100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Werkboek algemeen bestuursrecht (tekst in Word) formatieve toetsen 9789462511811 tentamen bestuursrecht leerjaar 2 HAN €2,99
In winkelwagen

Antwoorden

Werkboek algemeen bestuursrecht (tekst in Word) formatieve toetsen 9789462511811 tentamen bestuursrecht leerjaar 2 HAN

2 beoordelingen
 129 keer bekeken  13 keer verkocht

De antwoorden zijn onder de vragen gezet en nader toegelicht. Door de tekst in een word bestand te hebben en de antwoorden onder de vragen kun je tijdens het online tentamen gemakkelijk dingen opzoeken.

Laatste update van het document: 4 jaar geleden

Voorbeeld 6 van de 77  pagina's

  • 30 mei 2020
  • 31 mei 2020
  • 77
  • 2019/2020
  • Antwoorden
  • Onbekend
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (7)

2  beoordelingen

review-writer-avatar

Door: farahNaz • 4 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: damlauludag • 4 jaar geleden

Alle vragen van het werkboek staan erin, inclusief antwoorden. Het is goede hulpmiddel bij het maken van de toets.

avatar-seller
jannekevanlangen
Hoofdstuk 1 Kernbegrippen van de Awb
1.1 Bestuursorganen
Toets 1
Geef aan of er in de volgende gevallen sprake is van een bestuursorgaan. Als er sprake van is, geef
dan aan of het gaat om een a-orgaan of een b-orgaan in de zin van art. 1:1 lid 1 Awb.
Vraag 1
De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid is:
Een a-orgaan van de Staat (art. 1:1 lid 1 onder a Awb). De Staat is een rechtspersoon krachtens
publiekrecht ingesteld (zie art. 2:1 lid 1 BW). Dit betekent dat de Staat niet in het leven is geroepen
door de in het BW voorgeschreven oprichtingshandelingen die gelden voor privaatrechtelijke
rechtspersonen zoals stichtingen (art. 2:3 en 2:86 BW). Een publiekrechtelijke rechtspersoon wordt
door een wet ingesteld. De staatssecretaris is hiervan een orgaan (zie art. 46 GW).
Vraag 2
De Voorzitter van de Centrale Raad van Beroep is:
De voorzitter van de CRvB is geen bestuursorgaan zie art. 1:1 lid 1 onder c jo. onder g Awb.
Vraag 3
De wethouder voor Sociale Zaken van de gemeente Nijmegen is:
Geen bestuursorgaan. Een wethouder maakt deel uit van het collegiaal bestuur van het college van
B&W. voor het zelfstandig functioneren van een wethouder bestaat geen grondslag in een wettelijke
regeling.
Vraag 4
Het college van bestuur van de Stichting Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN), is voor zover zij
het diploma bachelor of Laws uitreikt aan student A:
De stichting is geen orgaan van een rechtspersoon die krachtens publiekrecht is ingesteld. Dus geen
a-orgaan in de zin van art. 1:1 lid 1 onder a Awb. Is het een b-orgaan in de zin van art. 1:1 lid 1 onder
b Awb? Het college van bestuur is een orgaan bij de stichting HAN en deze heeft privaatrechtelijke
rechtspersoonlijkheid verkregen (art. 2:3 BW). Het college van bestuur voert bepaalde bepalingen uit
de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek uit en heeft derhalve enig
publiekrechtelijk gezag (persoon met enig openbaar gezag bekleed).
Toets 2
Geef aan of in de onderstaande gevallen sprake is van een openbaar lichaam, van een a-orgaan in de
zin van art. 1:1 lid 1 onder a of van geen van beide.
Vraag 1
De regering is:
De regering is een bestuursorgaan; een a-orgaan. De Staat is een rechtspersoon krachten
publiekrecht ingesteld zie art. 2:1 lid 1 BW. De regering is een orgaan van de Staat.
Vraag 2
Het bestuur van het KNVB is:
Het bestuur is een orgaan van het KNVB. De KNVB is echter niet een rechtspersoon krachten
publiekrecht ingesteld. Het bestuur van de KNVB is dus niet een a-orgaan. Het bestuur zou nog wel
een b-orgaan kunnen zijn, namelijk voor zover het met openbaar gezag zou zijn bekleed. Zou het
bestuur bijvoorbeeld de op een (publiekrechtelijke) wet gebaseerde bevoegdheid hebben om een
stadionverbod op te leggen, dan zou het een b-orgaan zijn. Het bestuur van de KNVB heeft evenwel
niet zo’n publiekrechtelijke bevoegdheid, en is dus geen bestuursorgaan.
Vraag 3
De Nederlandse Orde van Advocaten is:
Art. 134 GW: bij of krachtens de wet kunnen openbare lichamen voor beroep en bedrijf en andere
openbare lichamen worden ingesteld en opgeheven. Art. 17 Advocatenwet: de gezamenlijke
advocaten, die in Nederland zijn ingeschreven, vormen de Nederlandse orde van advocaten. Zij is
gevestigd te ’s-Gravens Hage en heeft rechtspersoonlijkheid. Zij is een publiekrechtelijk lichaam als
bedoeld in Art. 134 GW.

