Samenvatting E (Exposure)
Inhoud
Samenvatting E (Exposure)..........................................................................1
Hoorcollege interpretatie pijnscore...........................................................1
Hoorcollege Exposure en temperatuurregulatie.......................................5
Hoorcollege Vochthuishouding................................................................12
Hoorcollege Immuungecompromitteerde patiënt...................................16
Hoorcollege Oncologie............................................................................19
Hoorcollege Infectiologie.........................................................................29
Samenvatting E (Exposure)..........................................................................1
Hoorcollege interpretatie pijnscore...........................................................1
Hoorcollege Exposure en temperatuurregulatie.......................................5
Hoorcollege Vochthuishouding................................................................11
Hoorcollege Immuungecompromitteerde patiënt...................................15
Hoorcollege Oncologie............................................................................18
Hoorcollege Infectiologie........................................................................29
Hoorcollege interpretatie pijnscore
- Beschrijf de functie van pijn.
De definitie van pijn volgens de IASP (International Association for the Study
of Pain) is: een onplezierige sensorische en emotionele ervaring die
geassocieerd is, of lijkt geassocieerd te zijn, met feitelijke of mogelijke
weefselbeschadiging.
Pijn is een functioneel waarschuwingssignaal. Het beschermingsmechanisme
van het menselijk lichaam probeert gevaarlijke situaties en schade te
voorkomen. Dit doet het lichaam door zich in een reflex terug te trekken van
een schadelijke (pijn)prikkel om het aangedane lichaamsdeel te beschermen.
De reactie van het lichaam op deze prikkels is het resultaat van ingewikkelde
neurofysiologische processen. De schadelijke prikkels kunnen worden
waargenomen door de nocireceptoren. Deze prikkels kunnen worden
veroorzaakt door mechanische oorzaken (object), thermische oorzaken
(warmte/kou), straling en blootstelling aan chemische stoffen. Door de
nocireceptoren worden deze prikkels doorgegeven aan het ruggenmerg.
Afhankelijk van hoe sterk de prikkel is gaat deze ook nog door naar de
hersenen. Na de verwerking van de prikkel zal de individuele pijnervaring
1
, worden bepaald door emoties (limbisch systeem), herinneringen en de
culturele achtergrond van de patiënt. Deze visie op pijn wordt het biomedische
pijnmodel genoemd.
Symptomen die bij pijn onder andere kunnen optreden, zijn een hogere
hartslag, oppervlakkige en snelle ademhaling. Dit zijn symptomen die vallen
onder het sympathische zenuwstelsel. Als iemand dus constant pijn heeft, blijft
het sympathische zenuwstelsel actief en heeft het lichaam geen tijd om tot
rust en herstel te komen waar het parasympathische zenuwstelsel
verantwoordelijk voor is. Hierdoor krijgen onder andere de darmen en
immuunsysteem, die vallen onder het parasympathische zenuwstelsel minder
kans om goed te kunnen werken. Hierdoor kunnen mensen met pijn
darmproblemen krijgen en minder snel herstellen van hun ziekte.
Descenderende inhibitie is je lichaam die in bepaalde situaties zelf een stofje
aanmaakt wat pijnverlichting kan veroorzaken. Dit gebeurt bijvoorbeeld tijdens
een bevalling. Er wordt dan endorfine aangemaakt, zodat de pijn iets verlicht
wordt en de vrouw nog even door kan om het kind te baren.
Nociceptieve pijn ontstaat door beschadiging van een lichaamsdeel. Bij deze
weefselschade komen stoffen vrij die worden gedetecteerd door pijnsensoren.
Deze pijnsensoren worden nocireceptoren genoemd. Deze sturen via
zenuwvezels de pijnsignalen naar de hersenen.
Neuropatische pijn is pijn die het gevolg is van letsel of een ziekte ergens in
het zenuwstelsel. Dit is dus pijn die ontstaat door beschadiging aan zenuwen,
ook wel zenuwpijn. Dit kan niet worden behandeld met pijnmedicatie. Hiervoor
is een andere behandeling nodig.
- Beschrijf de verschillende farmacologische en niet-farmacologische pijnbestrijding.
