G.Bies
Medicatie veiligheid voor niveau 3 IG,
Je hoeft niet alle soorten medicijnen uit je hoofd te weten, het gaat er juist om hoe en
wanneer, en aan wie je het toedient en wat voor wijze, en hoe zit het met gemalen
medicatie, opiaten, dubbele controle, bijwerkingen.
1.Voordelen van baxteren
-Foutloos dankzij machinale verpakking en zorgvuldige controle.gema
-In een oogopslag is te zien of u uw medicatie al heeft ingenomen.
Nadelen baxteren
-Het nadeel is dat niet alle medicijnen in het baxterzakje kunnen. Vloeibare medicijnen en
medicijnen waarvan de hoeveelheid die per dag kunnen verschillen.
-Als er 1 medicijn moet worden aangepast, moet meteen de hele rol veranderd worden.
-moeilijker een pil niet in te nemen, want soms moeilijk te zien. (Denk bijv aan een pil tegen
de hoge bloeddruk overslaan omdat de bloeddruk juist laag is). Dus bij wisseling van de
medicijnen. Nog een nadeel, alleen maar hele pillen, halve kunnen niet.
2. Welke medicatie ksn niet in het baxtersysteem worden gezet.
Chronisch deelbare medicatie wel volgens een regelmatig patroon worden toegediend
bijvoorbeeld zetpillen. Vloeibare medicatie, cremes en oogdruppels, of medicijnen die
termpratuur gevoelig zijn.
3. 6 verschillende soorten van toedieningsvormen
Oraal: furosemide(plaspil), metformine (om bloedsuiker omlaag te helpen bij
diabetici
Subcutaan: fraxiparine (om trombose te voorkomen als iemand bedlegerig is),
morfine (bij pijn)
Intramusculair: diclofenac (bij koliekpijnen), dipidolor (bij hevige pijn)
, Cutaan: Lanette creme, (verzachtend) Daktarin(schimmelinfecties)
Inhalatie: Salbutamol (opent de luchtwegen), Ipratropium (bij astma)
Intraveneus: augmentin(antibiotica), Meticloperamide (bij ernstige misselijkheid)
4. de 5 Aandachtspunten bij het uitdelen van medicatie
De 5 J, s -Identiteit van de cliënt (naam, voorletter, geboortedatum) -Juiste medicatie,
Juiste dosis, Juiste tijd, Juiste toedieningswijze.
Zijn de afspraken duidelijk?
Is het een actueel medicatieoverzicht?
Kan je ongestoord werken? (Geel hesje en geen pieper)
Signalerende functie. Als bijvoorbeeld de bloeddruk laag is, ga je geen
bloeddrukverlagende medicatie toedienen (bijvoorbeeld nifedipine)
Opletten dat de patiënt de middelen ook inneemt (dus niet alleen maar neerzetten)
Bij symbool oogje.
5. Noem twee Verschillende wijzen van injecteren
● Subcutane injectie
Het medicijn wordt via een injectiespuit onder de huidlaag ingebracht.
● Intramusculaire injectie
Het medicijn wordt via een injectie direct in het spierweefsel ingebracht. (Musculus =
spier). Een intramusculaire injectie werkt weer sneller dan een subcutane injectie.
6. Medicatie mag niet gemalen worden,
Wanneer er RET op de verpakking staat, dus geen retard medicatie.
Medicatie met een vertraagde afgifte.
Tabletten alleen malen op voorschrift van een arts.
Als het Maagsap resentie coting bevat.
7. Bij een onbekend medicijn,
Informatie kunnen we achterhalen op de app farmacotherapeutisch kompas of de apotheek
app. Of in de bijsluiter.
8. Vervaldatum medicijnen,
Houdbaarheid, na de vervaldatum (EXP)
Na deze datum mogen de medicijnen niet meer worden gebruikt.
9.Antibiotica aandachtspunten,
-De kuur op juiste wijze en juiste tijden wordt ingenomen.
-Dat de kuur wordt afgemaakt.
-Observatie vanovergevoeligheid/allergische reactie (Koorts, benauwdheid, huiduitslag)
-Observatie van eventuele bijwerkingen en eventueel controle van wisselwerking met de
andere medicijnen.
-De cliënt goed inlichten over het gebruik van antibiotica.