Samenvatting Artikelen Beleid- en Besluitvorming
Inhoudsopgave
J. Elster, Explaining Social Behavior: More Nuts and Bolts for the Social Sciences................................. 2
Hoogerwerf ............................................................................................................................................. 4
Winter...................................................................................................................................................... 7
Rekenkamer Rotterdam ........................................................................................................................ 11
Van der Knaap ....................................................................................................................................... 15
Rittel & Webber..................................................................................................................................... 18
Jones & Baumgartner ............................................................................................................................ 21
Baumgartner et al.................................................................................................................................. 24
Pierson I ................................................................................................................................................. 27
Pierson II ................................................................................................................................................ 32
Van Thiel & Leeuw ................................................................................................................................. 36
Bannink .................................................................................................................................................. 38
Van den Heuvel ..................................................................................................................................... 41
Shover.................................................................................................................................................... 45
Van de Bunt & Huisman ........................................................................................................................ 48
Van Montfort ......................................................................................................................................... 50
Lipsky ..................................................................................................................................................... 52
Gowda ................................................................................................................................................... 54
Loewenstein, Brennan & Volpp ............................................................................................................. 57
Johnson & Goldstein.............................................................................................................................. 58
Abadie & Gay ......................................................................................................................................... 59
Simon, Smithburg & Thompson ............................................................................................................ 61
,J. Elster, Explaining Social Behavior: More
Nuts and Bolts for the Social Sciences
Chapter 2 Mechanisms
Opening the black Box
Wetenschap is veelal gebaseerd op de general law dat wanneer aan bepaalde voorwaarden is
voldaan, een bepaald soort uitkomst zal volgen. Hier valt tegenin te brengen dat zelfs als er al een
general law zou bestaan, zouden de voorwaarden nog niet het resultaat verklaren. Er kunnen allerlei
andere factoren meespelen. Het meenemen van die factoren heet opening the black box. Je moet
zoeken naar een causal chain (a verklaart b verklaart c etc.) waarbij geldt dat hoe groter het aantal
schakels, hoe kleiner de kans op het trekken van een onjuiste conclusie. Echter, ook als voor alle
mogelijke derde factoren gecontroleerd wordt en de general law nog steeds blijkt te gelden, weet je
nog niet waarom a leidt tot b.
Mechanisms
In de sociale wetenschap zijn maar weinig goed-gegronde general laws. We spreken van een weak
law als we de richting van de verandering kunnen voorspellen (stijging vs. daling etc.), maar niet de
omvang van die verandering. Daarnaast geeft het ook geen verklaring voor het verband. In de sociale
wetenschap zou een goede general law individueel gedrag moet kunnen voorspellen. Dit noemen we
methodological individualism. Hiervoor moet worden gekeken naar mechanisms. Dit zijn veel
voorkomende en herkenbare patronen die:
• getriggerd worden onder onbekende omstandigheden of;
• onbepaalde gevolgen hebben.
Aan de hand van de deze mechanismen kunnen we gedrag wel verklaren maar niet voorspellen.
Denk hierbij aan een omgeving waarin alcohol wordt gebruikt. De een zal dit ook gaan doen omdat
zijn omgeving dit doet (mechanism of conformism), terwijl de ander dit juist niet doet om zich van
die omgeving af te zetten (mechanism of anticonformism). Beiden volgen een mechanisme welke
we kunnen verklaren, maar we kunnen het gedrag niet voorspellen. Dit verklaart overigens nog niet
waarom aan een bepaald mechanisme wordt gehouden, maar het verklaart wel al een deel.
Veel mechanismes kunnen tegenstrijdig zijn. Neem het voorbeeld doneren. Als maar weinig mensen
geld doneren, kan iemand die daar wel in geïnteresseerd is juist heel veel doneren om te
compenseren voor de rest, of juist niet doneren omdat hij toch geen verschil zal maken. Veel
spreekwoorden omschrijven ook mechanismes en komen vaak in tegenstrijdige paren: "absence
makes the heart grow fonder"" versus "out of sight out of mind".
