Werkcolleges GIB
WERKCOLLEGE 1
Inkomstenbelasting is opgebouwd uit 3 verschillende boxen met drie verschillende
inkomens. In box 1 wordt inkomen uit werk en woning belast, dit staat in BW3. (art. 2.10),
progressief tarief. In box 2 wordt aanmerkelijk belang (als je minimaal 5% van de aandelen
hebt) belast, dit staat in H.4. (art. 2.12), een tarief. In box 3 wordt sparen en beleggen belast,
dit staat in H.5. (art. 2.13).
Als je een gift doet het je persoonsgebonden aftrek en dan krijg je korting op algemene
inkomenbelasting.
Vraag 1
Zou u de inkomstenbelasting karakteriseren als een persoonlijke (subjectieve) belasting of
als een onpersoonlijke (objectieve) belasting? Geef gemotiveerd uw mening.
Ik denk dat inkomstenbelasting een onpersoonlijke belasting is, aangezien voor iedereen
hetzelfde geldt.
Het is een subjectieve belasting. De achterliggende gedachte is heffing naar draagkracht, dus
het draagkrachtbeginsel. Zo heb je te maken met persoonsgebonden aftrek e.d. Het houdt
rekening met persoonlijke omstandigheden. Ook heb je te maken met progressief tarief.
Voorbeelden van objectieve belasting is accijns e.d.
Vraag 2
a. Wat wordt volgens de Commissie inkomstenbelasting en toeslagen bedoeld met fiscaal
instrumentalisme en geef hiervan enkele voorbeelden.
Belastingheffing wordt ook ingezet voor de uitvoering van overheidsbeleid. Dit wordt
instrumentalisme genoemd. Zo kennen wij:
Inkomensbeleid via belastingheffing: met name in de inkomstenbelasting via een progressie
in het tarief. Wie veel verdient betaalt relatief veel belasting. Zo wordt inkomen herverdeeld.
Milieubeleid via belastingheffing: bijvoorbeeld het stimuleren van elektrisch rijden door
verlaging van BPM en motorrijtuigenbelasting en een verlaagde bijtelling voor de
inkomstenbelasting.
Sturing van gedrag via belastingheffing: bijvoorbeeld accijns op sigaretten.
Het oorspronkelijke doel van het heffen van belasting is financiering.
Arbeidsparticipatie bevorderen. Door te spelen met de tarieven. Inkomensnivellering.
Mensen maatschappelijk en economisch beïnvloeden dmv belastingen
Het is enorm politiek afhankelijk
b. Wat zijn de voor- en nadelen hiervan en waarom zou het gebruik van fiscaal
instrumentalisme volgens de Commissie beperkt moeten worden?
,Een belangrijk kritiekpunt op fiscaal instrumentalisme is immers onzekerheid omtrent de
uitkomsten, de mate waarin dit getoetst kan worden
de diversiteit en reikwijdte van het fiscale stelsel aan als belangrijke voordelen
Ingewikkeld en onoverzichtelijk fiscaal stelsel
Het is moeilijk controleerbaar. Controle is lastig geworden. Er is weinig controle op de
uitvoerbaarheid van de regeling.
[zie artikel]
Vraag 3
De belastingdruk moet op een bepaalde wijze over de burgers worden verdeeld. Voor de
inkomstenbelasting geldt dat de verdeling van de belastingdruk is gebaseerd op het
draagkrachtbeginsel. Geef gemotiveerd aan in hoeverre de Wet IB 2001 in overeenstemming
is met het draagkrachtbeginsel.
Iedere belastingplichtige moet naar zijn vermogen bijdragen aan de financiering van de
collectieve voorzieningen die door de overheid tot stand worden gebracht. Wanneer men
een hoger inkomen heeft, zal men relatief meer belastingen betalen. Op deze manier wordt
de belastingdruk over alle individuen verdeeld.
Door de persoonsgebondenaftrek, kortingen ivm giften/ zorgkosten etc. Ook geldt er een
progressieftarief. In heffingskortingen zit ook een stukje draagkrachtbeginsel in. Hoe meer je
verdiend, hoe minder heffingskorting je hebt. Fiscaal partnerschap is ook een principe van
het draagkrachtbeginsel. Art. 5 AWR. Art. 2.17 staat ook hoe te verdelen.
De verliescompensatie houdt geen rekening met het draagkrachtbeginsel. Je kan geen
verlies verreken in box 3. Je kan ook niet de verliezen in de ene box verrekenen met een
andere box. Het fictieve rendement houdt ook geen rekening met het draagkrachtbeginsel.
Ook al heb je geen rendement op je sparen, dan alsnog wordt ervan uitgegaan dat je dat wel
hebt en moet je belasting betalen.
Vraag 4
Een zeer oud discussiepunt in de fiscale literatuur is de (on-)wenselijkheid van een
zogenoemde ‘vlaktaks’ in de inkomstenbelasting. Geef gemotiveerd uw mening of een
vlaktaks wenselijk is.
Ongewenst, omdat op deze manier de inkomensongelijkheid niet wordt tegengegaan, die
met een progressief stelsel wel tegen wordt gegaan
Bredere heffingsgrondslag, er wordt meer op een hoop gegooig. Draagt niet bij aan het
draagkrachtbeginsel, want er wordt geen rekening gehouden met persoonlijke
omstandigheden. Ook verdwijnen heel veel aftrek posten.
Van de hypotheekrente profiteren de rijke het meest, omdat zij in de hoogste tariefgroep
zitten. Het wordt afgebouwd.
Het is een stuk minder complex, het is eenvoudig. Transparantie, je weet sneller wat je over
houdt.
