Waarnemen doe je bewust en onbewust. Waarnemen doe je met al je zintuigen. Je hersenen
geven betekenis aan wat je waarneemt en bepalen daarna hoe je reageert.
Bewust en doelgericht waarnemen = observeren. Waarnemen doe je overal en observeren doe
je op bepaalde momenten en met een doel gericht.
Waarnemingsfouten:
• Onvolledig waarnemen: je kunt niet alles waarnemen. Alles gebeurt tegelijk.
• Verschillend waarnemen: je ziet anders dan anderen.
• Onjuist waarnemen: je neemt het verkeerde waar. Soms zie je een beeld op een
bepaalde manier en later zie je het anders.
Je referentiekader bepaalt hoe jij dingen ziet en herkent, je gedachten worden gestuurd door je
normen en waarden. En dus ook hoe je kijkt naar kinderen.
Selectief waarnemen(min mogelijk zijn): gedrag zien vanaf jouw verwachtingen en wat je eerder
hebt gezien, je kiest wat je ziet.
Projectie: eigenschappen die je zelf hebt eerder herkennen bij een ander dan eigenschappen
die je zelf niet hebt. Humeur en aandacht bepaalt ook observatie.
Observeren: feiten
- Nauwkeurig schrijven wat er gebeurt en wat een kind doet
- Objectief: daadwerkelijk opschrijven wat je ziet → feit
- GEEN meningen of gedachten → subjectief
- GEEN want
8.2 observeren met een stappenplan
Observeren met een stappenplan geeft je houvast en zorgt ervoor dat je niets over het hoofd ziet.
= methodisch observeren. Dit is belangrijk omdat het een betrouwbaar resultaat oplevert
Stappenplan:
1. Schrijf op waarom je gaat observeren.
2. Schrijf de achtergrond gegevens op.
3. Schrijf de vraagstelling op.
4. Kies de observatiemethode en de hulpmiddelen.
5. Voer de observatie uit.
6. Orden de gegevens.
7. Geef antwoord op de vraagstelling.
8. Rapporteer.
Stap 1: schrijf op waarom je gaat observeren.
Je schrijft op waarom je specifiek voor dit kind hebt gekozen → aanleiding.
Stap 2: schrijf de achtergrond gegevens op.
, Je schrijft gegevens als de leeftijd op in jaren en maanden en dingen die te maken hebben met
de reden waarom je observeert. De achtergrondgegevens kunnen belangrijk zijn bij het
beantwoorden van een observatievraag.
Stap 3: schrijf de vraagstelling op.
Vooraf een vraagstellen, wat wil je precies weten. De vraagstelling hangt altijd samen met de
aanleiding van de observatie. In de vraagstelling staat:
- Wie je gaat observeren→ voorletter
- Welk aspect van het gedrag je gaat observeren
- In welke situatie je gaat observeren
Stap 4: kies de observatiemethode en de hulpmiddelen.
Welk methode hangt af van wat je wil weten. Er zijn ook hulpmiddelen. Ook heb je
observatieformulieren, nadeel dat je soms een bepaalde waarneming uitsluit. Filmopname
heb je ook, voordeel je kan het vaker bekijken en let je op verschillende aspecten van gedrag.
Nadeel 1: camera niet hele omgeving in beeld. Nadeel 2: kind kan gedraagt zich anders als hij
gefilmd wordt. Ook kan je geluidsopname doen; nadeel je ziet geen gezichtsuitdrukkingen.
Stap 5: voer de observatie uit.
Stap 6: orden de gegevens.
Orden alle notities van je observatie. Verzamel opvallende dingen, dan wat je niet had verwacht.
→ verslag uitschrijven of samenvatten.
Stap 7: geef antwoord op de vraag stelling.
Betekenis geven aan het gedrag dat je hebt geobserveerd = interpreteren. Dit is onderdeel van
de observatie rapport. Maak duidelijk onderscheid tussen de feiten en jouw interpretatie. Bij
interpreteren maak je gebruik van verschillende gegevens.
Hiermee moet je rekening houden als je een interpretatie schrijft:
- Geef nooit een verklaring voor het gedrag.
- Vermijd subjectieve begrippen.
- Zorg ervoor dat je geen woorden gebruikt als altijd, erg, nooit.
- Schrijf in je interpretatie alleen over informatie uit je observatie.
Al je geordende gegevens en je interpretatie zet je samen op papier = observatierapport.
8.3 Methoden van observeren
Kwalitatief observeren: je schrijft al het gedrag van het kind tijdens de observatie op, je wilt
weten hoe dingen verlopen.
Intervalobservatie: als je een idee hebt waarom het gedrag zo is maar niet zeker weet→ meer
duidelijkheid krijgen door aantal keren kort het gedrag van het kind te observeren op
verschillende momenten en tijden
Logboek: als gedrag in een specifieke situatie voorkomt, houdt je dat bij in een logboek – een
verslag dat je als dagboek bijhoudt.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper hulyaaglamis2004. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €8,48. Je zit daarna nergens aan vast.