Met "getriggerd onder onbekende omstandigheden" wordt bedoeld dat we niet weten welke
omstandigheden conformisme of anticonformisme tot gevolg heeft. Met "onbekende gevolgen
hebben" wordt gedoeld op het feit dat we in een bepaalde omstandigheid niet weten of het netto
effect negatief of positief zal zijn. Er kan namelijk een endowment effect ontstaan (iets positiever
gaan zien wanneer je het hebt) of een contrast effect (iets positiever gaan zien wanneer je het niet
meer hebt)
Wanneer we van alle individuen (of een representatieve steekproef) kijken naar mechanismes die
zijn getriggerd onder onbekende omstandigheden kan een zero net effect ontstaan. Dit kan
betekenen dat we te maken hebben met:
1. Een homogene populatie bestaande uit individuen die daadwerkelijk niet worden beïnvloed
door het onderzochte fenomeen, of;
2. Een heterogene populatie bestaande uit individuen die extreem beïnvloed worden door het
onderzochte maar in tegengestelde richting
,Molecular Mechanisms
Moleculaire mechanismes zijn opgebouwd uit losse ofwel atomische mechanismes. Dit wil zeggen
dat een de verschillende "simpele" mechanismes elkaar in stand houden of versterken. Neem
bijvoorbeeld de twee mechanismes (voortkomend uit spreekwoorden): "de angst is vaak groter dan
het gevaar" en "angst versterkt het gevaar". Doordat de angst het gevaar vergroot, wordt de angst
volgens het eerste spreekwoord weer groter, waardoor de angst weer groter wordt etc. Hierdoor
wordt het fenomeen angst dus in stand gehouden.
Mechanisms and laws
In sommige gevallen kunnen we een conditie toevoegen waardoor we in het geval van onbekende
omstandigheden toch kunnen voorspellen wat de uitkomst is. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de
tegenstelling: "absence makes the heart grow fonder" en "out of sight out of mind". Wanneer we
bijvoorbeeld de factor duur van de afwezigheid toevoegen, kan worden gesteld dat een korte
afwezigheid juist iets goeds kan betekenen, terwijl een langere afwezigheid het tegenovergestelde
bereikt. Hetzelfde geldt voor de hoe groot de passie voor het gemiste is. Een kleine passie zal niet
snel worden gemist maar een grote passie juist wel. Het toevoegen van dit soort factoren kan een
mechanisme omzetten tot wetmatigheid. Hierbij is wel van belang dat wordt gekeken naar de
interactie van die verschillende factoren.
Interaction among causes
Er wordt vaak gesteld dat verschillende oorzaken apart van elkaar leiden tot een gezamenlijke
uitkomst (additive model). Dit is echter zelden het geval. Veel vaker is het zo dat de twee (of meer)
oorzaken elkaar beïnvloeden en zo gezamenlijk een bepaald effect bewerkstelligen.
Er kan ook sprake zijn van een reversal effect. Een voorbeeld hierbij is het verband tussen de
gemoedstoestand voorafgaand aan drugsgebruik en het drugsgebruik in relatie tot de
gemoedstoestand na afloop van het drugsgebruik. Drugs kunnen namelijk de gemoedstoestand
verbeteren (waardoor je je hoe dan ook beter voelt), of juist versterken (waardoor je je veel slechter
of veel beter gaat voelen).
Wanneer we tegenstrijdige data hebben is er meer mogelijk dan enkel de interactie tussen factoren
bepalen. Er kan ook aan data mining worden gedaan. Dit wil zeggen dat we, wanneer we een theorie
hebben, niet op zoek gaan naar een wiskundige formule met een goede statistische fit, maar juist
naar een wiskundige formule die goed aansluit op de afhankelijke variabele. In de wetenschap wordt
over het algemeen naar een logische verklaring gezocht die een bepaalde ontdekking al dan niet
rechtvaardigt. In de sociale wetenschappen is dit echter veel minder belangrijk aangezien er vaak
geen rekening wordt gehouden met veranderde of nieuwe gegevens.
Al met al kan worden gesteld dat men nog te weinig begrijpt van multifactoriële causaliteit en zou
het beter zijn als we wat minder verwachtingen hadden achter bepaalde theorieën.
