100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Fiscale Aspecten (minor FVR) €4,49
In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Fiscale Aspecten (minor FVR)

1 beoordeling
 61 keer bekeken  4 keer verkocht

De volgende stof staat in de samenvatting: Week 1: Hoofdstuk 11.1 t/m 11.5 uit reader (Belastingrecht voor B&M) Week 2: Hoofdstuk 11.6.1 t/m 11.6.3 en 11.7.4 t/m 11.7.9 uit reader (Belastingrecht voor B&M) en Par. 5.6 en 5.7 uit reader (Wegwijs) Week 3: hetzelfde als week 2 Week 4: 11.4 en 11....

[Meer zien]

Voorbeeld 3 van de 20  pagina's

  • 26 mei 2020
  • 20
  • 2019/2020
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (4)

1  beoordeling

review-writer-avatar

Door: myrtheottens1 • 4 jaar geleden

avatar-seller
michelleboon_
Fiscale aspecten
Week 1
Erfbelasting wordt geheven over alles wat iemand ‘krachtens erfrecht’ verkrijgt van iemand die op
het moment van overlijden in Nederland woonde. In het kader van de erfbelasting is de erfgenaam of
de zogeheten ‘legataris’ de belastingplichtige (art. 1 SW).

Schenkbelasting wordt geheven over alles wat door schenking wordt verkregen van iemand die op
het tijdstip van de schenking in Nederland woonde. Onder een schenker verstaan we ‘elke
bevoordeling uit vrijgevigheid’. Degene die de schenking ontvangt – de ‘begiftigde’ – is
belastingplichtig (art. 1 SW).

Zowel voor de schenkbelasting als voor de erfbelasting is vereist dat de schenker/erflater in
Nederland woont. De vraag waar iemand woont, hangt af van de omstandigheden. Globaal gaat het
er hierbij o waar ‘het centrum van iemands levensbelangen’ ligt (art. 4 AWR). De woonplaats van de
erfgenaam of degene die een schenking krijgt, doet er niet toe.
Als de erflater of schenker naar een ander land emigreert, is het in principe mogelijk om aan de
Nederlandse heffing van schenk- of erfbelasting te ontkomen. Wel moet een belastingplichtige met
de Nederlandse nationaliteit bij een ‘fiscaal geïnspireerde emigratie’ rekening houden met een
‘wachttijd’ van 10 jaar. Een Nederlander die binnen 10 jaar ná zijn emigratie een schenking doet,
wordt namelijk geacht nog steeds in Nederland te wonen (art. 3 lid 1 SW). Deze woonplaatsfictie
geldt ook bij vererving.

De wet kent ook nog een 1-jaarsfictie. Op grond van deze fictie is een schenking altijd onderworpen
aan Nederlandse schenkbelasting als een schenker binnen 1 jaar ná emigratie uit Nederland een
schenking doet, óók als de schenker niet de Nederlandse nationaliteit heeft (art. 3 lid 2 SW).

Om dubbele heffing als gevolg van de woonplaatsfictie te vermijden, heeft Nederland met een aantal
landen erfbelastingverdragen gesloten. Is er geen verdrag van toepassing, dan verleent Nederland in
sommige gevallen een belastingvermindering op grond van het Besluit voorkomen dubbele belasting
2001.

De tarieven voor de schenk- en erfbelasting zijn gelijk. De SW kent drie tariefgroepen, met elk twee
tariefschijven (art. 24 lid 1 SW).
 In tariefgroep I (10%-20%) vallen de partners en de kinderen.
 In tariefgroep IA vallen de kleinkinderen; voor hen geldt een opslag van 80% t.o.v.
tariefgroep I, waardoor de tarieven voor hen uitkomen op 18% en 36%.
 In tariefgroep II (30%-40%) vallen de overige verkrijgers.

