100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting boek Algemene Fonetiek (deels) €6,49   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting boek Algemene Fonetiek (deels)

1 beoordeling
 38 keer bekeken  1 keer verkocht

Dit document bevat een samenvatting van het boek Algemene Fonetiek. De volgende hoofdstukken zijn samengevat: H4, H5, H6, H7, en appendix D. Dit vak werd gegeven in periode 4 jaar 2 van de opleiding logopedie aan hogeschool Windesheim in Zwolle.

Voorbeeld 3 van de 27  pagina's

  • Nee
  • H4, h5, h6, h7 en appendix d
  • 5 juni 2020
  • 27
  • 2019/2020
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (10)

1  beoordeling

review-writer-avatar

Door: fvangorsel • 1 jaar geleden

avatar-seller
dorienusa
Algemene fonetiek

Hoofdstuk 4: productie van spraakklanken
Fases in het spraakproductieproces:
 De initiatiefase, waarin een luchtstroom in gang wordt gezet. Deze fase is
onontbeerlijk voor de productie van spraakgeluid.
 De fonatiefase, waarin een ononderbroken luchtstroom vanuit de longen, als gevolg
van herhaald openen en sluiten van de stemspleet, in het strottenhoofd wordt
omgezet in een pulserende luchtstroom. Deze fase speelt alleen een rol bij
stemhebbende klanken, en wordt overgeslagen bij stemloze klanken.
 De articulatiefase, die ervoor zorgt dat een (al dan niet pulserende) luchtstroom
wordt geleed in individuele klinkers en medeklinkers. Bij de productie van normale
klinkers en stemhebbende medeklinkers worden stembandpulsen vervormd door
resonantie in keel-, mond- en/of neusholte. Bij de productie van klanken zoals de f
vindt die vervorming plaats door de luchtstroom door een nauw kanaal te sturen of
kortstondig geheel tegen te houden (bij plofklanken zoals de p). In het eerste geval
ontstaan chaotische luchtwervelingen (turbulentie); in het tweede geval treedt na
een korte stilte een explosie op.

De initiatiefase:
Alleen door een luchtstroom op gang te brengen kunnen we spraak produceren. Dat deel
van het productieproces wordt de initiatiefase genoemd. Er zijn een aantal manieren om een
luchtstroom in gang te zetten, die we kunnen categoriseren langs twee dimensies;
 Richting. De lucht wordt vanaf een meer inwendig gelegen plaats in het menselijk
lichaam (meestal de longen) naar buiten gedreven (egressieve luchtstroom, op basis
van druk), of de lucht wordt van buiten naar binnen gezogen (ingressieve
luchtstroom, op basis van zuiging).
 Plaats. Het orgaan dat zorgt voor het naar buiten drijven of naar binnen zuigen van
de lucht kan zich op verschillende plaatsen bevinden: de longen (pulmonische druk of
pulmonische zuiging), het strottenhoofd (glottale druk of glottale zuiging), de mond
(orale druk of orale zuiging), of – alleen in de spraak van stembandloze sprekers – de
slokdarm (oesofagale druk). Deze opdeling is niet zo relevant wanneer we naar
alledaagse spraakuitingen in het Nederlands kijken, maar is wel van belang bij de
beschrijving van meer exotische talen, of van spraakafwijkingen.

Fonatie:
Bij normaal in- en uitademen passeert de luchtstroom ongehinderd het strottenhoofd. In het
strottenhoofd bevindt zich dan een aanzienlijke ruimte tussen de stembanden, zodat daar
geen luchtwervelingen of pulsaties kunnen optreden. Er is van fonatie sprake als een
luchtstroom door trillende stembanden in korte pulsen wordt omgezet. De stembanden
komen niet zomaar tot trilling; daarvoor is een verschil in luchtdruk nodig tussen de holten
boven en onder de stembanden: de transglottale druk. Wanneer dat drukverschil groot
genoeg is drukt de lucht vanuit de longen de stembanden van elkaar. De luchtstroom die dan
door de aldus ontstane smalle doorgang (de stemspleet of glottis) wordt gestuurd,

,ondergaat een versnelling. De versnelling heeft als gevolg dat de luchtdruk tussen de
stembanden lager wordt; dit wordt het Bernouilli-effect genoemd. Door die lager wordende
luchtdruk worden de stembanden weer tegen elkaar gezogen. Dit proces herhaalt zich (zo’n
80 tot wel 500 maal per seconde) zolang het transglottale drukverschil maar groot genoeg is.

De aan- of afwezigheid van stembandtrillingen is overigens niet het enige verschil tussen
stemhebbende en stemloze medeklinkers. Het onderscheid kan zich op allerlei manieren
manifesteren, en de effecten hoeven niet beperkt te blijven tot die medeklinkers, maar
kunnen ook gezien worden in de aangrenzende klinkers.

Articulatie van klinkers en medeklinkers:
De derde fase in het spraakproductieproces is de articulatie. Hier worden de
luchtdrukverstoringen – gegenereerd in de initiatiefase, en al dan niet omgezet in
luchtdrukpulsen tijdens het fonatieproces – getransformeerd tot klanken: klinkers en
medeklinkers. Die omzetting vindt plaats door de supgraglottale holten een specifieke vorm
te geven. De in deze fase gegenereerde klanken worden onderverdeeld in twee klassen:
klinkers (vocalen) en medeklinkers (consonanten).