Vraag 5
,In de fiscale literatuur wordt onderscheid gemaakt tussen een synthetische en een
analytische inkomstenbelasting. Welk systeem doet het meeste recht aan het
draagkrachtbeginsel? Geef gemotiveerd aan hoe u onze inkomstenbelasting karakteriseert.
Synthetische: Inkomstenbelasting waarbij inkomsten uit afzonderlijke bronnen (arbeid,
banktegoeden, aandelenbezit) bij elkaar worden opgeteld en het belastbaar inkomen dat
daarvan het resultaat is tegen één en hetzelfde tarief wordt belast.
Analytische: Vorm van belastingheffing waarbij iedere bron van inkomen afzonderlijk wordt
belast.
Er worden in de economie diverse vormen van inkomen onderscheiden. De fiscus wil in
beginsel een belastingheffing naar draagkracht, en zou daartoe de diverse inkomens samen
moeten vatten, en pas vervolgens belasten (synthetische inkomstenbelasting). De ~, zoals in
België, en in Nederland weer met de intrede van het boxensysteem, kijkt minder naar
draagkracht in zijn geheel.
Toch zou de ~ ook voordelen bieden: Met name de inkomsten uit vermogen kunnen beter
toegepitst worden op de specifieke kenmerken rond dit inkomen. Ook zou beter kunnen
worden afgerekend met negatieve inkomsten en aftrekposten.
Omdat er per box vrijstllingen gelden, is de belastingbetaler die inkomsten uit meerdere
bronnen heeft beter af (bij ~) dan de betaler die alles uit één bron krijgt
Synthetische inkomstenbelasting, daarbij wordt al het inkomen wat je hebt op een hoop
gegooid en dan belast tegen een en hetzelfde tarief. In box 1 is er sprake van synthetische
inkomstenbelasting.
Wij hanteren het analytische systeem, omdat wij het boxen syteem hanteren.
Verzamelinkomen telt het inkomen van box 1 2 en 3 bij elkaar op. Dit is van belang voor het
giftenaftrek en heffingskosten en zorgkosten, ook bij de aanslaggrens.
Wij doen eigenlijk een beetje een combinatie. Voornamelijk analytisch, met wat syntetische
trekjes.
Bij persoonsgebonden aftrek ga je over de boxen heen. Je begint in box 1, vervolgens box 3
en als laatste box 2.
Vraag 6
Het inkomstenbelastingsysteem in Nederland kent 3 boxen: lbox 1 inkomen uit werk en
woning, box 2 inkomen uit aanmerkelijk belang en box 3 belastbaar inkomen uit sparen en
beleggen. Het is echter niet altijd duidelijk in welke box een inkomensbestanddeel valt.
De heer Pietersen heeft een pakket aandelen dat € 500.000 waard is. Hij ontvangt € 15.000
aan dividend.
a. Geef gemotiveerd aan in welke box zijn inkomsten belast kunnen worden en hoe de
belastingheffing dan verloopt.
Het valt onder box 3 omdat het hier gaat op opbrengsten uit beleggingen
, Je mag niet kiezen. Als je een aandelenpakket hebt, moet je op een aantal elementen letten.
Goed kijken in welke box het valt, hiervoor moet je goed kijken naar de bron. Als het in box 1
valt, hoef je dus ook niet meer te kijken naar de andere boxen.
de drie eisen van een bron van inkomen zijn:
Deelname economisch verkeer; scheidt het verschil met prive af.
Voordeel beogen; subjectief karakter. Winst willen maken
Voordeel moet op redelijkerwijs zijn te verwachten
Bronnen van inkomen [invoegen]
Art. 2.14-3
b. Kan de heer Pietersen de voor hem voordeligste box kiezen?
Nee, het staat vast dat hij in box 3 belast moet worden er is geen mogelijkheid tot schuining
Zie a
Vraag 7
De wetgever heeft in de Wet IB 2001 een giftenaftrek opgenomen. Deze regeling moet
Nederlanders stimuleren om (meer) te geven aan goede doelen. De giftenaftrek staat
politiek al geruime tijd onder druk. De regeling wordt bestempeld als arbeidsintensief,
tijdrovend, gecompliceerd en onduidelijk. Vindt u dat giften aftrekbaar zouden moeten zijn?
Bedenk voor- en tegenargumenten en motiveer uw antwoord.
Je stimuleert mensen voor t doen van giften
Er zit bijvoorbeeld een drempel in die het voor veel mensen lastig maakt. Zij denken nu vaak
dat ze hier niet overheen gaan, terwijl dat dikwijls wél zo is. Door die drempel eruit te halen,
maak je de giftenaftrek simpeler en daarmee ook toegankelijker.
Giftenaftrek staat onder de persoonsgebonden aftrek in H.6.
Mensen worden aangespoord om een goed doel met stempel van de ambi een gift te geven,
waardoor het goede doel extra geld krijgt.
Het is ingewikkeld, hierdoor wordt er weinig gebruik van gemaakt.
Vraag 8
In de Wet IB 2001 zijn verschillende ‘verliescompensatie’-regels opgenomen.
Geef aan wat met de term ‘verliescompensatie’ wordt bedoeld. Beschrijf hoe per box de
verliescompensatie is geregeld en geef kritiekpunten op de huidige regeling in het licht van
de draagkrachtgedachte die ten grondslag ligt aan de Wet IB 2001.
Verliescompensatie, ook wel verliesverrekening geheten, is een fiscale regeling waarbij je
verliezen achterwaarts kunt verrekenen met belastbare winsten van de drie voorgaande