Samenvatting Blok 2
Integrale geboortezorg
Integrale geboortezorg ➔ gehele traject van zorg vanaf de preconceptie fase tot en met de eerste zes
weken na de geboorte, inclusief de samenwerking met en/of overdracht naar de kraamzorg, de
jeugdgezondheidszorg (JGZ), huisarts en/of op indicatie de overdracht of verwijzing naar andere
zorgverleners, zoals bijvoorbeeld de kinderarts.
Vanaf de preconceptie fase tot het jonge ouderschap kan de (aanstaande) moeder rekenen op:
• respect en ruimte voor eigen regie (gezamenlijke besluitvorming, keuzevrijheid en informed
consent);
• optimale, empathische begeleiding en zorg passend bij een individuele situatie;
• door daarin (toetsbaar) bekwame begeleiders/zorgverleners;
• waarbij de kernwaarden zijn: vraaggericht, toegankelijk, tijdig beschikbaar, veilig, effectief en
doelmatig.
Doel integrale geboortezorg ➔ verbeteren van de zorg door een integrale, multidisciplinaire aanpak,
waarbij door een constante evaluatie van de uitkomsten én cliëntervaringen de zorg kwalitatief beter,
effectiever en doelmatiger kan worden.
VSV ➔ verloskundige samenwerkingsverbanden (71 in NL), operationele zorginhoudelijke
samenwerking tussen beroepsbeoefenaren. bestaan uit verloskundigen, gynaecologen en
verloskundig actieve huisartsen die zich gezamenlijk buigen over de kwaliteit en inhoud van de
zorgverlening.
DVP ➔ Districts Verloskundige Platforms, richten zich op de organisatie van de zorg op strategisch en
beleidsmatig niveau. Zij moeten bijdragen aan het vinden van duurzame oplossingen voor problemen
en aan de ontwikkelingen op het gebied van de verloskundige zorg in brede zin. Voor beleidsmatige
afstemming binnen DVP’s is een bredere vertegenwoordiging nodig, die minstens bestaat uit
cliënten, verloskundigen, gynaecologen, verloskundig actieve huisartsen, kinderartsen,
kraamverzorgenden en zorgverzekeraars
LVR ➔ Landelijke verloskundige registratie.
Gegevens van zwangerschappen met een duur van 16 weken of meer worden na de bevalling
(meestal gedurende de 1e of 2e dag) door de gynaecoloog of de verloskundige op een (elektronisch)
formulier vastgelegd. Er worden een aantal maternale factoren (onder andere leeftijd, pariteit,
etniciteit), een aantal kenmerken van zwangerschap en bevalling (onder andere zwangerschapsduur,
duur van de uitdrijving, soort bevalling) en een aantal kenmerken van het kind (onder andere
Apgar-score en geboortegewicht) geregistreerd.
VIL ➔ De Verloskundige Indicatielijst (VIL) is de landelijke basis voor samenwerkingsafspraken in de
verloskundige keten.
De VIL komt uit 2003 dus is verouderd! Er zijn verschillende pogingen gedaan om de VIL te herzien,
maar zorgverzekeraars en zorgverleners komen er samen niet uit.
Sociale kaart ➔ in een Sociale Kaart vinden burgers en hulpverleners informatie over organisaties en
hun aanbod van diensten, producten en activiteiten in het sociale domein.
,Wetgeving
BIG ➔ beroepen in individuele gezondheidszorg, verbod op het uitoefenen van geneeskundige
handelingen vervangen door een wet die patiënten keuzevrijheid geeft en tegelijkertijd beschermt
tegen onbekwame zorgverleners.
Doel BIG:
- De kwaliteit van de beroepsuitoefening te bevorderen en te bewaken.
- De cliënt te beschermen tegen ondeskundig en onzorgvuldig handelen van beroepsbeoefenaren.
WGBO ➔ wet geneeskundige behandelingsovereenkomst rechten en plichten van de zorgverlener en
cliënte geregeld. De zorgverlener is verplicht de juiste zorg op een respectvolle wijze aan te bieden.
De cliënte heeft als plicht de zorgverlener de juiste informatie te geven en mee te werken. De wet is
vooral gericht op versterking van de positie van de cliënt.
Belangrijkste onderwerpen in de WGBO:
- Informatieplicht ➔ de verloskundige geeft haar cliënte alle informatie die nodig is om op een
verantwoorde manier beslissingen te kunnen nemen over haar gezondheid en haar
behandeling
- Toestemmingsvereiste ➔ voor iedere verloskundige behandeling is vooraf toestemming van
de cliënte nodig
- Dossierplicht ➔ de verloskundige is verplicht een medisch dossier van iedere cliënte bij te
houden
- Bewaarplicht ➔ deze dossiers moeten vijftien jaar worden bewaard, of langer
- Privacybescherming ➔ aan derden mag alleen informatie worden verstrekt na uitdrukkelijke
toestemming van de cliënte.
Kwaliteitswet zorginstellingen ➔ elke zorginstelling moet een kwaliteitssysteem opzetten waarin een
normenset met eisen waarvan de zorginstelling zelf vindt dat ze er aan moet voldoen, centraal staat.
Speciaal voor eerstelijns verloskundigenpraktijken heeft de KNOV, in samenwerking met mensen uit
het veld, een kwaliteitssysteem ontwikkeld waarmee verloskundigen kunnen voldoen aan deze wet.
