Cursus: MB0106192034
Studietaak: 1-4
Naam: Mart J. M. Hogendoorn
Studentnummer: 852223579
In deze studietaak is antwoord gegeven op de vragen omtrent deductieve redeneringen. Hierbij is
per deductieve redenering aangegeven of deze geldig of ongeldig is. Wanneer de deductieve
redenering als ongeldig is verklaard, is daarbij ook verklaard waarom de conclusie die volgt niet
logisch is.
Deductieve redenering A: Geldig
Als het regent, wordt alles wat buiten is nat.
Het regent.
Mijn auto staat buiten.
Dus: mijn auto wordt nat.
Deductieve redenering B: Geldig
Door het toepassen van de Balance Score Card verbeteren bedrijfsresultaten.
Mijn bedrijf gaat de Balance Score Card toepassen.
Dus: mijn bedrijf gaat betere bedrijfsresultaten halen.
Deductieve redenering C: Ongeldig
Alle auto’s die na 1994 zijn gebouwd, hebben een katalysator.
Mijn auto heeft een katalysator.
Dus: mijn auto is gebouwd na 1994.
De deductieve conclusie die voortvloeit uit de twee premissen is in dit geval ongeldig omdat er
sprake is van een bevestigende consequens, wat een ongeldige deductieve redeneervorm is. In
deductieve redenering C wordt namelijk gesteld:
- A = Alle auto’s die na 1994 zijn gebouwd -> B = hebben een katalysator
- Mijn auto heeft een katalysator = B -> Dus dan moet mijn auto ook A zijn (gebouwd na 1994).
Dat A altijd tot B leidt, betekent niet dat B ook automatisch altijd tot A leidt. Bijvoorbeeld: Mijn auto
kan ook in 1990 gebouwd zijn en een katalysator hebben. Kortom, in deductieve redenering C is
sprake van een bevestigende consequens wat maakt dat hier sprake is van een ongeldige deductieve
redeneervorm.
Deductieve redenering D: Ongeldig
Mijn bedrijf heeft verandertraject X doorlopen.
De bedrijfsresultaten van mijn bedrijf zijn verbeterd.
Dus: verandertraject X verbetert de bedrijfsresultaten van mijn bedrijf.
De deductieve conclusie die voortvloeit uit de twee premissen is in dit geval ongeldig omdat in de
conclusie ten onrechte een oorzakelijk verband tussen verandertraject X en de verbetering van de
bedrijfsresultaten wordt getrokken. Zoals Gelderman en van Zanten (2013) stellen: “een statistische
correlatie is nog geen oorzakelijk verband’’ (p. 24). De verbetering van het bedrijfsresultaat kan
bijvoorbeeld ook door een andere oorzaak teweeg zijn gebracht.
Literatuurlijst
Gelderman, C.J., & van Zanten, W.P.C. (2013). Inductie en deductie. Methoden en technieken
van onderzoek, 20-25.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper mhogendoorn. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.