Situering
Koppeling ethiek – beleid: gaat beide over ‘het goede doen’ en beïnvloeden elkaar via persoonlijke en
maatschappelijke ontwikkelingen (vb: visie op abortus, euthanasie, mensen met een beperking, …)
Moraal en ethiek
Moraal →mos/mores (Latijn): gewoonten, zeden, gebruiken → het geheel van normen, waarden,
deugden vanuit ons opvoeding en cultuur die ons handelen motiveren en sturen
Ethiek →ethos (Grieks): vermogen om het vertrouwen van het publiek te winnen (oorspronkelijk)/de
vraag naar het goede, juiste en rechtvaardige (tegenwoordig) → systematische reflectie op moraal
Waarden: fundamentele richtsnoeren voor ons gedrag (wat we waardevol vinden)
Normen: manieren waarop waarden gerealiseerd kunnen worden (geboden en verboden)
Deugden: als goed ervaren morele eigenschappen of kwaliteiten (Aristoteles maakte het onderscheid
karakterdeugden – intellectuele deugden)
Moreel probleem: keuze tussen verschillende mogelijke handelingsalternatieven voor de beste
manier om het goede te realiseren in een bepaalde situatie
Moreel dilemma: keuze tussen 2 verschillende mogelijkheden/waarden die elkaar wederzijds
uitsluiten (specifieke vorm van moreel probleem)
Morele nood: bewust zijn van iets dat niet hoort zonder gehoord/gezien te worden
Overzicht van belangrijke ethische stelsels
Socrates en Plato ‘Het goede kennen is het goede doen’
• Verzetten zich tegen het relativisme van hun tijdgenoten
• Goedheid is de hoogste Vorm, het Goede kennen is het doel van het leven, het
absolute
Aristoteles ‘Deugd als het midden tussen twee uitersten’
• Ethiek is meer geworteld in de maatschappij en opvoeding (deugdenethiek)
Middeleeuwen ‘Heb de ander lief als uzelf’ en ‘God ziet u’
• Christelijke moraal: naastenliefde en liefde voor God (2 regels)
• God als ultieme rechter die mensen beloont en straft
Hume ‘De regels van de moraal zijn niet de conclusie van ons denken’
• Morele sentimenten: gevoelens van goed- en afkeuring, sympathie
Kant ‘Doe het goede omwille van het goede’
• Ons geweten/morele plicht stuurt ons handelen, intentie bij een handeling
(categorisch imperatief)
Bentham ‘Het grootste geluk voor het grootste aantal’
• Goed is wat het grootste geluk oplevert voor zoveel mogelijk mensen (gevolgen
bij een handeling → utilitaristische principe)
Levinas ‘Het gelaat van de ander’
• De mens is in eerste plaats een relationeel wezen
• Appèl van de ander met wie je in relatie gaat, maakt dat je loskomt van egoïsme
Gilligan • Ik treed in dialoog, in relatie (zorgethiek)
Wat betekent dat eigenlijk, die grondhouding?
Zorg- en deugden-ethische invalshoek: positieve mensvisie: mensen zijn van nature geneigd het
goede te doen en zorg te dragen
Advaita en Boeddhisme: (niet van buiten kennen, maar snappen als basis voor de leerstof)
, • Mensen zijn onwetend over onze ware aard → zuiver gewaar-zijn: we identificeren ons met ons
lichaam en gedachten en vormen zo ons ‘ego’, afgescheiden van anderen
• Beleving van ego en van afgescheiden-zijn creëert 2 fundamentele existentiële eigenschappen
o Angst om te sterven (‘ik ben eindig’ → tijd)
o Verlangen naar verbondenheid vanuit een tekort (‘ik ben niet volledig’ → ruimte)
→ alles wat we doen komt voort uit een variatie op 1 van deze eigenschappen
• Beeld van een diamant: beschrijving van innerlijke goedheid: elke deugd is 1 facet van een
diamant en vormt samen een zijnskern
Brooks:
• Eulogie-waarden: warden vanuit je innerlijke bron, niet ego-gerelateerd, transcendente
waarden, kernwaarden (what is talked about at your funeral)
• Resumé-waarden: waarden vanuit ons afgescheiden zelf/ego, vanuit angst of verlangen/gebrek,
ego-gerelateerd, op eigen belangen gericht (skills you bring to the marketplace)
Doel van de lessenreeks: Deontologie: afspraken en regels over hoe je situaties met een morele lading
het beste aanpakt → manier waarop je deze afspraken en regels interpreteert en toepast hangt af
van de manier waarop je naar jezelf en anderen kijkt en hoe je de menselijke conditie begrijpt →
leerstof: fundamentele deugden binnen het zorgen voor mensen
Hoofdstuk2: zorgethiek
Waarden in dialoog (Liègeois)
Termen volgens Liégeois:
• Geweten: vermogen om ethisch te evalueren/innerlijke besef van de verplichting het goede te
doen en het kwade te vermijden
• Moreel aanvoelen/intuïtie: subjectief (beïnvloed door cultuur, opvoeding) → ethiek: kritische
reflectie op morele intuïtie