,Vraag 4
Het College van Beroep voor het bedrijfsleven is:
Het College van Beroep voor bedrijfsleven is met bestuursrechtspraak belast (zie de Wet
bestuursrechtspraak bedrijfsorganisaties). Op grond van art. 1:1 lid 2 onder c Awb is het CBB geen
bestuursorgaan.
Vraag 5
De voorzitter van het waterschap Dommel is:
De voorzitter is een orgaan (art. 10 Waterschapswet) van de krachtens publiekrecht ingestelde (art.
133 GW, art. 2 Waterschapswet) rechtspersoon (art. 2:1 lid 1 BW) het waterschap Dommel en dus
een a-orgaan (art. 1:1 lid 1 onder a Awb).
Toets 3
Karel wil een zomerfestival organiseren en heeft een aanvraag voor een evenementenvergunning
ingediend. Om de financiering van het festival rond te krijgen, heeft Karel ook een subsidie
aangevraagd bij de Stichting Zomerfeesten Zonnehof (SZZ). SZZ is opgericht door ondernemers uit de
gemeente Zonnehof SZZ heeft geld gekregen van de gemeente. SZZ mag van het gemeentebestuur
zelf beslissen onder welke voorwaarden er subsidie wordt verleend. SZZ wijst de subsidieaanvraag
van Karel af. Karel wil weten of SZZ een bestuursorgaan is en daarmee of hij een bezwaarschrift kan
indienen tegen de afwijzing.
Vraag: Is de Stichting Zomerfeesten Zonnehof een bestuursorgaan in de zin van de Awb?
De stichting is geen a-orgaan in de zin van art 1:1 lid 1 onder a Awb. Een stichting wordt opgericht
conform de regels uit het Burgerlijk Wetboek.
Vervolgens is de vraag of de stichting een b-orgaan is: een persoon met enig openbaar gezag
bekleed.
Het publieke taakcriterium is hier van toepassing. Arrest ABRvS 30 november 1995, (Stichting
Silicose)en arrest ABRvS 17 september 2014, 1995:3379 (Stichting bevordering kwaliteit
leefomgeving Schiphol.
Openbaar gezag kan als hoofdregel alleen worden toegekend bij wet in materiële zin (algemeen
verbindend voorschrift). Als de toekenning van een bevoegdheid in een algemeen verbindend
voorschrift ontbreekt, dan is een orgaan van een privaatrechtelijke rechtspersoon geen 'b-orgaan' in
de zin van artikel 1:1 lid 1 onder b Awb
Hierop geldt een uitzondering als de privaatrechtelijke rechtspersoon geldelijke uitkeringen of op
geld waardeerbare voorzieningen aan derden (bijvoorbeeld burgers) verstrekt én voldaan wordt aan
twee cumulatieve voorwaarden. Deze twee voorwaarden zijn:
a. als de uitkering in overwegende mate, dat wil zeggen in beginsel voor twee derde of meer, door
een a-orgaan wordt gefinancierd (het financiële vereiste). In casu is het geld afkomstig van een
bestuursorgaan van de gemeente Zonnehof. De stichting beschikt zelf niet over middelen uit andere
bron voor het verstrekken van gelden.
b. als de inhoudelijke criteria voor het verstrekken van gelden of op geld waardeerbare
voorzieningen in beslissende mate bepaald worden door een a-orgaan (het inhoudelijke vereiste).
Het bestuursorgaan moet daadwerkelijke zeggenschap hebben over de criteria. In casu mag de
stichting zelf bepalen wanneer subsidie wordt verstrekt.
Nu niet voldaan is aan beide vereisten komen de uitvoeringswerkzaamheden van de
privaatrechtelijke instelling niet neer op de uitoefening van een overheidstaak. De Stichting is
daarom niet aan te merken als een bestuursorgaan in de zin van artikel 1:1 lid 1 Awb.
Toets 4
Volgens de Koninklijke Eperdamse Roei- en Zeilvereniging 'De Botter' is het nood zakelijk om de
wateren waarin de vereniging pleegt te trainen te verbreden. Het vaarwater behoort tot het
Amstelbeheersgebied en de vereniging heeft een aanvraag ingediend bij het dagelijks bestuur van
het hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht (een waterschap in de zin van artikel
Waterschapswet) met als doel het verkrijgen van een vergunning voor het verbreden van het
vaarwater. Op grond van artikel 3.1 lid 1 van de Keur (dit is de algemene verordening van het

