100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten
logo-home
Samenvatting - Prekliniek GD (PKGD) | Week 1 €2,99
In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting - Prekliniek GD (PKGD) | Week 1

 0 keer verkocht

Samenvatting van de eerste week van Prekliniek GD dat wordt gegeven als eerste vak van de differentiatie GD aan de Universiteit Utrecht. Deze week bevat: Pu/Pd & verantwoord antibioticagebruik op maandag, Neurologie op dinsdag, Hematologie op woensdag, Hepatologie op donderdag en Voortplanting op v...

[Meer zien]
Laatste update van het document: 1 week geleden

Voorbeeld 8 van de 238  pagina's

  • 18 februari 2025
  • 7 maart 2025
  • 238
  • 2024/2025
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (6)
avatar-seller
gemmajonker
Prekliniek gezelschapsdieren – week 1 | Jonker, G.G. (Gemma)




PREKLINIEK GD | WEEK 1
MAANDAG – PU/PD & VERANTWOORD ANTIBIOTICA GEBRUIK
PU/PD ONDERWIJS
Hoorcollege - De diagnostische aanpak van polyurie bij de hond
Water homeostase
Water heeft een hele lage osmolariteit, terwijl de voeding een hoge
osmolariteit. De plasma osmolariteit wordt constant gehouden op
300mosM. Dit kan doordat het dier urine kan produceren van
wisselende osmolariteit.



Nefron
De nier bestaat uit twee onderdelen. Een filter gedeelte, oftewel de
glomerulus en een buizengedeelte, oftewel de tubuli. Bij de glomeruli
komt het bloed binnen en wordt hier gefilterd, zo komt er water en
opgeloste stoffen de nefron in. De tubuli begint met de proximale
tubulus. Hierna volgt de lus van Henle, deze bestaat uit twee delen; een
afdalende tak en opstijgende tak. De opstijgende tak ligt in het hypotone
niermerg. Daarna volgt de distale tubulus, waarna de gevormde urine in
de verzamelbuis terecht komt.

Concentratie van urine
Dagelijks wordt er heel veel water gefilterd, 37 L per dag gefilterd bij een
hond van 10 kg. Terwijl hij maar 200/300 ml aan urine produceert. Er moet
dus heel veel water terug gehaald worden. In de tubuli wordt het water
teruggehaald. Het grootste gedeelte gebeurd in de proximale tubulus.
Die zorgt ervoor dat wat je per ongeluk gefilterd hebt weer terug
wordt gehaald. Het kleinste is deel is water, dat wordt dus weer
terug gehaald. De proximale tubulus haalt ongeveer 85% van het
water eruit, dit is een passief transport. Er is ook een actief
transport, maar dat is van de andere deeltjes. Het water gaat
passief met deze deeltjes mee. Het overgebleven water komt in de
lus van Henle terecht. De concentratie in het niermerg is heel laag.
De afdalende tak van de lus van Henle is alleen doorlaatbaar voor
water, hier wordt dus alleen water teruggehaald. De vloeistof, de
primaire urine, is op dit moment erg geconcentreerd, want er is weinig water met veel deeltjes. De
primaire urine komt vervolgens in de opstijgende tak van Henle, hier kan het water er niet meer uit of in. Er
worden wel veel andere stoffen uitgehaald, zoals natrium. De urine wordt hierdoor weer minder
geconcentreerd. Het terughalen van het water is ongereguleerd. Het laatste deel is onder invloed van
hormonen, namelijk het antidiuretische hormoon (ADH) ook wel vasopressine genoemd, dit heeft
voornamelijk effect in het laatste deel. Hier wordt de urine dus weer geconcentreerder.




1

, Prekliniek gezelschapsdieren – week 1 | Jonker, G.G. (Gemma)


Theoretische oorzaken van polyurie
1. Een toename van het volume van de primaire urine, d.w.z. primaire polydipsie
2. Osmotische diurese (zoals glucosurie)
3. Schade aan de buisvormige cellen (nierlijden)
4. Problemen met de hypertonie van het niermerg
5. Onvoldoende uitscheiding van vasopressine (VP)
6. Ongepaste reactie van de verzamelcellen op VP

Het eerste wat kan gebeuren is dat je minder
circulerend volume hebt. Dit wordt gemeten
door baroreceptoren, deze zitten in je hart en
a. carotis. Deze stimuleren het dorstcentrum,
hierdoor ga je meer drinken en wordt het
probleem opgelost. Daarnaast zorgt het voor
meer ADH productie en ga je dus meer water
opnemen uit de tubili. Daarnaast neemt de
osmolariteit in het bloed toe, hierdoor worden
de osmoreceptoren gestimuleerd en dus
wordt het dorstcentrum weer gestimuleerd en
de ADH productie. Het dorstcentrum is de
belangrijkste factor.

