Het effect van tijdelijke onthouding versus tijdelijke vermindering op het gewoontegebruik van de
smartphone
Naam: Allison Hoogeveen <studentnaam invullen>
Studentnummer: 852603246<studentnummer invullen>
Cursus: Onderzoekspracticum Experimenteel Onderzoek (PB0422)
Examinatoren: Dr. Ron Pat-El en Dr. Natascha de Hoog
Inleverdatum: 12-11-2024
, Samenvatting
Smartphonegebruik is steeds meer onderdeel van ons leven en ondanks de voordelen die
smartphones met zich meebrengen, is er een groeiende groep die hun eigen smartphonegebruik als
storend, ongezond, overmatig en/of problematisch ervaart (Radtke et al., 2022). Er is reeds onderzoek
gedaan naar interventies die bedoeld zijn om smartphonegebruik te verminderen, maar de vraag blijft
welke vorm van zulke interventies het meest effectief is. Dit onderzoek is erop gericht om inzicht te
krijgen in de effectiviteit van een ‘sweet-spot’ interventie voor vermindering van smartphonegebruik
vergeleken met interventies voor het onthouden van smartphonegebruik. Hierbij onderzocht men of
het gebruik van alternatieve digitale apparatuur een effect heeft op het smartphonegebruik en welk
effect dit precies is.
Er werd een 3x2 pretest-posttest control experiment uitgevoerd met 900 deelnemers, waarbij
er voor dit onderzoek een steekproef van 540 deelnemers is genomen. Deelnemers waren
volwassenen van 18 jaar en ouder en er werd bij alle deelnemers hun smartphonegebruik gemeten
met een SDU Device Tracker. Er werd een analyse uitgevoerd van de resultaten waarbij er werd
gecorrigeerd voor het effect van de karaktereigenschap zelfcontrole. Uit de analyse bleek dat de
verminderingsinterventie effectiever is dan de onthoudingsinterventie voor smartphonegebruik en dat
dit effect groter is wanneer men zich onthoudt van het gebruik van alternatieve digitale apparatuur.
, Het effect van tijdelijke onthouding versus tijdelijke vermindering op het gewoontegebruik van de
smartphone
Smartphones zijn tegenwoordig voor veel mensen een essentieel onderdeel van het dagelijks
leven. In 2019 gebruikte 82,5% van de Nederlanders van 12 jaar en ouder een smartphone om te
internetten en in 2022 verstuurde meer dan 88% van diezelfde bevolkingsgroep berichten via
Whatsapp (CBS, 2019, 2022). De toegang tot mobiel internet heeft geleid tot de ontwikkeling van
verschillende applicaties en functies voor mobiele telefoons. Naast bellen, kun je met smartphones
foto’s en video’s maken, e-mails verzenden, bankzaken regelen en het nieuws bekijken. Mensen
hebben via hun smartphone toegang tot sociale media en kunnen er spellen op spelen. Ondanks de
positieve aspecten van smartphones is er een groeiende groep gebruikers die hun eigen gebruik als
storend, ongezond, overmatig en/of problematisch ervaart (Radtke et al., 2022). Om een gezonde
balans te vinden tussen smartphonegebruik en het offline leven, zoeken sommige gebruikers naar
strategieën en hulpmiddelen om hun smartphonegebruik te minderen. Deze strategieën variëren van
het gebruik van mobiele applicaties die helpen bij het controleren van gebruik en zelfhulpboeken tot
de jaarlijkse ‘National Day of Unplugging’ en zelfs digitale detoxreizen (Radtke et al., 2022; Syvertsen,
2017).
De vraag naar initiatieven om smartphonegebruik te minderen, suggereert dat het gedrag
moeilijk te veranderen is. Dit is in lijn met de bevinding dat overmatig gebruik zichzelf lijkt te versterken
(Montag et al., 2015). Een ander, gerelateerd perspectief op overmatig smartphonegebruik stelt dat
het een vorm van gewoontegedrag is dat vrijwel automatisch en onbewust wordt uitgevoerd (Shaw et
al., 2018). Dit wordt verder ondersteund door de observatie dat bepaalde gedragingen, zoals
automatisch naar de telefoon grijpen of meldingen controleren, deels onbewust van aard lijken te zijn
(Billieux et al., 2008; Brailovskaia et al., 2023). Als smartphonegebruik inderdaad voornamelijk
gewoontegedrag is, dan ondersteunt de wetenschappelijke literatuur indirect de stelling dat het niet
gemakkelijk te veranderen is. Het is algemeen aanvaard dat onbewuste gedragspatronen die
voortkomen uit gewoonte niet eenvoudig te doorbreken zijn (Montag et al., 2015).
Op basis van dit uitgangspunt is er onderzoek gedaan naar interventies om smartphonegebruik
aanhoudend te verminderen. Veel van deze interventies zijn gedragsgericht en behelzen een tijdelijke
onderbreking van het smartphonegebruik (Radtke et al., 2022). Hoewel gedragsgerichte interventies
over het algemeen potentie hebben om smartphonegebruik te veranderen, is het de vraag welke
interventievorm het meest effectief is (Elhai et al., 2016; Kent et al., 2021; Radtke et al., 2022). Met
name is het van belang om te onderzoeken of volledige onthouding van smartphonegebruik ook na
afloop van de interventie tot blijvende gedragsverandering leidt bij gebruikers (zie Radtke et al., 2022,
voor een aantal voorbeelden). De meeste gebruikers willen namelijk niet helemaal stoppen met hun