,waterschap als bedoeld in artikel 78 Waterschapswet) is het verboden om zonder vergunning van het
dagelijks bestuur binnen de kernzone van beschermde gronden te graven of grond te verwijderen.
Vraag: Is het dagelijks bestuur van het hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht een
bestuursorgaan in de zin van de Awb?
Het dagelijks bestuur is te kwalificeren als een a-orgaan in de zin van artikel 1:1 lid 1 onder a Awb,
Het dagelijks bestuur is ingevolge art. 10 Wschw te beschouwen als een orgaan van de krachts
publiekrecht ingestelde rechtspersoon het waterschap (art. 2:1 lid 1 BW). Zie verder art. 133 GW jo.
art. 10 Wschw.
Toets 5
In een middelgrote gemeente in Drenthe hebben verscheidene inwoners zich beklaagd over de wijze
waarop zij door burgemeester J. Willemsen zijn behandeld. Één van hen, mevrouw Van Straten,
voelde zich na een gesprek met de burgemeester zo beledigd, dat zij daarover bij de burgemeester
een klacht heeft ingediend als bedoeld in art. 9:1 Awb. Bij de bevestiging van de ontvangst van het
klaagschrift heeft de burgemeester aan klaagster meegedeeld dat de gemeentelijke
klachtencommissie is belast met de behandeling van en de advisering over haar klacht. De
gemeentelijke klachtencommissie is ingesteld op grond van artikel 84 lid 1 Gemw. In de door de raad
vastgestelde Verordening op de interne klachtbehandeling is onder andere bepaald dat de
gemeentelijke klachtencommissie bestaat uit drie onafhankelijke personen en belast is met de
behandeling van en de advisering over klachten als bedoeld in artikel 9:14 Awb.
Vraag 1
Is de gemeentelijke klachtencommissie een bestuursorgaan in de zin van artikel
1:1 Awb?
Ja, de gemeentelijke klachtencommissie is een bestuursorgaan als bedoeld art. 1:1 lid 1 onder a Awb
(een a-orgaan). De commissie is een orgaan van de krachtens publiekrecht ingestelde rechtspersoon
de gemeente (artikel 123 lid 1 Gw en artikel 2:1 lid 1 BW). De commissie een orgaan van de
gemeente, omdat voor haar functioneren een publiekrechtelijke grondslag is te vinden in art. 84
en art. 9:14 Awb. (NB: de commissie valt niet onder de uitzondering van art. 1:1 lid 2 onder f Awb,
omdat de klachtencommissie een adviescommissie is in de zin van art. 9:14 Awb en niet een
ombudscommissies als bedoeld in art. 9:15 onder b Awb.)
Nadat de klachtencommissie mevrouw Van Straten en de burgemeester heeft gehoord, heeft de
commissie een rapport van bevindingen, vergezeld van het advies, aan de burgemeester gezonden.
De burgemeester komt in afwijking van het advies van de klachtencommissie tot het oordeel dat de
klacht ongegrond is. De burgemeester stelt mevrouw Van Straten daarvan schriftelijk in kennis en
vermeldt daarbij dat zij desgewenst een verzoekschrift kan indienen bij de Nationale ombudsman.
Vraag 2
Is de Nationale ombudsman een bestuursorgaan in de zin van artikel 1:1 Awb? Zo nee, waarom niet?
Zo ja, is de Nationale ombudsman dan een a-orgaan of een b-orgaan?
Nee, de Nationale ombudsman is geen bestuursorgaan in de zin van artikel 1:1 Awb. In artikel 1:1 lid
2 onder f Awb is de Nationale ombudsman Uitgezonderd van het begrip bestuursorgaan.
Toets 6
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Appelhof in de provincie Groningen,
wil buurtprojecten stimuleren. Het college geeft daarvoor geld aan een aantal particuliere
wijkverenigingen. De landelijke stichting Buren in de Wijk verhoogt dat bedrag met 15%. De
wijkverenigingen zijn vrij om zelf te bepalen aan welke projecten ze geld zullen gaan geven. Merel
Andersen vraagt aan haar wijkvereniging een bijdrage voor brei- en naailessen. De wijkvereniging
wijst het verzoek af.
Vraag: Is de wijkvereniging bij het nemen van deze beslissing een bestuursorgaan in de
zin van de Awb? Motiveer uw antwoord.
De vereniging is geen orgaan van een rechtspersoon die krachtens publiekrecht is ingesteld en
daarom geen bestuursorgaan in de zin van artikel 1:1 lid 1 onder a Awb. Vervolgens is de vraag of de