Hypofyse
- Voorkwab - hormonen
- Middenkwab – neurotransmitters dopamine
- Achterkwab – neurosecretie
o Neuronen die hormonen afgeven

Opgeslagen in het einde van de axon, na een
stimulus wordt het afgegeven in het bloed.



Hypothalamus-neurohypofysaire as
Als een hormoon wordt afgegeven aan het bloed moet het eerst aan een
receptor zitten. Er zijn drie verschillende receptoren, V1, V2 en V3, waar
het hormoon ADH/vasopressine op kan aangrijpen.
- V1 receptoren: zitten voornamelijk aan de bloedvaten, hierdoor
krijg je vasoconstrictie. Vandaar de naam vasopressine.
- V3 receptoren: zitten in hypofyse voorkwab en zorgt voor
productie en afgifte van ACTH
- V2 receptoren: zitten op de verzamelbuiscellen, zorgt voor de
resorptie van water. Vandaar de naam ADH.
Daarom heb je dus twee namen voor hetzelfde hormoon; vasopressine en
ADH.




2

, Prekliniek gezelschapsdieren – week 1 | Jonker, G.G. (Gemma)


Polyurie/Polydipsie?
Wanneer is er sprake van pu/pd. Het helpt niet om
te kijken naar de kleur van de urine. De beste manier
is het bepalen van de concentratie ofwel naar de
osmolariteit van de vloeistof. Je kijkt naar de
lichtbreking van de vloeistof en dus de concentratie
van de urine. Wat je niet moet doen, is het soortelijk gewicht bepalen met een strip!

Wat zijn de referentiewaarden van het soortelijk gewicht van
de urine van gezonde honden?
Bij ochtendurine heb je een iets grotere kans dat de
concentratie wat hoger is. Maar het maakt eigenlijk niet zo
heel veel uit. Zowel ochtend als avondurine zijn goed. Uit
onderzoek blijkt dat gezonde honden een hele lage
concentratie urine hebben. Het valt op dat hoe ouder de
hond is, hoe lager de concentratie wordt.

Conclusie
- Een lage urineosmolaliteit of urine specifieke waarde
bewijst geen polyurie
- Een Uosm boven 1000 mOsm/kg of een USG boven 1,025
geeft aan dat de hond de urine kan concentreren, als er
geen glucose in de urine zit
- Vraag de eigenaar om de waterinname te bepalen
- Als een hond een wateropname van
> 100 ml/kg/dag drinkt dan spreken we van polyurie

Diagnostische aanpak van PU/PD in honden
DDX Polyurie en polydipsie
- Primaire polydipsie
- Glucosurie (nierprobleem of diabetes mellitus)
- Nierfalen
- Hypercortisolisme
- Acromegalie
- Pyometra
- Leverfalen
- Hyperthyreoïdie
- Hypercalciëmie
- Hyperaldosteronisme
- Polycytemie
- Feochromocytoom
- Centrale diabetes insipidus
- Nefrogene diabetes insipidus
- Iatrogene oorzaken
Addison geeft vaak pu/pd, maar staat niet op deze lijst. Je hebt te weinig aldosteron, hierdoor heb je
weinig natrium in je niermerg, hierdoor is die niet hypotoon genoeg en dus pu/pd. Bij een pericard
overvulling krijg je ook pu/pd, maar bij dit soort ziektes heb je hele andere klachten waarmee de eigenaar
en de patiënt komt.




3

, Prekliniek gezelschapsdieren – week 1 | Jonker, G.G. (Gemma)


Aanpak volgorde van PU/PD




Polyurie/polydipsie




Ja
Verdenking:
Geschiedenis & Hypercortisolisme
Acromegalie Specifieke onderzoeken (bijv.
lichamelijk onderzoek. Pyometra UCCR, plasma T en Ca2+)
abnormaal Hyperthyreoïdie
Hypercalciëmie


Nee



Urineonderzoek


Hypercortisolisme = Cushing-syndroom
De fysieke en biochemische veranderingen die het resultaat zijn van
chronische overmaat aan glucocorticoïden.

