Shakespeare’s Macbeth
De kostuums van de acteurs waren belangrijk. Het decor was niet mooi, maar de kostuums wel. De
kostuums verborgen ook het gender van jongens acteurs die een vrouw speelden.
Vergelijking met Griekse tradities
Shakespeare pakte het anders aan dan volgens de Griekse tradities. Volgens deze tradities schreef je
óf een komedie óf een tragedie. Maar Shakespeare mixte de tragedie en komedie.
Ook is eenheid van tijd, plaats en handeling een Griekse tragedie waar Shakespeare vanaf wijkt.
Elements and humors
Men geloofde dat de vier elementen (aarde, lucht, water en vuur) het hele universum samenstelden.
De elementen zaten in het menselijk lichaam in de vorm van humors (blood, black bile, yellow bile
and phlegm). De elementen werden ook geassocieerd met persoonlijkheden:
Sanguine personality: een meerderheid van bloed (lucht) maakt het persoon makes person
vrolijk, liefhebbend en moedig.
Melancholic personality: een meerderheid van zwarte gal (aarde) maakt her persoon somber
en bedroefd.
Choleric personality: een meerderheid van gele gal (vuur) maakt het persoon trots en snel
boos wordend.
Phlegmatic personality : een meerderheid van slijm (water) maakt een persoon een lafaard.
Wanneer de vier humors in balans zijn heb je als het ware een perfecte persoonlijkheid.
Thema’s
Virtue versus evil
De meerderheid van de personages zijn goedhartig (virtuous), maar de Macbeths zijn uitzonderingen.
Macbeth is op een begin een erg goedhartig persoon die loyaal is aan king Duncan en een goede
vechter voor het land is, maar na het horen van de profeet keert hij naar de slechte zijde. Eerst zie je
soms nog wel zijn goede kant: hij geeft bijvoorbeeld toe dat de moord op Duncan iets heel slechts is
en dat hij het niet verdiend, achteraf voelt hij zich dus ook schuldig. Maar uiteindelijk verdwijnt deze
kant volledig en doodt hij steeds meer onschuldigen, waar hij zich niet schuldig over voelt
schuldgevoel.
Macbeth gaat in het stuk van virtuous naar evil, maar Lady Macbeth gaat juist van evil naar virtuous.
Ze overtuigt Macbeth Duncan te vermoorden en zou ze zelf haar eigen kinderen vermoorden als ze
gezegd had dit te doen. Echter, in het einde zie je steeds meer haar sympathiekere kant en wordt ze
minder kwaadaardig. Uiteindelijk is zij degene die niet met de dood kan leven en daarom een einde
aan haar leven maakt. Lady Macbeth kan niet volledig evil zijn (hun daden achtervolgen haar), maar
Macbeth kan dit uiteindelijk wel.
Reason versus passion
Macbeth gebruikt zijn verstand bij de moord op Duncan; hij vindt een regicide plegen echt heel slecht
en hij denkt na over de gevolgen onder ogen moeten komen.
Lady Macbeth daarentegen gaat gepassioneerd te werk en ze doet wat haar gevoel zegt, ook
overtuigt ze met emotionele argumenten haar man om Duncan te doden.
,Maar: Macbeth is emotioneel na de moord op Duncan en Lady Macbeth gebruikt haar verstand en
keert terug naar het lijk om de dolk en bloed op de servants te leggen.
Gender roles
in dit stuk is vooral aan het begin, Lady Macbeth erg mannelijke rol. Ze domineert over Macbeth, en
heeft een actieve rol in hun huwelijk maar ook in het plot van het toneelstuk. Ook vraagt ze
mannelijke eigenschappen om Duncan te kunnen doden “unsex me”. Er is daar sprake van sexual
inversion: het idee dat traditionele genderrollen worden omgekeerd of verstoord
Shakespeare gebruikt om de door mannen gedomineerde cultuur te bekritiseren
Het feit dat Queen Elizabeth op de troon zat was ook ‘out of order’: normaal zitten mannen op de
troon.
De three weird sisters hebben baarden en gaan zo in tegen de vrouwelijke standaarden. Bovendien
werden hun duistere en bovennatuurlijke praktijken als onvrouwelijk gezien.
Nature out of order
De onnatuurlijke dood van Duncan zorgt ervoor dat de natuur zelf zich ook onnatuurlijk gedraagt.
Duncan zat namelijk op een natuurlijke wijze op de troon, en het is zeer onnatuurlijk dat hij vermoord
wordt. Dit is een bevestiging van de goddelijke rechtstheorie van het koningschap -> als je er tegen in
gaat, ontstaat er wanorde.
Timeless tragedy
Deze tragedy is tijdloos, want er zijn altijd mensen die misbruik maken van macht. Er zijn in het heden
nog steeds Macbeth’s. dit stuk laat de wanorde zien, die hiermee veroorzaakt wordt.