Er dient voorafgaand aan de behandeling van pijn een pijnanamnese te
worden afgenomen. De pijnscore gaat alleen over de pijnintensiteit, maar er
zijn nog meer dingen die over de pijn in kaart moeten worden gebracht.
o Karakteristieken van de pijn > intensiteit (NRS), locatie, kwaliteit (scherp of
dof), tijdsbeloop (continue of intermitterend), effect van de pijn op
activiteiten (zitten, liggen, lopen, etc.) en effect van de pijn op slaap
(inslapen, doorslapen, etc.).
o Geschiedenis van de pijn > wanneer is het begonnen, zijn er
veranderingen opgetreden in de pijn sinds het begin, is de pijn al eerder
behandeld en wat was het resultaat van deze behandeling, is er al eerder
medicatie voor gebruikt (dosis hiervan en evt. bijwerkingen).
o Medische voorgeschiedenis > systemische ziekten, zoals diabetes,
ontstekingsziekten of neurologische ziekten (> neuropatische pijn).
o Psychologische en psycho-sociale anamnese > zoals vermijdingsgedrag,
depressie, angst, eenzaamheid/isolatie, gedragsbehoudende factoren,
medicatiemisbruik.
o Familieanamnese > medische geschiedenis van pijn, seksueel misbruik.
Verder is het belangrijk voor de praktijk dat je praat met de patiënt over
zijn/haar pijn en geef je uitleg over de pijnscores. Ook dien je aan te geven dat
het belangrijk is dat de pijn acceptabel moet kunnen zijn en dat acceptabele
2
, pijn betekent dat de patiënt goed moet kunnen functioneren. Pijnbehandeling
is een belangrijk onderdeel van het herstel van de patiënt.
Niet-farmacologische pijnbehandeling:
o De patiënt laten meebeslissen over de behandeling.
o Afleiding.
o Persoonlijke benadering.
o Communicatie > gelijkwaardig overleg en duidelijke informatie geven bij
handelingen.
o Koelen van de pijnlijke plek.
o Immobiliseren, zoals gips of bedrust.
o Actief opwarmen van de pijnlijke plek.
o Muziek.
o Ontspanningsoefeningen.
o Acupunctuur.
o Ademhalingsoefeningen.
o Massage.
o Mediteren.
o Bidden.
o Praten met vrienden.
o Praten met de arts of verpleegkundige.
o TENS.
o Fantasie/visualisatie.
o Rondlopen.
Farmacologische pijnbehandeling:
o Voor de behandeling van pijn kan de WHO-pijnladder worden gebruikt. De
manier waarop deze ladder wordt gebruikt, aflopend of oplopend, wordt
bepaald door de intensiteit en ernst van de pijn. Zie hieronder de
pijnladder.
o De pijnmedicatie die hieronder staat beschreven, zorgen ervoor dat de
elektrische geleiding via de zenuwen wat geremd wordt. Per
medicatiesoort gebeurt dit in meer of mindere mate. Hierdoor zal dan
minder pijn kunnen worden ervaren na het innemen van de medicatie.
3
, - Beschrijf pijnmeetinstrumenten.
Unidimensioneel zijn de pijn meetinstrumenten, die slechts één dimensie van
pijn beschrijven.
NRS > Numeric rating scale. Hierbij kan met een cijfer door de patiënt worden
aangegeven hoeveel pijn hij/zij ervaart.
VAS > Visual analoge scale. Dit zijn gezichtjes met verschillende emoties
hierop getekend. Hierbij kan de patiënt een gezichtje aanwijzen die past bij de
hoeveelheid pijn die hij/zij ervaart. Dit kan bijvoorbeeld worden gebruikt bij
kinderen als pijnscoremeting.
VRS > Verbal rating scale. Dit meetinstrument bestaat uit een aantal woorden
die een oplopende pijnintensiteit beschrijven. De patiënt kan hierbij het woord
kiezen dat zijn/haar pijn het beste beschrijft.
CPOT > critical-care pain observation tool. Hiermee kan de aanwezigheid van
pijn bij de geïntubeerde patiënt worden bepaald door de verpleegkundige.
Deze observatieschaal bestaat onder andere uit lichaamsbewegingen en de
gezichtsuitdrukking. Vertrekkingen van het gezicht, veel bewegingen,
verkrampte spieren, ‘vechten’ tegen de beademing en kreunen zijn onder
andere tekenen van de aanwezigheid van pijn.
Pacslac-D > observatielijst waarmee pijn kan worden ingeschat en beoordeeld
bij mensen met een verstandelijke beperking of dementie die geen of slechts
beperkte mogelijkheden hebben om te communiceren.
FLACC > is een gedragsmatige pijnbeoordelingsschaal die voornamelijk bij
jonge kinderen wordt gebruikt, aangezien zijzelf nog niet kunnen beschrijven
of ze pijn hebben en in welke mate.
4