SMZ deeltoets 2: cyclus 3.18-3.20 Oral pathology, clinical pathologic correlations, Regezi JA, Sciubba J, 6e druk; Saunders / Elsevier - H 8:
Salivary gland diseases
Indeling op soort laesie:
Reactieve laesies: Mucus extravasatie fenomeen, Mucus retentiecyste, Maxillary retentiecyste, Necrotiserende Sialometaplasie en
Adenomatoid hyperplasie.
Infectieuze Sialadenitis: Mumps, Cytomegaloviral Sialedentitis, Bacterial Sialedentitis, Sarcoidosis, Metabolische condities, Sjogren,
Salivary Lymphoeepithelial laesies, Scleroderme, Xerostomie, Smaakstoornissen en halithosis.
Benigne Neoplasma: Gemixte tumor (pleomorf adenoom), Basaalcelcarcinoom, Canaliculaire adenoma, Myoepithelioma, Oncocytic
tumoren, Sebaceous adenoma en Ductal papilloma.
Maligne neoplasma: Mucoepidermoid carcinoom, polymorf low-grade adenocarcinoom, Adenoid custische carcinoom, Clearcell
carcinoom, Acinic cell carcinoom en de adenocarcinoma “not other specified”
Zeldzame tumoren: Metasterede mixed carcinoom, Epimyoepitheliaal carcinoom, Speekselduct carcinoom, Basaalcel
adenocarcinoom, Squamouscel carcinoom.
Reactive Lesions
o Een mucocèle is A) mucus retentie cyste of B) het mucus extravasatie cyste die zich meestal uit op de onderlip.
o Beide varianten hebben een ander histologisch en pathologisch beeld.
o Een ranula is mucocèle die zich meestal uit op de mondbodem.
o Geassocieerd met de sublinguale en submandibulaire klier, is het een grote, fluctuerende en unilaterale massa van zacht
weefsel.
o Wanneer het een significant grote zwelling is tongdeviatie.
o Mogelijke uitingen kunnen ook zijn dat de ranula de midline overschrijdt.
Mucus Extravasatie Fenomeen
o Meestal van de kleine speekselklieren
o Het wordt veroorzaakt door een trauma aan een excretie kanaal van een speekselklier.
Hierdoor ontsnapt mucus (extravasatie) en hoopt het zich op onder de bindweefsels.
Vervolgens ontstaat er een ontstekingsreactie inclusief neutrofielen en macrofagen.
Daarna wordt er granulatieweefsel om de mucus gevormd en de speekselklier
ondergaat inflammatoire veranderingen.
Als laatste verlittekend de granulatiewand.
o Klinisch:
Het komt meestal voor op de onderlip, maar kan ook voorkomen op de: buccale
mucosa, tong, mondbodem en retromolaarpad. Andere plekken
zijn bijna nooit aangedaan omdat daar geen trauma plaatsvindt.
Het is een pijnloos, glad, gezwel met mogelijk een blush-achtige
doorschemering.
De maximale grootte is binnen enkele dagen na het trauma
bereikt (±2cm).
Een oppervlakkige mucocele (superficial) is een variant van het
extravasatie type.
Echter deze ontstaat niet door uitwendig trauma, maar
door te hoge druk vanuit de klier, waardoor deze
openbarst.
Ze komen meestal op het retromolaarpad of het
palatum voor.
o Histopathologie
Extravasatie van mucine in bindweefsels, eromheen: een ontstekingsreactie, neutrofielen, macrofagen en
granulatieweefsel.
De klier: ductus dilatatie, chronische inflammatie, acinaire degeneratie en interstitiële fibrose.
o DD
Neoplasma, vasculaire malformatie, veneuze varix, neurofibroma, lipoma.
o Behandeling en prognose
Chirurgische excisie van de mucocèle en de kliertjes met het trauma (terugval voorkomen).
Geen behandeling voor oppervlakkige mucocèles, deze
ruptureren spontaan.
Mucus retentie cyste (obstructieve sialadenitis)
o Mucus retentie cystewordt meestal (80%) veroorzaakt door een
obstructie, meestal een sialotith (speekselsteen).
Een sialotith kan overal in het ductsysteem gevonden worden.
Het bestaat uit calciumzouten ( calciumcarbonaat en
calciumfosfaat) om een kern van cellulaire debris, mucine en/of
bacteriën heen.
o Houd bij de DD van een obstructie rekening met verlittekening of
tumoren!
o Klinisch: