Samenvatting - Micro-economie voor bedrijfskunde 16/20! (B. Heyndels - 2024)
Volledige samenvatting Micro-economie: colleges en boek
Alles voor dit studieboek
(42)
Geschreven voor
Vrije Universiteit Brussel (VUB)
Bedrijfskunde
Macro economie
Alle documenten voor dit vak (8)
Verkoper
Volgen
MarieDL
Ontvangen beoordelingen
Voorbeeld van de inhoud
Inleiding tot de macro economie
Overzicht leerstof
- H20 H21 H22 H23 H24 H25 H27 H28 H29 H30 H31 H32 H33 H34 H37
- Definities zijn te kennen: er is een begrippenlijst op canvas
Hoofdstuk 20: Meten van een land zijn welzijn
- Vervang afb 20.1 met “Our First Model: The Circular-Flow Diagram” uit de 3de editie van het handboek (als
pdf beschikbaar op het leerplatform).
- Werkcollege: Werken met groeivoeten, percentages, eenheden, en indices (bijlage). Oefeningen
bij hoofdstuk 20 (pp. 433–434): 1, 5 (en 2, 3, 4, 6, 9, 10 als de tijd het toelaat).
Micro: ind. beslissingen → macro economie in zijn totaliteit (prijzen in totaliteit, inkomens van alle gezinnen,
werkloosheid in het alg, rentevoeten,…
- Macro beslissingen hebben invloed op beslissingen van ond’en (vb inflatie, wisselkoersen)
Doel van macro economie = economische veranderingen die huishoudens, ond’en en markten beïnvloeden
uit te leggen. Het geeft een indicatie vh alg. welzijn.
- Objectief welzijn: meten vd kwaliteit vh leven.
- Subjectief welzijn: hoe mensen hun eigen geluk evalueren.
Meest gebruikte manier om welzijn ve economie te meten is het BBP (bruto nationaal product). Deze meet
het tot. inkomen ve land. (= wijdt verspreide macro economische statistiek)
- Wat economisten en politiekers als maatstaf voor gezondheid en welzijn gebruiken worden ≠ op
dezelfde manier waargenomen door burgers.
- We beginnen het onderzoek naar welzijn door te kijken naar het nationaal inkomen. Blijft een vd
belangrijkste manieren waarop welzijn wordt gerapporteerd en gemeten
o Kanttekening: ↑ inkomen leidt tot ↑ mogelijkheid om g en d te kopen wat leidt tot ↑ welzijn
o Dit kan worden geïnterpreteerd als gebaseerd op een consumentistisch waardensysteem dat
mogelijk onvoldoende rek. houdt met andere factoren die ook kunnen bijdragen aan
subjectief en objectief welzijn
De economie zijn inkomen en uitgaven
Het inkomen ve land berekenen: zie economische kringloop (extra blad 1)
Inkomen wordt gebruikt om welzijn te meten, want het inkomen wordt door mensen gebruikt om te voorzien
in noodzakelijke en luxegoederen. (Inkomen wordt gelijkgesteld met bepaalde levensstandaard)
- Levensstandaard: het # g en d die aangekocht kunnen worden door de populatie ve land
o ↑ inkomen= ↑ levensstandaard (betere huizen, auto’s, vakanties etc)
BBP meet 2 dingen tegelijkertijd
- Totale inkomsten van iedereen in de economie
- Totale uitgaven aan G en D
➔ deze 2 dingen zijn eigenlijk hetzelfde want elke transactie heeft 2 partijen: een koper en
een verkoper: één euro uitgegeven door koper is één euro inkomst voor verkoper. De
transactie draagt evenveel bij aan inkomsten als aan uitgaven.
,Deze gelijkheid kan je zien in de economische kringloop (blad)
- Model beschrijft alle transacties tussen huishoudens en bedrijven
- Markt voor g en d: Huishoudens en bedrijven interageren doordat bedrijven g en d voorzien die door
huishouden worden gekocht.
- Wat huishoudens spenderen aan de g en d representeert de opbrengst voor de bedrijven
- De 2 partijen interageren ook in een markt van productiefactoren. Bedrijven gebruiken het geld dat
ze verdienen door G/D te verkopen om productiefactoren aan te kopen van huishoudens die deze
factoren aanbieden.
- Het inkomen dat de huishoudens krijgen door verkoop van productiefactoren (lonen, rente, interest,
winst) wordt gebruikt om voor G/D te betalen.
- In deze economische kringloop stroomt er geld van huishoudens naar bedrijven en dan terug naar
de huishoudens.
- ≠ al het inkomen van huishoudens gaat naar G/D. Een deel van dat inkomen wordt belast en gaat
naar de OH. Een deel vh inkomen zal gespaard worden en vind zijn weg naar financiële instellingen
in de vorm van pensioensparen, verzekeringen en sparen op bankrekeningen. Een deel vh inkomen
verlaat de economie door het te spenderen aan import. Dit geldt ook voor de overheid (T taxes, S
saving en M spending on imports). Dit noemen we de lekkages vd economische cirkel.
+Overheidsuitgaven (G): OH gebruikt de belastingopbrengsten en leningen van financiële instellingen voor
OH diensten en investeringen in infrastructuur, onderwijs gezondheid en defensie. De OHuitgaven komen
terug in de stroom terecht.
+Investeringen (I): bedrijven maken gebruik vd verstrekte middelen door spaarders in de financiële
instituties door te lenen om investeringsuitgaven voor nieuwe installaties, uitrusting en uitbreiding te
financieren. Deze investeringen vinden hun weg terug naar de markt voor G/D.
+Export (X): bedrijven zullen ook g en d die ze produceren in het buitenland verkopen en dus zal de opbrengst
vdze export terug in het systeem vloeien
Netto kapitaalstroom (N) : Financiële instituties zullen ook overzees geld lenen en bedrijven overzees
investeren in landen die wordt geregistreerd als netto kapitaalstroom (NCO)
• = Manier om het inkomen van een land te berekenen
Def: de marktwaarde van alle eind ge en die binnen een vastgestelde periode in een land zijn geproduceerd
• Q van alle producten . de P (marktwaarde)
Marktprijs: Het voegt veel verschillende soorten producten samen in een meting die de waarde vd
economische activiteit meet. Om dit te doen wordt de marktprijs gebruikt want deze laat zien hoeveel
mensen bereid zijn om te betalen, het reflecteert de waarde vd goederen.
• Als een appel 2x meer waard is dan een banaan, draagt de appel 2x meer bij aan BBP.
Van alle:
• BBP bevat alle dingen geproduceerd in de economie en verkocht op de markt.
• Omvat ook de marktwaarde vd huisvestingsdiensten vd woningvoorraad vd economie.
Voor een gehuurd huis: de huurprijs is gelijk aan zowel de uitgaven vd huurders als de inkomsten vd
verhuurder. Voor een gekocht huis: hier wordt een huurwaarde geschat. BBP is gebaseerd op
assumptie dat de eigenaar huur aan zichzelf betaald. Dus de huur is meegerekend in zowel hun
inkomen als uitgaven
, • Nadeel/tekortkoming vh BBP: er zijn zaken die waarde hebben, maar ≠ opgenomen worden in het
BBP.
o Veel g en d die worden verhandeld, maar ≠ officieel worden opgenomen in markten
waardoor deze transacties ≠ in het BBP worden meegeteld. Er zijn veel zaken die in cash
worden gedaan en ontsnappen aan de OH. We noemen dit de informele economie. Zeer
moeilijk om de grootte vdze economie te berekenen
o Vb groenten in supermarkt tellen mee, zelf gekweekt ≠, oppas krijgt €20 om op kinderen te
letten, is in het zwart dus telt ≠ mee voor BBP
• Voor sommige g en d is er geen marktwaarde. Denk vb aan lagere school, de brandweer
• Er zijn ook nog transactie van g en d in markten die illegaal zijn en hierdoor is het onwaarschijnlijk
dat ze bij de belastingdienst worden aangegeven. Dit kan de waarde vh BBP ook beïnvloeden. (vb
drugs, prostitutie)
• Werk dat door huisvrouwen/mannen, kinderoppas door grootouders etc. wordt ook ≠ meegerekend
ondanks dat het een bijdrage aan het welzijn is. Hierdoor wordt het welzijn in de economie
ondergewaardeerd en ook de bijdrage van VR in de economie is ondergewaardeerd.