Klinische bevindingen bij honden
- Honden van middelbare en oudere leeftijd
- Vergrote buik
- Hepatomegalie
- Huidatrofie
- Polyurie/polydipsie
- Polyfagie
- Inspanningsintolerantie
- Spieratrofie
- Diabetes mellitus (10% van de honden met Cushing)
- Alopecia/calcinose cutis

Laboratoriumbevindingen bij honden
- Verhoogde alkalische fosfatasespiegel (AF) in plasma (inductie hittestabiel iso-enzym (AP65))
-> cortisol overmaat = glucocorticoïd (vanuit cortex van bijnier, effect op glucogenese) ->
veel glucogenese -> veel glucose -> in bloed stoppen of glycogeen opslaan in de lever ->
levercellen en dus lever wordt heel groot
- Verhoogd niveau van galzuren in het plasma
- Hyperglykemie
- Laag plasmathyroxineniveau
- Neutrofilie
- Eosinopenie
- Lymfopenie
- Lage SG-urine




4

, Prekliniek gezelschapsdieren – week 1 | Jonker, G.G. (Gemma)


Diagnose hypercortisolisme:
- Corticoïd/creatinine-verhouding in de urine
- Lage dosis dexamethason-suppressietest
o Beste test
o Kost 8 uur de tijd
- (ACTH-stimulatietest)
o Snelle test, 1,5 uur mee klaar
o Hyperfunctie = suppresie test
o Hypofunctie = stimulatie test
o Stress geeft ook veel cortisol = vals positief
o Vaak vals positief

Differentiatie tussen: bijniertumor en hypofysetumor
- Hoge dosis dexamethason-suppressietest
- Plasma ACTH-concentratie
- Diagnostische beeldvorming

Hypercortisolisme: veroorzaakt polyurie door:
1. Osmotische diurese (als het dier ook diabetes mellitus heeft: glucosurie)
2. Onvoldoende uitscheiding van vasopressine (VP)
3. Ongepaste reactie van de verzamelcellen op VP

Cortisol heeft een negatieve feedback op de hypofyse-hypothalamus as. Hierdoor krijg je bij
hypercortisolisme dus een extra negatieve feedback en dus ook minder aanmaak en secretie van ADH/VP

Belangrijke vraag bij een hond met pu/pd: hoe staat het met de eetlust
Goede eetlust Slechte eetlust
Cushing Pyometra
Hyperthyreoïdie Hypercalciëmie
Leverfalen

Acromegalie bij honden
Acromegalie is een syndroom van overgroei van bot en
zacht weefsel en insulineresistentie als gevolg van
overmatige GH-secretie.

De lever kan ook IGF-1 maken, dit komt dan ook in het
bloed terecht. Daardoor heeft het een negatieve feedback.
GH wordt in pulsaties afgemeten. IGF is sterk gebonden
aan eiwitten en is daardoor wel goed te meten.

Klinische manifestaties bij honden
- Zwelling van zacht weefsel (voornamelijk gezicht
en buik)
- Verwijdende interdentale ruimtes, grote tong
- Snurken, ademhalingsstridor, dyspneu
- Polyurie/polydipsie!
- Verhoogde eetlust
- Inspanningsintolerantie
- Stijfheid, stijfheid nek en lumbale regio

5

, Prekliniek gezelschapsdieren – week 1 | Jonker, G.G. (Gemma)


- Vaak gerelateerd aan progesteron of progestagenen
- Komt vaker voor bij vrouwelijke honden

Oorzaken van GH-overschot:
- Progestageen-geïnduceerd
- Luteale fase-geïnduceerd (progesteron)
- Bij primaire hypothyreoïdie
- Als gevolg van een hypofysetumor

Treedt bij honden alleen op bij intacte teven,
door de eigen progesteron van de luteale fase of door een progestageen geïnduceerde GH overmaat, om
de cyclus onder controle te houden. De hond op de afbeelding heeft een hypofysetumor, komt zeer
zelden voor, namelijk een mannelijk dier met geen primaire hypothyreoïdie

Acromegalie: veroorzaakt polyurie door
1. Osmotische diurese (in geval van DM: glucosurie)
2. Onvoldoende uitscheiding van vasopressine (VP)
3. Ongepaste reactie van de verzamelcellen op VP

Progestagenen lijken zo erg op cortisol en grijpen daardoor op dezelfde receptoren aan. En geven
daardoor op dezelfde manier polyurie.

Pyometra
Klinische manifestaties bij honden
- Vergrote buik
- Vergrote baarmoeder
- Koorts
- Polyurie/polydipsie!
- Minder eetlust
- Inspanningsintolerantie
- Vulvulaire afscheiding
- Gerelateerd aan progesteron of progestagenen
- Vrouwelijke hond

Extra handeling om uit te voeren: buikpalpatie

Pymotera ontstaat door progestagenen of progesteron.

