Samenvatting van Management Accounting 1, welke gegeven wordt in leerjaar 1 van de opleiding bedrijfskunde aan de Avans Hogeschool. Betreft de informatie uit de sheets toevoegingen vanuit het boek.
,Week 1 (hoofdstuk 4)
Inleiding hoofdstuk 4
- Onderneming: bedrijf dat streeft naar winst en continuïteit op lange
termijn.
o Winst: blijft over nadat de kosten van de opbrengsten zijn
afgetrokken.
o Continuïteit: onderneming kan winst gedurende een aantal jaren
behalen om de verstrekkers van het vermogen een beloning te
kunnen geven.
Kosten ontstaan omdat een bedrijf productiefactoren opoffert bij de productie.
Een onderneming moet van te voren een keuze maken op welke manier zij de
producten wil gaan voortbrengen: productiemethode.
- Gekozen productiemethode bepaalt in welke verhouding de verschillende
productiefactoren worden ingezet.
o Arbeid natuur, kapitaalgoederen en de ondernemersactiviteiten.
- Onderneming offert deze productiefactoren op, maar alleen de doelmatig
gebrachte offers, die bovendien te voorzien moeten zijn, noemen we
kosten.
Om inzicht te krijgen zijn de kosten op verschillende manieren in te delen. Voor
elk verschillend doel kan een andere indeling gemaakt worden.
Kostenindelingen
Zijn 3 soorten kostenindelingen:
1. Constante en variabele kosten
o Constante kosten: reageren binnen een gegeven productiecapaciteit
niet op een verandering van de productie omvang
o Variabele kosten: reageren op een verandering van de
geproduceerde hoeveelheid.
Proportioneel: veranderen even snel als de productieomvang
Niet-proportioneel: veranderen minders snel of sneller dan de
hoeveelheid veranderd.
o Gemende kosten/semi-variabele kosten: combinatie van variabele
en constante kosten (komen het meeste voor)
2. Directe en indirecte kosten
o Directe kosten: kosten die rechtstreeks aan een product kunnen
worden toegerekend.
o Indirecte kosten: niet rechtstreeks aan het product toe te rekenen,
maar moeten wel in de kostprijs komen.
3. Categorische indeling
o Kosten zijn ingedeeld naar de productiefactoren die de kosten
veroorzaken. Deze opsplitsing geeft de ondernemingsleiding meer
inzicht in de totale kosten, en hoe en door wie deze kosten het best
beheerst kunnen worden. Kosten worden dan onderscheiden in de
volgende kostensoorten:
Kosten van grond
Kosten van grondstoffen en hulpstoffen
Kosten van arbeid
Kosten van duurzame productiemiddelen
, Kosten van diensten en derden
Kosten met betrekking tot belastingen
Naast deze 3 kostenindelingen nog enkele andere manieren om naar kosten te
kijken:
- Differentiële kosten: de extra kosten die gemaakt zijn voor extra productie
(meestal variabele kosten)
- Opportunity costs: geef je mee aan wat je mist aan het ene als je het
andere doet. De gemiste winst op een extra order zijn de opportunity
costs.
Variabele kosten
bij een hogere productie gebruik je meer grondstoffen en arbeidsuren. Een
grotere productie of afzet zorgt dus voor hogere kosten. Echter stijgen bij een
toename van de productie niet alle kosten. Huur van het bedrijfspand, de
afschrijving van de machines, etc. veranderen niet. Dat zijn dan constante
kosten.
De kosten die wel veranderen zijn de variabele kosten. Hoe groter de productie of
afzet, hoe hoger de variabele kosten. We onderscheiden 3 soorten variabele
kosten, omdat deze kosten niet allemaal veranderen op dezelfde mate:
1. Proportioneel variabele kosten: per eenheid blijven de variabele kosten
gelijk. per portie evenveel. Dus maak ik 1 product extra, dan komen er 1
keer al die variabele kosten erbij. Elke keer voor hetzelfde bedrag.
2. Progressief variabele kosten: variabele kosten per eenheid nemen toe als
de productie stijgt. Variabele kosten stijgen in verhouding dus sneller dan
de productieomvang. Bijv. arbeidskosten. Als er ’s avonds gewerkt moet
gaan worden moet 120% worden betaald.
3. Degressief variabele kosten: variabele kosten dalen als ik meer ga
produceren. Bijv. door bulkinkopen
Constante kosten
Constante kosten worden niet alleen bepaald door de aanwezige
productiecapaciteit, maar ook door de periode waarvoor de kosten zijn
vastgelegd, of door een beslissing van de ondernemingsleiding. Zolang de
omvang van de aanwezige productiecapaciteit gelijk blijft, liggen de
afschrijvingen van de duurzame productiemiddelen per jaar vast.
Constante kosten zijn dus kosten die niet meebewegen met de productieomvang.
De kosten gelden bij een bepaalde productiecapaciteit en voor een bepaalde
periode. Uiteraard kunnen de constante kosten stijgen als de productiecapaciteit
wordt uitgebreid.
Hoe hoger de productie is, hoe lager de constante kosten per eenheid zijn. de
constante kosten worden bij stijgende productie over een steeds groter aantal
producten verdeeld.
Normale productie
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper pleun_bdk. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,99. Je zit daarna nergens aan vast.