Verschillen Omarmen
Hoofdstuk 1. De systeemoptiek
1.1 Van lineair naar circulair
De lineaire kennisleer gaat ervan uit dat mensen of voorwerpen kenmerken van zichzelf hebben. Dit is eenduidig:
iemand ís mooi, slim, handig, depressief, druk of ‘psychisch gestoord’, de vloer ís hard en het werk ís saai. We
spreken in dit kader van lineair-causale verbanden, met een oorzaak en een gevolg: de situatie waarin iemand
verkeert, is het gevolg van gebeurtenissen. Volgens de analytische theorie, die gebaseerd is op de lineaire
kennisleer, bevindt de oorzaak van de meeste klachten zich in de mens en in een verstoorde ontwikkeling. Een
cliënt met problemen is in deze optiek te helpen door de oorzaak van de klachten te vinden en weg te nemen, of
door hem te leren beter met de problemen om te gaan.
De circulaire kennisleer daarentegen gaat ervan uit dat mensen alleen relatief kunnen waarnemen en dat
betekenisgeving ook relatief is. Mensen en dingen kunnen worden beschreven in eigenschappen of vormen,
maar alleen in relatie tot andere mensen en voorwerpen, omdat die contrasterende eigenschappen of vormen
hebben. ‘’Ik ben mooi in vergelijking met anderen’’. ‘’Deze houten vloer is hard ten opzichte van de wollen
vloerbedekking in de kamer hiernaast, maar zacht ten opzichte van de betonvloer in de garage’’. Er is dus altijd
een wederzijdse relatie: als ik groter, aardiger en gestructureerde ben dan jij, dan ben jij kleiner, minder aardig en
minder gestructureerd dan ik.
De systeemtheorie gaat uit van deze circulaire benadering van situaties en interacties: abnormaal gedrag
is tegelijkertijd oorzaak én gevolg van interactieprocessen. Er is sprake van wederzijdse beïnvloeding en
onderlinge afhankelijkheid (X heeft invloed op Y, Y heeft invloed op Z, Z beïnvloedt X).
Tijdens een gesprek kun je ingaan op de persoon (binnenwereld):
Hoe ging het?
Hoe was het voor jou?
Wat deed het met je?
Waardoor denk je dat het kwam?
Maar ook op de omgeving en relaties (buitenwereld):
Waar was je toen het gebeurde?
Wie was erbij?
Hoe reageerde die persoon?
Als je alleen was: wie had je er dan bij willen hebben?
Door iets systematisch in kaart te brengen, is het inleven in een situatie makkelijker.
,1.2 De theoretische basis van de systeemoptiek
De systeemtheorie richt zich op de processen en interacties die zich afspelen rondom een klacht of
probleem door te kijken naar de wisselwerking tussen delen van het systeem. Klachten van een individu
worden beïnvloed door de wisselwerking tussen hem en personen/zaken in zijn systeem
1.2.1 Uitgangspunten van de systeemtheorie
Het geheel is meer en anders dan de som der delen
Omdat elk deel van het systeem interacties heeft met alle andere delen binnen het systeem, is een groot aantal
combinaties mogelijk. Tijdens een brainstormsessie halen de teamleden veel meer uit zichzelf en elkaar dan zij
ieder voor zich zouden bereiken.
Een deel kan alleen begrepen worden in samenhang met het geheel
Het systeem is een geheel van acties en reacties en het is niet mogelijk één deel
te isoleren en als belangrijker te beschouwen dan de andere delen of het als
oorzaak van een bepaalde gebeurtenis te zien. Als je iemand in zijn eentje op
straat hardop ziet praten en lachen, zou je kunnen denken dat hij stemmen hoort
of een psychose heeft, tot je ziet dat hij een mobiele telefoon vasthoudt.
Een verandering in een deel beïnvloedt elk ander deel en daarmee ook het
geheel
Wanneer één onderdeel in het systeem verandert, zullen in het systeem
verschuivingen optreden waarbij alle deelnemers betrokken zijn. De geboorte
van een kind verandert van alles in een familie. Als het om een eerste (klein)kind
gaat, komen er ‘nieuwe’ rollen bij: iemand wordt moeder, vader, grootouder, enz.
Het gezin als mobiel: elke keer als een lid beweegt, beweegt de rest mee. De kwetsbaarheid van de balans
in een gezin wordt dan zichtbaar.
Professionals komen pas in beeld als het systeem om de een of andere reden vastloopt. De kunst is openingen
voor verandering te vinden door oog te hebben voor zowel de stabiliserende als de dynamische aspecten van
een systeem: hoe houdt het systeem het probleem in stand en hoe probeert het te veranderen?
1.2.2 Systeemoptiek om te ‘verbreden’
Bij de systemische manier van werken moeten professionals niet meer uitgaan van het lineaire oorzaak-
gevolgmodel, maar ruimte maken voor een circulaire kijk. Deze werkwijze veronderstelt dat klachten en
problemen van individuen voortkomen uit een keten van met elkaar verbonden patronen van gedrag en denken
over dat gedrag. Voor het verhelpen of verminderen van klachten moet het hele systeem bij het zoeken
naar oplossingen betrokken worden, direct of indirect.
‘’Op welke manier vertoont hij depressief gedrag?’’
‘’Aan wie toont hij dit?’’
‘’Hoe reageert de omgeving als hij depressief gedrag vertoont?’’
1.2.3 De wisselende aard van de waarheid
Ieder mens is geneigd datgene wat hij kent als waarheid te beschouwen. Ook elk systeem, met welke afkomst of
klasse dan ook, neigt naar een vaak vicieuze cirkel van eigen waarheden. Belangrijk is om te accepteren dat dé
waarheid niet bestaat en dat waarheid een persoonsgebonden begrip is.
Het is goed om je als professional onder alle omstandigheden bewust te zijn van het grote verschil tussen ‘ik vind
dat’ en ‘het is’. Vermijd discussies over de waarheden van het cliëntsysteem.
Het accepteren van en het omgaan met verschillende en zelfs strijdige waarheden is niet iets wat je automatisch
blijft doen nadat je het eenmaal geleerd hebt. Het is zó anders dan we gewend zijn: het westerse denken is nu
eenmaal lineair ingesteld en gebaseerd op oorzaak-en-gevolgketens waarbij een duidelijk onderscheid tussen
waar en niet-waar wordt gemaakt.
Elk gezin, ieder individu is anders. Maar daarin schuilt ook juist de uitdaging, en het helpt om nieuwsgierig te
blijven en het plezier in het vak te behouden
, 1.2.4 De factor macht in de systeemoptiek
Macht speelt altijd een rol: in iedere relatie, op elk moment. Als macht geen rol lijkt te spelen, is er sprake van een
evenwicht in de machtsrelatie.
Als machtsongelijkheid geaccepteerd is, spreken we van gezag of autoriteit: er is dan sprake van
hiërarchisch verschil, maar dit is gewenst, naar tevredenheid. Voorbeelden hiervan zijn de relaties tussen ouder
en kind, leraar en leerling, politie en burgers, en werkgever en werknemers.
Macht kan zowel bekeken worden vanuit het lineair-causale perspectief als vanuit het circulaire perspectief.
Lineair-causaal gezien is hier sprake van een oorzaak en een gevolg, dus maakt een dader een slachtoffer, dan
is er sprake van een ‘schuldige’, naar wie in onze maatschappij ook vaak gezocht wordt (‘Wie begon de ruzie?’,
‘Wie deelde de eerste klap uit?’, ‘Wie heeft de dader vrijgelaten zodat hij nog meer slachtoffers kon maken?’).
Circulair en systemisch gezien is er alleen sprake van interactie, onderlinge verbondenheid en verschil in
perceptie. Er is niet direct sprake van een slachtoffer en een dader, maar vooral van een machtsongelijkheid in de
interactie, waarbij het niet lukt om balans te vinden.
Machtsongelijkheid kan in allerlei systemen bestaan en op meerdere lagen.
Op microniveau leidt machtsverschil tot angst, onbegrip en huiselijk geweld.
Op mesoniveau veroorzaakt machtsverschil discriminatie, maatschappelijke ongelijkheid,
klassenscheiding en uitsluiting.
Op macroniveau veroorzaakt machtsongelijkheid racisme, oorlog en genocide, die op hun beurt de
machtsongelijkheid in stand kunnen houden.
In alle gevallen is sprake van een verstoord evenwicht. Om deze vicieuze cirkel te kunnen doorbreken, is het
nodig om de factor macht in de relatie te erkennen.
1.3 Van systeemtheorie naar Family Therapy
Na de tweede wereldoorlog ging men beseffen dat het betrekken van het systeem van de cliënt bij de
behandelingen meer en sneller resultaat oplevert dan een individuele aanpak. De wisselwerking tussen de cliënt
en zijn omgeving werd onderwerp van onderzoek.
Op blz. 40 & 41 zie je verschillende uitgangspunten van stromingen en pioniers over de systeemoptiek.
De afgelopen jaren wordt weer meer belang gehecht aan de invloed van het systeem van de cliënt en neemt de
vraag naar systemisch werken en systeemtherapie weer toe.
1.3.2 De positie van de transculturele systeembenadering
De transculturele systeembenadering is ontstaan uit de intergenerationele stroming, die ruimte biedt aan cultuur-,
gender-, klassen- en historische aspecten. Transcultureel gaat over de verwarring die kan ontstaan door culturele
verschillen enz., deze benadering is goed inzetbaar voor het werken met vluchtelingen.