Pyometra: veroorzaakt polyurie door
1. Problemen met de hypertonie van het niermerg
2. Ongepaste reactie van de verzamelencellen op VP

E.coli, produceren toxinen, versterking de doorbloeding van het niermerg, hierdoor wordt hij minder
hypotoon en dus wordt er geen water teruggehaald uit de afdalende lus van henle. Het heeft ook een
effect op de verzamelcellen. Er is dus sprake van een nefrogene insipidus.




6

, Prekliniek gezelschapsdieren – week 1 | Jonker, G.G. (Gemma)


Hyperthyreoïdie
Klinische manifestaties bij honden
- Hond van middelbare leeftijd/oudere leeftijd
- Polyurie/polydipsie!
- Polyfagie
- Gewichtsverlies
- Inspanningsintolerantie
- Hijgen
- Massa nekgebied
- Voedsel (BARF) -> zit vaak schildklier in

Diagnose schildkliertumor(en) bij honden
- Palpatie nekgebied (99% van de honden haal je er hiermee uit)
- Plasma-thyroxineconcentratie
- Cytologie (FNAB)
- Histologie (biopsie of na chirurgische verwijdering)
- Diagnostische beeldvorming (scintigrafie, Rö, CT/MRI)

Hyperthyreoïdie: veroorzaakt polyurie door
1. Een toename van het volume van de primaire urine, d.w.z. primaire polydipsie
Ze worden erg onrustig en gaan daardoor veel drinken en dus veel plassen

Hypercalciëmie
DDX hypercalciëmie (honden)
- 1, 2 en 3: Maligne lymfoom
- 4: Adenocarcinoom van de apocriene klieren van het anale zakgebied
- 5: Primaire hyperparathyreoïdie (bijniertumor)
- 6: Borsttumoren
- 7: Overige (kwaadaardige) tumoren
- 8: Botmetastasen (incl. multipel myeloom)
- 9: Nierfalen
- 10: Hypoadrenocorticisme
- 11: Hypervitaminose D
- 12: Osteomyelitis

Klinische manifestaties van hypercalciëmie
- Milde vorm: geen klinische symptomen
- Tweede vorm: polyurie
- Derde en meest voorkomende vorm:
o PU/PD, lethargie, anorexia, braken, zwakte en gewichtsverlies




7

, Prekliniek gezelschapsdieren – week 1 | Jonker, G.G. (Gemma)


Diagnostische opwerking hypercalciëmie
- Lichamelijk onderzoek (Lnn/anaalzak/halsgebied/borstklieren)
o Rectaal toucher
- Laboratoriumonderzoek (incl. hematologie, calcium, fosfaat, ureum, creatinine, natrium,
kalium, PTH en PTHrP)
- Radiografie/echografie
- FNAB of histologische biopsie van beenmerg
- Botscintigrafie

Hypercalciëmie: veroorzaakt polyurie door
1. Ongepaste reactie van de verzamelcellen op VP
Je hebt geen watertransport, dus een vorm van renale insipidus.

Verdere opwerking PU/PD


Polyurie/polydipsie



Ja
Verdenking:
Geschiedenis & Hypercortisolisme Acromegalie
Specifieke onderzoeken (bijv.
lichamelijk onderzoek. Pyometra
UCCR, plasma T en Ca*)
Hyperthyreoïdie
abnormaal Hypercalciëmie

Nee



Urineonderzoek



Ja Ja
Plasma Diabetes
Glucosurie
glucose ↑ mellitus
Nee
Ja
Renale
Ochtend en Avond Geen primaire Nee
glucosurie
Usg > 1.025 in 2 dagen polyurie




8

Dit zijn jouw voordelen als je samenvattingen koopt bij Stuvia:

Bewezen kwaliteit door reviews

Bewezen kwaliteit door reviews

Studenten hebben al meer dan 850.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet jij zeker dat je de beste keuze maakt!

In een paar klikken geregeld

In een paar klikken geregeld

Geen gedoe — betaal gewoon eenmalig met iDeal, creditcard of je Stuvia-tegoed en je bent klaar. Geen abonnement nodig.

Direct to-the-point

Direct to-the-point

Studenten maken samenvattingen voor studenten. Dat betekent: actuele inhoud waar jij écht wat aan hebt. Geen overbodige details!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper gemmajonker. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 63950 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 15 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Begin nu gratis
€2,99
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd