Tentamen Dit is Amsterdam
Hoorcollege 1: Is dit Amsterdam? Erfgoed, identiteit en beeldvorming
Daniel Stalpaert, Plattegrond van Amsterdam met ontwerp voor de Vierde Uitleg, ca. 1662
Stadsarchief van Amsterdam
- Daniel Stalpaert was de stadsarchitect van Amsterdam/ hij heeft de uitbreiding van de
stad gerealiseerd
> bijvoorbeeld de Amstelkerk op het Amstelveld. Dit was een tijdelijke kerk voor de
nieuwe wijk, maar die is altijd blijven staan.
- Dingen die er niet meer zijn, hebben wel een belangrijke rol gespeeld in de geschiedenis
van Amsterdam
> zoals het Paleis van Volksvlijt (is afgebrand)
> Zoals; de oude Jodenbuurt was op het huidige waterlooplein, maar dit is afgebroken om
daar de nationale opera en het gemeentehuis te bouwen.
Het woord identiteit is een heel rekbaar begrip. We zien hiervan twee definities in het
woordenboek:
1. Gelijkheid; je identiteit bewijzen, bewijzen dat je de persoon bent voor wie je je uitgeeft
2. Eigen karakter; eigen karakter van een persoon of groep
> we kunnen dit linken aan dit vak aan het woord ‘erfgoed’. Dat zijn dingen van
historische of culturele waarde, dus cultureel erfgoed vinden we terug in de stad
Amsterdam. De identiteit van Amsterdam wordt uitgedragen door het erfgoed.
Wat houdt het woord erfgoed verder in?
1. Dat was is overgebleven uit het verleden, met name dingen van historische of culturele
waarde; cultureel erfgoed
2. De overblijfselen van het verleden in het heden
> dit kunnen we verdelen tussen materieel erfgoed (gebouwen, schilderijen) en
immaterieel erfgoed (muziek, taal, tradities, verhalen)
,Dit gaan we verder ontleden: Amsterdamse identiteit > Materiaal erfgoed > gebouwd erfgoed
- Gebouwen beschouwen we als dragers van de culturele identiteit van de stad, die midden
in het heden staan, maar die tegelijkertijd een brug weten te slaan naar eeuwen geleden.
> dus de gebouwen zijn een brug tussen het verleden en heden
- Sinds 2010 staat de gevormde grachtengordel ook op de UNESCO werelderfgoed lijst
> dit is ook wat Amsterdam typeert; de grachtenpanden.
- In de 19e eeuw moest er gebouwd worden, want de stad groeide uit. Er was namelijk
geen plek meer. Er werden nieuwe wijken gebouwd, zoals de pijp, Westerparkbuurt, etc.
Dit was vrij goedkope bouw en dus kwalitatief niet goed.
- Daarnaast kunnen we ook denken aan het Algemeen Uitbreidingsplan van Amsterdam in
1934 door Cornelis van Eesteren. Dit is uitgevoerd na de oorlog door Jakoba Mulder;
denk aan het Amsterdamse Bos, Buitenveldert, etc.
- We hebben het niet alleen over grote wijken en structuren, maar ook individuele
gebouwen; denk aan ‘Het Schip’, ‘het Anne Frank huis’, ‘Het Oost- Indisch Huis’ Dit is
Amsterdamse sociale woningbouw en ontworpen door Michel de Clercq
- Erfgoed is dus erfgoed wegens verschillende redenen:
> wegens belangrijke gebeurtenissen
> intrinsieke waarde
> of het gebouw zelf
Artikel van Coert Peter Krabbe
- De zorg voor het gebouwde erfgoed in Nederland begint in de 19e eeuw. Hoe kan dit
opeens?
> Het is overgewaaid vanuit Frankrijk door de Franse Revolutie. Er werd destijds heel
veel gesloopt, maar er kwam daardoor ook een tegenpartij die zei dat dit soort gebouwen
wel heel belangrijk waren, omdat het een verhaal draagt. Het draagt het verleden. De
gebouwen moesten dus bewaard blijven. Dit is het idee van bescherming van de identiteit
van de stad.
- Dus in de vroege 19e eeuw: de gebouwen werden gewaardeerd wegens de associatie met
belangrijke gebeurtenissen of personen, denk aan het Muiderslot want PC Hooft heeft
, daar gewoond. In de tweede helft van de 19e eeuw wordt de intrinsieke waarde van
gebouwen belangrijk, wegens de architectuur zelf.