In art. 5a AWR is een overkoepelend partnerbegrip opgenomen dat voor alle belastingwetten geldt.
In de SW wordt hier in art. 1a SW gedeeltelijk van afgeweken. Voor schenk- en erfbelasting worden
de volgende personen als partner aangemerkt:
- Gehuwden, mits zij niet zijn gescheiden van tafel en bed (art. 5a lid 3 AWR);
- Personen die een geregistreerd partnerschap zijn aangegaan;
- Ongehuwd samenwonenden (met of zonder samenlevingscontract), mits zij voldoen aan een
aantal aanvullende eisen.

,Om voor schenk- en erfbelasting als partner te kunnen worden aangemerkt, moeten ongehuwd
samenwonenden bij overlijden gedurende 6 maanden (bij schenken 2 jaar) aan de volgende
voorwaarden voldoen (art. 1a lid 1 SW):
- Zij zijn beiden meerderjarig;
- Zij hebben een notarieel samenlevingscontract gesloten waarin een wederzijdse
zorgverplichting is vastgelegd;
- Zij hebben een duurzame gemeenschappelijke huishouding gevoerd en stonden gedurende
deze periode op hetzelfde woonadres ingeschreven in de basisregistratie personen;
- Zij zijn geen bloedverwanten in de rechte lijn van elkaar;
- Zij voldoen niet met een ander aan de bovengenoemde voorwaarden voor partnerschap.

De voorwaarde van een notarieel samenlevingscontract geldt niet als de ongehuwd samenwonenden
op het moment van overlijden of de schenking gedurende 5 kalenderjaren onafgebroken een
gemeenschappelijke huishouding hebben gevoerd (‘5-jaarseis’) en in de basisregistratie personen op
hetzelfde woonadres staan ingeschreven (art. 1a lid 3 SW).

Bij een huwelijk en geregistreerd partnerschap ontstaat civielrechtelijk aanverwantschap (art. 1:3
BW). Voor de SW wordt aanverwantschap gelijkgesteld met bloedverwantschap (art. 19 lid 1 letter b
SW). Dit betekent dat men voor de tariefgroepindeling en vrijstellingen hetzelfde wordt behandeld
als een echtgenoot/geregistreerde partner. Een soortgelijke gelijkstelling geldt voor personen die als
elkaars partner worden aangemerkt.

Stiefkinderen van gehuwden worden fiscaal als eigen kinderen aangemerkt (art. 19 SW). Deze
gelijkstelling geldt ook voor stiefkinderen van ongehuwd samenwonenden, mits deze voor schenk- en
erfbelasting als partner kunnen worden aangemerkt. Een soortgelijke regeling geldt voor
pleegkinderen (art. 19 lid 2 SW). Let wel: de vererving gebeurt in deze gevallen niet automatisch op
grond van de wet. Dit gebeurt uitsluitend als de vermelde kinderen in het testament als erfgenaam of
legataris zijn aangewezen.

Vrijstellingen erfbelasting (art. 32 SW)
Echtgenoten en €661.328 (minimaal €170.846 na Art. 32 lid 1, 4e, sub a SW
partners pensioenimputatie) Art. 32 lid 2 SW

(Klein)kinderen €20.946 Art. 32 lid 1, 4e, sub c en d SW

Zieke en gehandicapte €62.830 Art. 32 lid 1, 4e sub b SW
kinderen

Verkrijging ouders van €49.603 Art. 32 lid 1, 4e sub e SW
een kind

Overige gevallen €2.208 Art. 32 lid 1 4e sub f SW

Pensioen en lijfrenten Geheel vrijgesteld Art. 32 lid 1 5e SW
(e.d.)
ANBI/SBBI Geheel vrijgesteld Art. 32 lid 1 3e en 8e SW
Steunstichting SBBI Geheel vrijgesteld Art. 32 lid 1 9e SW
Verkrijging door een Geheel vrijgesteld Art. 32 lid 1 10e SW
werknemer
Lopende termijnen Geheel vrijgesteld Art. 32 lid 1 11e SW

, De aanspraken ingevolge een pensioenregeling en lijfrenten (inclusief de zogenoemde netto lijfrente)
zijn volledig vrijgesteld van erfbelasting, mits de premies aftrekbaar waren voor de
inkomstenbelasting (art. 32 lid 1 5e jo. lid 4 SW). Als de premies niet aftrekbaar waren, is de
aanspraak bij overlijden wel belast.