, Hoogerwerf
1.1 Beleid en beleidswetenschap
In de volksmond wordt met beleid bedoelt de wijze van behandelen van een zaak. Het betreft een
gedragslijn en gewenste richting. Tegelijk betekent het ook overleg, bedachtzaamheid en
omzichtigheid. Aan de ene kant heerst een besef van wenselijkheden, aan de andere kant het besef
van (on)mogelijkheden. Beleid is dus willens en wetens handelen. Het wetens gedeelte komt uit
zowel de praktijk als de wetenschap. Zo ontstond vlak na de Tweede Wereldoorlog de
beleidswetenschap als studie. In dit boek wordt een empirisch-analytische benadering gebruikt
waarbij er systematisch wordt getracht om inzicht in de werkelijkheid te krijgen. Hierbinnen worden
zowel, micro (individu)- als meso(groep/organisaties)- en macrobenaderingen(samenleving in relatie
tot het politieke stelsel) gebruikt. Beleidsverschijnselen worden verklaard uit centrale kenmerken van
actoren zoals doeleinden, informatie en macht van betrokkenen. De sociale werkelijkheid wordt echt
niet volledig empirisch-analytisch benaderd maar gebruikt soms ook normatieve, historische of
argumentatieve benaderingen.
1.2 De beleidsinhoud
Voor het geven van een definitie van beleid moeten drie vragen worden beantwoord:
1. Is beleid een plan of handelen? In dit boek wordt geargumenteerd dat het beiden is. Beleid is
een streven (doelgericht handelen) en daartoe behoren activiteiten (handelen)
2. Is beleid een samenstel van doeleinden en middelen? In dit boek wordt er vanuit gegaan dat
doeleinden en middelen samen de grondstructuur van beleid vormen. Dit heet ook wel finaal
denken. Doeleinden en middelen kunnen echter wel vaag zijn en met de gekozen middelen
wordt niet per definitie het beoogde doel bereikt. Beleid is niet altijd rationeel:
a. Rationeel is wat op houdbare argumenten berust
b. Doelrationeel is doelgericht, doeltreffend en doelmatig
3. Moeten tijdskeuzen worden opgenomen in de definitie? In dit boek wordt beargumenteerd
van wel aangezien doeleinden veelal zijn gekoppeld aan een bepaald tijdstip of tijdsvolgorde.
Gezichten van beleid
Beleid kent twee gezichten:
1. Samenstel van doeleinden, middelen en tijdskeuzen
2. Antwoord op een probleem
Een probleem is een verschil tussen een maatstaf en een voorstelling van een bestaande of
verwachte situatie. De manier waarop een probleem omschreven wordt werkt door in de keuze van
doeleinden en middelen waarmee een beleid gevormd wordt. Een probleem wordt een
beleidsprobleem wanneer het op de agenda van de overheid of andere beleidsvoerders komt.
Bij het oplossen van een probleem is het belangrijk om het beleidsveld in kaart te brengen, of wel
het deel van de maatschappij waar het probleem speelt en de maatschappelijke processen die
binnen dat deel plaatsvinden. Zo kan de afstand tussen het beleid en het beleidsvaeld worden
verkleind. Vervolgens moet een beleidsinstrument worden gekozen voor het bereiken van het
gekozen doeleinde. Een specifiek soort zijn bestuursinstrumenten, deze zijn gericht op de
coördinatie tussen beleidsbepalende en beleidsuitvoerende organisaties. De keuze van
beleidsinstrumenten zijn afhankelijk van de beleidstheorie uit de beleidspraktijk. Dit zijn
veronderstellingen over drie verschillende soorten relaties:
1. Doeleinden - middelen (finale relatie)
2. Oorzaken - gevolgen (causale relatie)
3. Waarden - normen (normatieve relatie)
Kennis over deze veronderstellingen belangrijk omdat beleid anders niet doeltreffend, doelmatig en
aanvaardbaar kan zijn.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper lisarockx. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,99. Je zit daarna nergens aan vast.