze zijn er wel aan toe. Ze doen hun best om het te weten en te
kunnen, maar hebben daar nog wel hulp bij nodig.
● Goed observeren in belangrijk om te weten te komen hoe ver kinderen in hun
ontwikkeling zijn en hoe jij hen verder kunt helpen.
● Als PW is het jouw taak om kinderen te ondersteunen bij het verwerven van
vaardigheden. Je doet dit door kinderen en jongeren kansen en mogelijkheden te
bieden om zich vaardigheden eigen te maken die nodig zijn voor het uitvoeren van
de ontwikkeltaak. Je moet beschikken over opvoedingsvaardigheden die passen bij
de ontwikkeltaken van jouw doelgroep. Je doet dat ook op een manier die past bij
hun leeftijd.
● Sensitieve responsiviteit is dat je :
1. signalen opmerkt die het kind geeft; je signaleert
2. probeert te begrijpen wat het kind met deze signalen bedoelt; je interpreteer;