Betrokkenen in de zorgrelatie:
Micro-niveau:
o Zorgontvanger (eigen verantwoordelijkheid)
o Zorgverleners (professionele verantwoordelijkheid)
o Dichte familie en vrienden (sociale verantwoordelijkheid)
Meso-niveau: visie en missie van de voorziening (professionele verantwoordelijkheid)
Macro-niveau: gemeenschap en beleid (maatschappelijke verantwoordelijkheid)
Traditionele visie (individualistisch): centrale waarden per paradigma
• Medische paradigma: zorgverlening en herstel
• Religieuze paradigma: naastenliefde en beschermwaardigheid (→ leidt tot paternalisme)
Moderne visie (individualistisch): centrale waarden per paradigma
• Emancipatorische paradigma: privacy en autonomie (recht op zelfbepaling)
• Maatschappelijk paradigma: participatie, rechtvaardigheid, levenskwaliteit, duurzaamheid
(inclusie: iedere burger is een volwaardige burger)
Relationele visie: focus op het belang van relatie, wederzijdse verbondenheid, betrokkenheid en
afhankelijkheid → centrale waarden: solidariteit en vertrouwen
10 waarden van Liégeois: autonomie, beschermwaardigheid, duurzaamheid, ondersteuning,
participatie, privacy, rechtvaardigheid, solidariteit, vertrouwen, welbevinden
Schema: welke waarden elkaar versterken en welke met elkaar botsen
• Meest fundamentele spanningsveld: zorgverlening – autonomie
• Meest verbindende waarde: vertrouwen
, Zorgethiek bij Inge van Nistelrooij
1) Alledaagse zorg vs professionele zorg
Verschillen:
Ouder – kind (alledaags) Hulpverlener – cliënt (professioneel
Relatie Lotsrelatie: je kiest elkaar niet Je kiest je job zelf (soms lotsverbonden met cliënten)
Uniciteit Elk kind is uniek Continu letten op rechtvaardigheid en gelijkwaardigheid
Grenzen Grenzeloos zorgen Zorg afbakenen qua tijd en qua verantwoordelijkheden
Grondhouding: eigen beelden en ideeën van goede zorg vormen jouw morele voedingsbodem (=
grondhouding) en sturen de keuzes die je maakt in je handelen → morele voedingsbodem wordt rijker
door ervaringen
2) Mensbeeld in de zorg
Mens: lichamelijke dimensie (lichamelijk welbevinden) →psychische dimensie (geestelijk
welbevinden) sociale dimensie (verbondenheid, sociale rollen) →existentiële/spirituele dimensie
(zingeving)
Autonome mens Zorgende mens
Klemtoon Vrijheid (iedere mens is verantwoordelijk Het relationele (mensen zijn
voor zijn eigen leven) kwetsbaar en hebben elkaar nodig)
Kernwaarden Zelfbeschikking, zelfredzaamheid, verbondenheid, zorg, betrokkenheid,
gelijkheid, zelfontplooiing, contextualiteit
zelfstandigheid
Ethiek Rechtvaardigheidsethiek: moraal is een Zorgethiek: belang van verbondenheid
kwestie van universele rechten, en appèl van de ander (Levinas)
afspraken, principes (Kant)
Begeleiding Mensen activeren, zelfredzaamheid en Verbindend werken
autonomie stimuleren
→ ons beroep focust zich op het autonoom maken van mensen (hoe autonomer, hoe gelukkiger),
zorgende aspect komt erbij in de begeleiding
Heinz-dilemma: mag Heinz het medicijn stelen om zijn terminale vrouw te redden?
• Kohlberg: bespreekt het dilemma adhv verschillende stadia van morele ontwikkeling
o Pre-conventioneel niveau: angst voor straf (gevangenisstraf voor diefstal) ↔ eigenbelang
(vrouw willen redden)
o Conventioneel niveau: loyaliteit (verwachting van zijn vrouw) ↔ gehoorzaamheid aan de
wet (verwachting van de overheid)
o Post-conventioneel niveau: mensenrechten (recht op leven) ↔ universeel principe
(menselijk leven is meer waard dan eigendom)
• Gilligan: bespreekt het dilemma vanuit het verschil tussen jongens (Jake) en meisjes (Amy)
o Jake: probleem benaderen als rationeel spelletje vanuit een formele verantwoordelijkheid
o Amy: probleem relationeel benaderen vanuit een persoonlijke verantwoordelijkheid
3) Het appèl bij Levinas
Ethiek volgens Levinas: het zelf is gebaseerd op de respons van de ander → ethiek: openheid tov die
respons (het gelaat van de ander die een appèl doet op mij spoort mij aan om mijn
verantwoordelijkheid te nemen)
Basisfout in de individualistische samenleving: ‘ik denk dus ik ben’: we moeten in relatie/verbinding
zijn met anderen voordat we ons kunnen identificeren als mens → het individuele denken is niet
genoeg, er is verbondenheid nodig
4 voorwaarden voor hulpverlening:
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper jasmijndb. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,49. Je zit daarna nergens aan vast.