,vereniging een b-orgaan is: een persoon met enig openbaar gezag bekleed (art. 1:1 lid 1 onder b
Awb).
Het publieke taakcriterium is hier van toepassing. Zie de uitspraak van ABRvS 17 september 2014,
ECLI:NL:RVS:2014:3379 (Stichting bevordering kwaliteit leefomgeving Schiphol). De ABRvS hanteert
in deze uitspraak twee cumulatieve eisen:
a. Het financiële vereiste. De verstrekking van de uitkeringen of voorzieningen moeten in
overwegende mate worden gefinancierd door een of meer organen van publiekrechtelijke
rechtspersonen (a-organen). Aan deze 'in overwegende mate'-eis wordt in beginsel voldaan als de
verstrekking voor twee derde of meer wordt gefinancierd door die andere bestuursorganen. Daarbij
dient te worden gekeken naar de financiering van de verstrekking in kwestie en niet naar de totale
middelen van de privaatrechtelijke rechtspersoon.
In casu is het geld voor 85% afkomstig van het college, dus aan dit criterium is voldaan.
b. Het inhoudelijke vereiste. De inhoudelijke criteria voor het verstrekken van geldelijke uitkeringen
of voorzieningen moeten in beslissende mate worden bepaald door een of meer organen van
publiekrechtelijke rechtspersonen (ook wel 'a-organen' genoemd). Dat bestuursorgaan of die
bestuursorganen hoeven echter géén zeggenschap te hebben over een beslissing ten aanzien van
een verstrekking in een individueel geval. In casu is de wijkvereniging helemaal vrij gelaten om zelf te
bepalen aan welke projecten ze geld doneert. Aan het inhoudelijke vereiste wordt dus niet voldaan.
De conclusie is dat de wijkvereniging geen bestuursorgaan in de zin van de Awb is.