Instellingen moeten voldoen aan 4 kwaliteitseisen:
- Verantwoorde zorg ➔ dat is zorg van goed niveau, die in ieder geval doeltreffend, doelmatig
en patiëntgericht wordt verleend en die afgestemd is op de reële behoefte van de patiënt.
- Kwaliteitssysteem ➔ de systematische bewaking, beheersing en verbetering van de kwaliteit
van de zorg.
- Calamiteitenmelding ➔ het melden van niet-beoogde of onverwachte gebeurtenissen, die
betrekking hebben op de kwaliteit van de zorg en die tot de dood van of een ernstig
schadelijk gevolg voor een patiënt of cliënt van de instelling heeft geleid, en sexueel misbruik
binnen de instelling.
- Een kwaliteitsjaarverslag ➔ jaarlijks wordt er vóór 1 juni een verslag opgesteld, waarin het
beleid wordt beschreven dat in het afgelopen kalenderjaar in het kader van de kwaliteit van
de zorg is gevoerd.
WBP ➔ wet bescherming persoonsgegevens, is opgesteld voor de bescherming (tegen derden) van
de (al of niet geautomatiseerde) persoonsgegevens van cliënten. Het gaat hierbij om de
persoonsgegevens én om de medische gegevens van een cliënte. Alle dossiers, ook de digitale
bestanden, dienen goed te worden opgeslagen en bewaard. Zij dienen beveiligd te zijn tegen inzage
door onbevoegden. Van cliënten mogen medische gegevens nooit zonder (schriftelijke) toestemming
aan derden beschikbaar worden gesteld.
,Astma en zwangerschap
Astma ➔ astma is een ontsteking van de kleine luchtwegbuisjes in de longen. De ontsteking is bij
astma blijvend. Dit betekent dat er altijd kleine ontstekingen zijn in de longen. Dit kan veel klachten
veroorzaken. patiënten hebben aanvallen van benauwdheid, piepen en hoesten. Dit wordt
veroorzaakt door prikkels van buitenaf (bijv pollen). De klachten komen in aanvallen. Meestal begint
astma al op jonge leeftijd.
Goed-gecontroleerde
astma heeft geen
negatieve gevolgen
voor een zwangerschap
en geeft neonatale
uitkomsten
vergelijkbaar met
vrouwen die geen
astma hebben
Bij patiënten met matig
tot ernstig astma is de
kans op een exacerbatie
(toename
ziektesymptomen)
tijdens de
zwangerschap
significant verhoogd. De
frequentie van ernstige
exacerbaties tijdens de
zwangerschap varieert tussen 20-36%. De kans daarop bij zwangeren met ernstig astma bedraagt
meer dan 50%.
Onder zwangeren met astma treedt bij ⅓ verslechtering op, bij ⅓
verbetering. En bij ⅓ deel blijft het astma stabiel gedurende de
gehele zwangerschap.
De mate van astmacontrole en de therapietrouw worden vaak
overschat.
Zwangere vrouwen met astma hebben een licht verhoogd risico op:
- Pre-eclampsie
- Vroeggeboorte
- Een kind met een laag geboortegewicht
- Een kind met een te geringe lichaamslengte.
- Niet-ernstig aangeboren afwijkingen
Exacerbaties, het gebruik van orale corticosteroïden en de ernst van
de astma spelen daarbij een rol.
Astma heeft vaak te maken met aanleg. Als moeder (of vader) astma
heeft of hier gevoelig voor is, is de kans groot dat de neonaat deze gevoeligheid ook heeft.
Borstvoeding zou de kans op het uiten van deze gevoeligheid verkleinen. Hierdoor is het raadzaam
om ouders met astma voor te lichten over het effect van borstvoeding.
, Baring A.a.v.
Pelvis
- Os sacrum ➔ heiligbeen
- Os coccygis ➔ staartbeen
- Os coxae ➔ heupbeenderen
* Os ischium ➔ zitbeen
* Os ilium ➔ darmbeen
* Os pubis ➔ schaambeen
- Symfyse ➔ verbindt ossa pubis
- Promontorium ➔ ¨bobbel¨ in ruggengraat bij bekkeningang
- Spina ischiadica ➔ uitstekende botdelen in bekkenopening
- Tuber ischiadicum ➔ ¨onderste ringen¨ van os ischium
- Bekkenas ➔ denkbeeldige lijn die door het midden van de bekkeningang, bekkenholte en
bekkenuitgang loopt.
Vlakken van Hodge ➔ maat voor indaling, denkbeeldige vlakken die evenwijdig lopen aan vlak van
bekkeningang.
- H1 ➔ diepste deel van caput bevindt zich nog boven de symfyse (niet ingedaald)
Van bovenrand symfyse tot promontorium
- H2 ➔ diepste deel van caput heeft onderrand symfyse bereikt ( ⅓ ingedaald)
Van onderrand symfyse tot ruggenwervel, evenwijdig aan H1
- H3 ➔ caput heeft interspinaallijn bereikt (½ ingedaald) ook wel zero (0) station genoemd
Interspinaal lijn door de spina ischiadica naar de ruggenwervel, evenwijdig aan H1 en H2
- H4 ➔ caput heeft bekkeningang bereikt (helemaal ingedaald)
Van sacrococcygeaal gewricht, evenwijdig aan H1, H2 en H3