Poetic terms
Rhyme: Overeenkomst tussen woorden of het eind van woorden, vaak aan het einde van de regels.
Sommige teksten bestaan uit een rijmschema.
Alliteration: Achtereenvolgende woorden beginnen met dezelfde letter of hebben vooral aan begin
van het woord dezelfde klank.
Antithese: Betekent letterlijk tegengestelde. In een zin woorden tegengestelde begrippen verbonden
met elkaar. Door het contrast wordt een bepaalde eigenschap extra versterkt.
Assonance: Overeenkomst van klank tussen dicht bij elkaar liggende woorden. Óf de klinkers klinken
hetzelfde en de medeklinkers niet; óf de medeklinkers klinken hetzelfde en de klinkers niet.
Blank verse: Verzen zonder rijm, vooral waarin een jambisch pentameter wordt gebruikt.
Iambisch pentameter: Een regel in een vers die in verschillende soorten poëzie wordt gebruikt:
onbeklemtoond – beklemtoond, dit 5 keer.
Hyperbole: Overdreven uitspraken die niet letterlijk genomen moeten worden.
Metaphor: Een vergelijking tussen twee er verschillende dingen zonder het gebruik van ‘like’ of ‘as’.
Personification: Een menselijke eigenschap geven aan een niet-menselijk voorwerp of andersom.
Simile: Een vergelijking tussen twee erg verschillende dingen door middel van woorden als ‘like’, ‘as’
of ‘as though’.
Irony: Het tegenovergestelde zeggen wat je bedoelt, het heeft een humoristisch effect.
, Dramatic irony: Het publiek weet dat er sprake is van irony, maar de acteurs zelf niet.
Act 1, scene 1
Deze korte scene laat gelijk het bovennatuurlijke van het toneelstuk zien. Tijdens deze disorderly
scene, bespreken de heksen hun plan om Macbeth te meeten.
Er is donder en bliksem, dus het publiek weet gelijk dat er iets naars gaat gebeuren. En inderdaad:
zodra de heksen opkomen, weet je dat er iets naars gaat gebeuren. In die tijd geloofde men dat
hechten bestonden en nare dingen deden. De aanwezigheid van heksen betekende dat goede
mensen verwoest zouden worden.
De heksen spelen met worden. “Fair is foul, and foul is fair”, fair weather and good deeds are foul,
and only foul things are beautiful to the witches. Wat slecht is voor anderen, is goed voor de heksen.
Thema wanorde komt tot uiting door: aanwezigheid heksen, storm en sombere landschap
Act 1, scene 2
Er is een sterk contrast tussen de setting van de vorige scène en deze scène: order vs. disorder.
Scène 1: Verlaten heide met slecht weer, dit representeert disorder.
Scène 2: Het militaire kamp van King Duncan, dit representeer order.
Het kamp staat dichtbij Forres, dit was de hoofdstad van Schotland. Op deze plek probeerden heksen
vroeger de koning een schipbreuk te laten lijden, om hem te vermoorden. Vroeger geloofde men dat
heksen stormen gebruikten om schipbreuken te veroorzaken. Shakespeare creëert dus hier een link
tussen het onweer en de heksen.
De Noorweegse troepen kwamen met de storm en zo wordt benadrukt dat dit de slechte troepen
zijn. Macbeth staat aan de goede kant, en de Noorweegse koning en heksen aan de slechte kant:
virtuous vs. evil.
De Thane of Cawdor , Macdonawld, was een verrader en is tijdens de oorlog aan de kant van de
Noren gaan staan. Aan het einde van de scène zegt Duncan dat deze Thane geëxecuteerd gaat
worden en Macbeth deze titel gaat overnemen.
Dramatic irony: Macbeth weet nog niet dat hij deze nieuwe titel gaat krijgen, het publiek weet dit
wel.
De introductie van Macbeth: Een gewonde seargent die gevochten heeft zodat Malcolm niet
gevangen is genomen, vertelt dat Macbeth sterk, dapper en trouw aan de koning is en dat hij heel
goed gevochten heeft tegen Noorwegen. Macbeth is degene die de orde binnen Schotland heeft
hersteld tijdens de oorlog. Ook wordt door de reactie van Duncan hierop gelijk duidelijk dat Macbeth
de neef is van Duncan. Door iemand anders hem te laten introduceren, komt hij als een nog beter
persoon uit.
Ross gebruikt mythische verwijzingen, noemt Macbeth de bruidegom van Bellona (de Romeinse
oorlogsgodin), om Macbeths moed en loyaliteit te beschrijven.
Act 1, scene 3
Het wordt nog duidelijker voor het publiek dat de heksen slecht zijn, omdat ze vertellen wat ze recent
gedaan hebben. Ze hebben bijvoorbeeld een storm afgestuurd op de varende man van een vrouw die
haar nootjes niet wilde delen met een van de drie weird sisters.