1.2 Belanghebbenden
Toets 1
Stefano woont in de gemeente Sexbierum. Hij heeft mooie verhalen gelezen over een kermisattractie
die Speed wordt genoemd. Speed staat voor spektakel en snelheid. Aan het einde van een 'arm'
hangt een gondel die met een snelheid van 13 ronden per minuut draait. Stefano is zich aan het
voorbereiden om een eigen speedbedrijf op te richten: hij heeft al een website en hij heeft een speed
besteld. Stefano komt oorspronkelijk uit de gemeente Zonnehof en hij overweegt om tijdens
de zomerfeesten in de gemeente Zonnehof voor het eerst zijn speed te gebruiken. Navraag leert
Stefano dat Karel al een vergunning heeft gekregen om een speed te plaatsen tijdens de
zomerfeesten in Zonnehof. Stefano baalt er enorm van dat Karel hem voor is geweest en daarom
dient hij een bezwaarschrift in tegen de aan Karel verleende vergunning.
Vraag: Is Stefano belanghebbende bij de evenementenvergunning die aan Karel is toegekend?
Art. 1:2 lid 1 Awb is hier van toepassing. Stefano is geen geadresseerde, dus vraag is of hij als derde-
belanghebbende kan worden aangemerkt op basis van de zogeheten OPERA-vereisten: objectief
bepaalbaar belang, persoonlijk belang, eigen belang, rechtstreeks (of direct) belang en actueel
belang. Een vereiste is dat Stefano een actueel belang moet hebben: er mag geen sprake zijn van een
onzekere toekomstige situatie. Stefano is alleen belanghebbende bij een besluit, als hij daadwerkelijk
al een belang heeft op het moment dat het besluit wordt genomen. Aangezien Stefano slechts
'overweegt' om zijn speed te gebruiken in Zonnehof, is er sprake van een onzekere toekomstige
situatie. Stefano is dus geen belanghebbende in de zin van art. 1:2 lid 1 Awb.
Toets 2
In de gemeente Dongen lopen de spanningen over de mogelijke komst van een asielzoekerscentrum
(AZC) hoog op. Sommige inwoners zijn net als het gemeentebestuur, tegen de komst van een AZC,
andere inwoners zijn juist voorstander van de komst van een AZC. De voorstanders zijn verenigd in
de Vereniging 'AZC OKÉ' (AO). AO wil een positief geluid laten horen en wil een evenement
organiseren met Syrische muziek en gerechten uit Eritrea. Op grond van de
'Evenementenverordening Dongen 2018' heeft AO een evenementenvergunning van de
burgemeester nodig. In de Evenementenverordening Dongen 2018 staat dat aanvragen alleen mogen
worden geweigerd als het evenement tot onaanvaardbare hinder zal leiden voor het leefmilieu. De
beslistermijn is volgens de verordening vier weken. AO vraagt een evenementenvergunning aan.
Uiteindelijk neemt de burgemeester een besluit: hij wijst de aanvraag af. In de (deugdelijke)