Eindgoederen
• Vb Er word papier verkocht aan een bedrijf dat kaartjes maakt
o Papier is intermediair goed en kaartjes is een eindgoed
o BBP neemt enkel de waarde vd eindgoederen op omdat de waarde vh intermediair goed al
meegeteld wordt bij de prijzen vh eindgoed.
▪ Intermediar goed wordt vd ene onderneming aan de andere verkocht
o Als we de waarde van papier ook nog zouden meetellen, krijgen we dubbeltellingen
o Uitz:
▪ Wnr een intermediair goed wordt geproduceerd, maar ipv het te gebruiken wordt
het aan de inventaris/voorraad toegevoegd.
▪ Het intermediair goed wordt dan gezien als eindgoed op dat moment en de waarde
vh goed als voorraad-investering wordt toegevoegd aan het BBP.
▪ Wnr de voorraad vh intermediair goed later wordt gebruikt of verkocht, is de
onderneming zijn voorraad investering negatief en het BBP wordt overeenkomstig
verminderd.
Vb les: Productie van bloem voor het maken van brood. In die bloem zit ook nog graan. Dit graan zou anders
3 keer meegeteld worden. Daarom wordt dus enkel het brood geteld
Goederen en diensten
• Zowel tastbare goederen (voedsel, kleren, auto’s) als ontastbare diensten (haren knippen,
poetsvrouw, doktersbezoek)
Geproduceerd
• BBP bevat g en d momenteel geproduceerd. Omvat geen transacties met artikelen die in het verleden
zijn geproduceerd.
o Vb je koopt een handboek, draagt bij tot BBP. Je verkoopt je handboek op tweedehands,
draagt ≠ bij aan BBP
In een land
• Meet de waarde vd productie binnen de geografische grenzen van een land. Artikelen worden
opgenomen in het BBP van een land als ze in het binnenland geproduceerd zijn ongeacht wat de
nationaliteit vd producent is
o Vb Ik als Belg werk in Nederland, ik draag bij tot BBP van Nederland
o Wnr een Nederlander een bedrijf opent in België draagt hij ≠ bij tot BBP van Nederland, maar aan dat
van Bel
o Vb syrier die eten maakt in syrisch restaurant in Bel telt mee met BBP
, In een gegeven tijdsperiode
• BBP meet de waarde vd productie die plaatsvind in een bepaalde tijdsperiode.
• Meestal is deze periode een jaar of een kwartaal (3 maanden). Het BBP meet de economische stroom
van inkomens en uitgaven in die periode.
• Bij een kwartaal meting doen ze de inkomens en uitgaven uit die 3 maanden maal 4 om tot een
jaarlijks cijfer te komen. Wnr ze data van kwartaal nemen doen ze wel een ‘seasonal adjustment’
omdat er in bep. tijden vh jaar meer/minder goederen van iets worden verkocht
o = een Stroomvariabele: hoeveelheid per tijdseenheid (vb winst verlies rekening)
o Tegenovergestelde is een Voorraadvariabele: voorraad wordt gemeten op een bepaald punt
in de tijd (balans van activa en passiva)
Stukje uit de les: 3 manieren om het BBP te berekenen:
• Productie
• Inkomen
• Bestedingen
(In principe is er dus geen verschil tussen de 3 berekeningen, in de praktijk wel klein verschil, we nemen het
gemiddelde vd 3)
1. Productie
We zaten met het probleem van intermediaire goederen. (denk aan waardeketen brood).
Vb
• Het is in de realiteit ≠ altijd duidelijk wat intermediair is en wat eindverbruik is. Vb zelf bloem kopen
om thuis een brood te bakken, of stokbrood kopen om een smosje mee te maken.
• Daarom gebruiken we de methode van toegevoegde waarde (TW) :
Vb notities hier tekenen
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper MarieDL. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,48. Je zit daarna nergens aan vast.