- Rol van architecten werd belangrijk. Dit zorgde voor de oprichting van Maatschappij tot
Bevordering der Bouwkunst in 1842
> Dit was een club van architecten die bezig waren met het documenteren van gebouwen.
Ze gingen voor het eerst echt grondig onderzoek doen naar gebouwen en ook naar
gebouwen die gesloopt zouden worden.
> Deze club is dus begonnen met het systematisch analyseren van Nederlandse
gebouwen; ze deden archiefonderzoek en probeerden het in een bepaalde stijl te zetten,
etc. Het is dus een eerste aanzet over het denken van erfgoed in Nederland. Het ging hen
om het bevorderen van kennis van erfgoed.
- De rol van oudheidkundigen was dat ze tegen de afbraak waren. Er heerste een woede
> Dit waren kunstliefhebbers die zich ermee gingen bemoeien. Ze zagen dat er ontzettend
veel werd afgebroken in Nederland en gingen daarover schrijven. Het gaat dus om het
bewaren van het glorierijke verleden.
- In de tweede helft van de 19e eeuw:
> Restaureren is vaak meer dan herstellen en repareren. Het is heel anders dan hoe we het
nu doen, dus niet restaureren naar hoe het origineel was gebouwd, maar vaak juist
drastische veranderingen. Gebouwen kregen hier - onder het mom van restauratie - een
verschijningsvorm die ze nooit hadden gehad. De stad was een gebruiksobject en in de
19e eeuw gaat men nadenken over het behoud van de stad. Er waren veel architecten die
erfgoed als levens erfgoed zagen, als iets dat een manier was om terug te keren naar een
ideaal moment in de geschiedenis, een manier om terug te keren naar een ideale vorm.
- Voorbeeld; de abdijkerk in Roermond; deze kerk werd veranderd door er andere
torens op te zetten die er nooit geweest waren. Het is een manier om een verhaal
te vertellen, om naar een ideaalbeeld van de middeleeuwen terug te keren.
- Gebouwd erfgoed werd (en wordt) gebruikt om een bepaald verhaal te vertellen
- Eind 19e eeuw: overheid neemt de zorg voor monumenten op zich
- Pas in 1961: monumentenwet. Dit is dan ook behoorlijk laat, omdat je je moet
verantwoorden tegenover die wet. De mensen die die monumenten bezitten, verplicht je
voor het behoud van iets. Dus dat heet een grote omslag teweeggebracht.
, > nu 9800 monumenten
- Voorbeeld: Adrianus Bleijs, Nieuwezijds Voorburgwal 371, 1886:
> Er stonden een paar panden die gerestaureerd moesten worden en de architect van de
voorgevel maakte iets nieuws, maar hij gaf de illusie dat het heel oud was. Dit is een
historiserende bouwstijl die ‘Oud- Hollands’ wordt genoemd. Het is dus een 19e eeuwse
architectuur die teruggaat tot de 16e/17e eeuw en soms wel de middeleeuwen.
Amsterdamse identiteit > Materieel erfgoed > objecten in musea, publieke kunst, monumenten
- Dan kan je denken aan de Nachtwacht, de Staalmeesters. Dit is passend bij de
Amsterdamse identiteit en gaat over de lakengilden en dit was belangrijk voor de stad
Amsterdam.
- Monument op de Dam
> ook met Amsterdam zelf te maken, maar ook met Nederland
- Publieke kunst bij de halte Nieuwmarkt; sloopkogel
> had te maken met het slopen bij de Nieuwmarkt en de Nieuwmarktrellen,etc.
Amsterdamse identiteit > materieel erfgoed > ‘populaire cultuur’
- Ligt tussen materieel en immaterieel, want hangt niet in een museum, maar het is wel
belangrijk
- Coffeeshop, want het gaat om de drugscultuur
- Haringkar en zuur
> is vroeger heel belangrijk geweest in Amsterdam. Dit had ook te maken met het Joodse
erfgoed; zij mochten niet bij gilden, dus ze konden op deze manier wel verkopen via
straatkarren.
- Erfgoed is niet statisch, maar kan ook verdwijnen
> bijvoorbeeld; broodjescultuur. Vroeger had je echte Amsterdamse broodjeszaken. Dit is
langzaam verdwenen, wegens een ander cultureel erfstuk; de snackcultuur zoals de
FEBO.
Amsterdamse identiteit > immaterieel erfgoed > taal
- Amsterdam en het Jiddisch zijn inmiddels onlosmakelijk met elkaar verbonden