,motivering staat: 'De gemeente heeft zich op het standpunt gesteld dat er geen AZC zal komen. Ik
weiger de evenementenvergunning om te voorkomen dat het door u gewenste evenement de
publieke opinie zal beïnvloeden.' Cateringbedrijf Africana baalt van het besluit van de burgemeester.
Africana zou namelijk de catering tijdens het evenement verzorgen en had daarvoor al een contract
gesloten met AO. Omdat het evenement niet doorgaat, loopt het cateringbedrijf geld mis. Het
cateringbedrijf wil bezwaar maken tegen het besluit van de burgemeester.
Vraag: is het cateringbedrijf belanghebbende bij het besluit van de burgemeester?
Het cateringbedrijf is geen direct belanghebbende, omdat het bedrijf niet de geadresseerde van het
besluit is. Onderzocht moet derhalve worden of het cateringbedrijf derde-belanghebbende is,
hetgeen bepaald dient te worden op basis van de OPERA-vereisten.
Er is sprake van een objectief bepaalbaar belang, want het cateringbedrijf loopt inkomsten mis. Geld
is objectief bepaalbaar en bestaat niet slechts in de belevingswereld van het bedrijf. Ook immateriële
belangen, zoals de kwaliteit van de eigen woonomgeving, zijn objectief bepaalbaar.
Er is sprake van een persoonlijk belang, want het cateringbedrijf onderscheidt zich door dit
cateringcontract van willekeurige anderen.
Er is sprake van een eigen belang, indien het bedrijf opkomt voor zijn eigen en niet andermans
belang. Men kan alleen voor zijn eigen belang opkomen en niet voor de belangen van anderen. Dit
laatste is alleen met een machtiging mogelijk (artikel 2:1 Awb).
Er is geen sprake van een rechtstreeks belang, omdat het belang van het cateringbedrijf is afgeleid
van dat van de direct belanghebbende bij deze evenementenvergunning, het AO, en het belang van
het AO en het bedrijf is niet tegengesteld, maar parallel. Het belang van het bedrijf is alleen via het
belang van een ander (het AO) bij het besluit betrokken. Het bedrijf heeft hierdoor slechts een
afgeleid belang. Hiervan is ook in dit geval sprake, nu er een contractuele relatie is tussen in dit geval
het bedrijf en degene met het direct belang (het AO).
Er is sprake van een actueel belang, omdat het belang van het cateringbedrijf zonder twijfel zal
worden getroffen indien de vergunning niet wordt verleend. Het gaat derhalve niet om een onzekere
toekomstige gebeurtenis of omstandigheid.
Omdat niet aan alle vereisten is voldaan is het cateringbedrijf niet aan te merken als een
belanghebbende.
Toets 3
Merel de Boer woont in de gemeente Epergolf. Zij heeft een aantal verouderde zonnecollectoren en
wil graag --- met subsidie — nieuwe zonnecollectoren laten plaatsen. Merel heeft een offerte
aangevraagd bij KreveldSonne AG, een Duitse producent van zonnecollectoren. Merel is minimaal €
2.500 kwijt aan de aanschaf van de collectoren. Merel heeft dat geld niet. Daarom wil zij graag dus
voordat zij de zonnecollectoren koopt en de subsidie aanvraagt van het college van burgemeester en
wethouders weten of zij in aanmerking kan komen voor een subsidie.
Het college reageert per brief: 'Als u een subsidie zou vragen zouden we dat verzoek afwijzen, omdat
uw woning reeds is voorzien van zonnecollectoren. Nieuwe zonnecollectoren zouden in uw situatie
onvoldoende bijdragen aan een duurzamer milieu. Deze brief bevat geen besluit in de zin van de Awb
en er staat dus geen bezwaar tegen open.' Merel is niet blij met deze beslissing en wil er bezwaar
tegen maken. Merel dient een bezwaarschrift in tegen de beslissing in de brief. Het blijkt dat ook
KreveldSonne AG bezwaar heeft gemaakt: door de brief van het college heeft Merel besloten om
nog geen zonnecollectoren te kopen en KreveldSonne AG loopt dus winst mis.
Vraag 1
Is KreveldSonne AG bij de brief van het college van burgemeester en wethouders aan te merken als
direct belanghebbende in de zin van de Awb?
Artikel 1:2 lid 1 Awb. KreveldSonne AG is geen geadresseerde van het besluit' Men is geadresseerde
als het besluit gericht is aan betrokkene en als de rechtspositie van de geadresseerde door de inhoud
van het besluit wordt bepaald (normadressaat).
Vraag 2