Als bij het overlijden van een echtgenoot/samenlevende partner een recht op een
nabestaandenpensioen of lijfrente en dergelijke wordt verkregen, is deze aanspraak niet belast voor
de erfbelasting (art. 32 lid 1 sub 5e SW). De andere kant van de medaille is dat hiermee wel rekening
wordt gehouden bij de toepassing van de partnervrijstelling.
Deze uitkeringen worden namelijk gekort op de partnervrijstelling van €650.913 (art. 32 lid 1, 4e sub
a SW). Deze korting – de zogenoemde pensioenimputatie – bedraagt 50% van de waarde van de
pensioen- of lijfrenteaanspraak. Bij de berekening van de aanspraak mag rekening worden gehouden
met een latente belastingclaim van 30% op de toekomstige uitkeringen. Na toepassing van de
kortingsregel bedraagt de partnervrijstelling minimaal €170.846 (art. 32 lid 2 SW).

ANBI = algemeen nut beogende instelling. Een algemene omschrijving van het begrip ANBI is
opgenomen in art. 5b AWR. Vereist is dat de instelling nagenoeg uitsluitend (=90% of meer) het
algemeen nut beoogt en dat de instelling als zodanig is aangemerkt door de inspecteur. In de wet is
limitatief opgesomd welke doelen als algemeen nuttig kunnen worden aangemerkt. Daarnaast
kunnen ook instellingen die financiële ondersteuning geven aan vermelde doelen in aanmerking
komen voor de ANBI-status. Vereist is verder dat de instelling is gevestigd in het koninkrijk, een EU-
staat of een bij ministeriële regeling aangewezen staat. Het begrip koninkrijk is gedefinieerd in art. 2
lid 3 letter d 1e AWR. Instellingen die in een ander land zijn gevestigd, kunnen ook de ANBI-status
krijgen als zij door de minister als zodanig worden aangemerkt en zolang zij voldoen aan door hem te
stellen voorwaarden (art. 5b lid 1 letter b AWR).

SBBI = sociaal belang behartigende instelling. Een SBBI is een instelling (meestal een vereniging) die
een sociaal belang behartigd (art. 5c AWR). De instelling mag niet aan winstbelasting zijn
onderworpen (dan wel daarvan zijn vrijgesteld). Verder mag aan het legaat of de erfstelling niet een
opdracht zijn verbonden die aan de verkrijging het karakter ontneemt van te zijn geschied in het
sociaal belang (art. 32 lid 1 sub 8e SW). Een SBBI hoeft niet vooraf als zodanig te worden aangewezen
door de Belastingdienst. Een verkrijging door een steunstichting SBBI is eveneens vrijgesteld van
erfbelasting (art. 32 lid 1 sub 9e SW). Een steunstichting is speciaal opgericht om geld in te zamelen
voor het aangewezen doel van de SBBI (art. 5d AWR).

Vrijstellingen schenkbelasting (art. 33 SW)
Verkrijging kind van ouders
- Jaarlijkse vrijstelling €5.515
- Eenmalige verhoging (kind tussen 18 en 40 jaar);
bestedingsvrij €26.457
- Verhoging bij studie/opleiding (kind tussen 18 en 40 Art. 33 5e SW
jaar) €55.114
- Eenmalige verhoging bij verwerving eigen woning en
hiermee gelijkgestelde doeleinden (kind tussen 18 en 40
jaar) €103.643

Overgangsrecht bij verkrijging ‘eigenwoningschenking’ door kind
(indien eenmalige verhoogde vrijstelling vóór 2010 is benut) €22.072 Art. 82a lid 1 SW

Verkrijging overige gevallen €2.208 Art. 33 7e SW

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper michelleboon_. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 56326 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€4,49  4x  verkocht
  • (1)
In winkelwagen
Toegevoegd