H12
12.1
In het lab is er besmettingsrisico door direct contact en indirect contact. Direct met bijv. monsters
bloed of sputum van patiënten met een infectieziekte. Indirect via handen van iedereen die op het
lab werkt. Andere bronnen van besmetting zijn prikincidenten met injectienaalden, incidenten met
gebroken glaswerk en bijten/krabben door proefdier.
Micro-organismen kunnen worden ingedeeld: Micro-organismen die onder normale omstandigheden
bij gezonde personen alleen bij een besmetting met grote aantallen tot een infectie leiden, Micro-
organismen die in kleine aantallen lichte tot ernstige maar geen levensgevaarlijk infecties kunnen
veroorzaken, Levensgevaarlijke micro-organismen.
Besmettingsrisico’s bij verschillende soorten humaan materiaal:
Bloed: Infectie is meestal het gevolg van besmetting van huiswondjes en via mondslijmvlies
en het oogbindvlies/hoornvlies.
Controle-sera, Urine
Faeces: van patiënten met diarree is besmettelijk, de weg is meestal van hand naar mond.
Sputum: Vanuit luchtweg (hoesten) of de mond (speeksel).
Maaginhoud
Liquor: hersenvocht.
Hersen- en zenuwweefsel, Sperma en vaginale uitscheiding, Overige lichaamsvloeistoffen
Droge materialen: huidschilfers, haren en nagels. Kunnen aan handen/kleding blijven kleven.
Kunnen (schimmel)aandoeningen veroorzaken bij contact met huid en haren.
Stukjes weefsel voor onderzoek.
12.2
Besmetting door onvoldoende persoonlijke bescherming en hygiëne: onvoldoende persoonlijke
bescherming (kleding, loshangend haar), onafgedekte wondjes, besmette handen (apparatuur
besmetten, eten en drinken), slordig omgaan met studie- en schrijfmateriaal besmetten.
Besmetting via apparaten, gebruiksvoorwerpen, kranen, meubilair en vloeren.
Besmetting bij monstername: met materiaal in contact komen, prikken aan gebruikte naald, via
adem van patiënt, vervoer van niet afgesloten monsterbuizen (lekkage).
Besmetting bij werken met pathogeen materiaal: onvoorzichtig afnemen van stop van
monsterbuizen of -vaatjes, door onzorgvuldig werk of glasbreuk morsen, bij breuk van buizen in de
centrifuge kan zich besmet materiaal verspreiden. Behandel al het humaan materiaal als potentieel
besmet.
Besmetting na afloop van het laboratoriumwerk: afvoer van infectieus materiaal,
wegwerphandschoenen en wegwerpmateriaal (eerst gesteriliseerd), materiaal dat opnieuw gebruikt
zal worden, moet worden gedesinfecteerd/gesteriliseerd (gevaar voor verwondingen).
12.3
Maatregelen tegen de in 12.2 genoemde risico’s.
12.4
Voor lab specifiek zijn er veilgheidsreglementen. Veilige Microbiologische Techniek is hiervan basis.