, Is KreveldSonne AG bij de brief van het college van burgemeester en wethouders aan te merken als
derde-belanghebbende in de zin van de Awb?
Er is geen sprake van een rechtstreeks betrokken belang. KreveldSonne AG wordt direct door de
beslissing geraakt. namelijk door het feit dat de koopovereenkomst met Merel niet doorgaat. Het
belang van het bedrijf is afgeleid van dat van de direct belanghebbende (Merel). Het belang van
Merel en het bedrijf is niet tegengesteld, maar parallel. Het belang van het bedrijf is alleen via het
belang van Merel bij het besluit betrokken. Het bedrijf heeft hierdoor slechts een afgeleid belang.
Van een afgeleid belang is sprake bij contractuele relaties zoals bijvoorbeeld tussen in dit geval het
bedrijf en degene met het direct belang, te weten Merel.
Toets 4
In het eerste weekend van juni wil de heer Gerard van Zuiderberg op het Marktplein in Harmoel een
reuzenrad plaatsen. Op deze manier wil hij de vele toeristen die tijdens Pinksteren naar Harmoel
komen een uniek uitzicht over de stad geven. Als eigenaar van het reuzenrad vraagt Gerard van
Zuiderberg een standplaatsvergunning aan bij het college van burgemeester en wethouders. Het
college wijst de aanvraag voor de vergunning af. Gerard van Zuiderberg is verbaasd en vraagt zich af
waarom het college de aanvraag afwijst. Uit de beslissing valt niet op te maken wat de reden is,
terwijl bovendien de heer Zwart voor een ander plein in Harmoel, ‘het Paradeplein’, wel een
standplaatsvergunning heeft gekregen om een soortgelijk reuzenrad te plaatsen.
Om een reuzenrad op ‘het Paradeplein’ te kunne plaatsen, moeten enkele takken van lindebomen
die op het plein staan, worden afgezaagd. De vereniging ‘Behoud van de Lindebomen Harmoel’ is het
daarom niet eens met de beslissing van het college van B&W om de heer Zwart een
standplaatsvergunning te verlenen om een reuzenrad op ‘het Paradeplein’ te plaatsen.
Vraag 1
Is Gerard van zuiderberg belanghebbende in de zin van de Algemene wet bestuursrecht bij de
weigering hem een standplaatsvergunning te verlenen?
Gerard van Zuiderberg is als aanvrager van de standplaatsvergunning direct belanghebbende in de
zin van artikel 1:2 lid 1 Awb.
Vraag 2
Is de vereniging ‘Behoud van de Lindebomen Harmoel’ belanghebbende in de zin van de Awb bij het
verlenen van een standplaatsvergunning aan de heer Zwart?
De vereniging komt op voor een algemeen belang, namelijk het behoud van lindebomen in Harmoel.
Om belanghebbende te zijn in de zin van artikel 1:2 lid 3 Awb moet de vergunning voldoen aan de in
deze bepaling genoemde eisen:
a. De vereniging moet rechtspersoon zijn. Het begrip rechtspersoon heeft in de Awb dezelfde
betekenis als in het privaatrecht (artikel 2:3 BW). Als een groepering niet bij notariële akte is
opgericht, dan kan er sprake zijn van een 'in- formele vereniging', mits voldaan wordt aan een aantal
cumulatieve vereisten. Deze eisen zijn dat deze groepering:
aantoonbaar leden heeft ('ledensubstraat'), over een zekere mate van organisatie beschikt en gericht
is op een bepaald doel alsmede als eenheid aan het rechtsverkeer deelneemt. Een ledensubstraat
blijkt uit een ledenadministratie, het in- en uittreden van leden en de regelmatige betaling van
financiële bijdragen. Zo'n 'informele vereniging' is dan een rechtspersoon met beperkte
rechtsbevoegdheid als bedoeld in art. 2:30 BW.
b. De vereniging moet het algemene belang krachtens zijn doelstellingen en blijkens zijn feitelijke
werkzaamheden in het bijzonder behartigen. Dus ten eerste moet het statutaire doel voldoende
nauwkeurig en niet te algemeen zijn geformuleerd ('in het bijzonder'). Het statutaire doel mag dus
niet te veelomvattend zijn waardoor het onvoldoende onderscheidend is om op grond daarvan te
kunnen oordelen dat het belang van de rechtspersoon rechtstreeks is betrokken bij het bestreden
besluit. Ten tweede moet de rechtspersoon ten behoeve van haar doelstellingen feitelijke
werkzaamheden verrichten. Het alleen maar procederen is naar het oordeel van de bestuursrechter
niet voldoende (zie ABRvS 1 oktober 2008, Stichting Openbare Ruimte). Uit rechtspraak van de
bestuursrechter blijkt dat de rechtspersoon meer moet doen dan alleen procederen, zoals het

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper jannekevanlangen. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 52928 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€2,99  13x  verkocht
  • (2)
In winkelwagen
Toegevoegd