Klinkers:
Klinkers onderscheiden zich van de andere klanken doordat ze zonder obstakel in de mond-
keelholte gerealiseerd worden. In die holte is dan sprake van een zogenoemde laminaire
luchtstroming, d.w.z. een luchtstroom waarbij de luchtdeeltjes zonder wervelingen een
enkele richting op stromen. De luchtdrukpulsjes die als gevolg van een stemgeving vanuit
het strottenhoofd worden afgevuurd, worden vervolgens vervormd door de
resonantiekamer waarin ze terechtkomen: de mond-keelholte, en eventueel de neusholte.
Die mond-keelholte kan allerlei vormen aannemen, en wel door verschillende articulatoren
in diverse standen te brengen. Bij de productie van klinkers wordt de mond-keelholte
grofweg als twee aan elkaar gekoppelde buizen voorgesteld, waarbij de tong zorgt voor de
scheiding tussen beide.

Medeklinkers:
Het belangrijkste onderscheid tussen medeklinkers (consonanten) en klinkers (vocalen) is dat
bij medeklinkers de luchtstroom ergens in de mond-keelholte stuit op een hindernis
(obstructie). De mate van hindernis kan verschillen van volledig tot nauwelijks merkbaar. Bij
een volledige obstructie is er ergens in het mond-keelkanaal een volledige afsluiting
waardoor er gedurende een kort moment geen lucht kan ontsnappen (bijvoorbeeld bij een /
p/). Een nauwelijks merkbare vernauwing van het mond-keelkanaal vinden we bij klanken als
/w/ of /j/. De mate van vernauwing noemen we de wijze van articulatie, de plaats van de
vernauwing wordt de plaats van articulatie genoemd.

Er worden 5 wijzen van articulatie onderscheiden:

1. Plosieven (plofklanken, occlusieven) worden gekenmerkt door een korte
onderbreking van de luchtstroom, onmiddellijk gevolgd door een korte explosie,
bijvoorbeeld /p/: poot, /b/: beet, /t/: tien: /d/: dien.
2. Fricatieven (wrijfklanken) worden gekenmerkt door een turbulente luchtstroom,
bijvoorbeeld /f/: fiets, /v/: vee, /s/: sok, /z/: zee, /ch/: chagrijn, /x/: chloor.

, 3. Liquidae (vloeiklanken) zijn klanken waarbij de uitstromende lucht nauwelijks
gehinderd wordt (blijft ‘vloeien’), bijvoorbeeld /l/: laat, /r/: raad.
4. Nasalen (neusklanken) worden geproduceerd met een hindernis in de mondholte
terwijl lucht blijft stromen via de neusholte als gevolg van een tijdelijk geopend
velum (zacht gehemelte), bijvoorbeeld /m/: maat, /n/: naad, /ng/: lang.
5. Halfklinkers (semivocalen, glides) worden eveneens geproduceerd met een
nauwelijks merkbare hindernis. Zodra de hindernis nog iets ruimer wordt ontstaat er
een echte klinker. Zo is de /j/ (jas, haat) de halfklinkertegenhanger van de /i/, en de /
w/ (geeuw) die van de /u/.

De plosieven en de fricatieven worden tezamen de obstruenten (of: echte medeklinkers)
genoemd, terwijl de drie overige groepen ook wel worden aangeduid als de sonoranten. De
liquidae en semivocalen worden ook wel samengevat onder de naam approximanten, d.w.z.
klanken waarbij twee articulatoren elkaar naderen (approximeren) en zo een zeer geringe
hindernis vormen voor de uitstromende lucht.

Plosieven:
Luchtdruk wordt in de fonetiek vaak uitgedrukt in cm H2O (spreek uit: ‘centimeter water’).
Een cm H2O is gelijk aan de druk die een kolom water van 1 centimeter hoog uitoefent op
het daaronder liggende oppervlak. Om stembandtrilling op gang te houden is een
drukverschil onder en boven de stembanden (het transglottale drukverschil) nodig van –
naar schatting – 2 centimeter H2O; bij luid spreken is het benodigde drukverschil veel groter.

Wanneer de spreker de tijd van stembandtrilling wil verlengen moet hij proberen het voor
stemgeving benodigde drukverschil langer te handhaven. Hij kan dan 3 dingen doen:
1. De mondholte vergroten door bijvoorbeeld de wangen te bollen
2. De larynx iets laten zakken (beide maatregelen zorgen ervoor dat de druk in de
mondholte wat afneemt, en het benodigde verschil in druk onder en boven de
stembanden nog wat langer gehandhaafd blijft).
3. Lucht tussen de lippen uit de mondholte laten ontsnappen: de release

Bij de plosieven kunnen we dus twee dimensies onderscheiden: plaats van constrictie en
stemgeving. De plaats van constrictie bepaalt de vorm en lengte van de voorste holte, die
voor kleuring van de plofklank zorgt. Bij de realisatie van een /p/ is er nauwelijks sprake van
een holte, zodat geen verkleuring van de ruisplof optreedt; bij een /k/ echter bevindt zich
een vrij lange holte tussen de vernauwingsplaats en de lippen, waardoor de ruisexplosie van
de /k/ dof gekleurd wordt (akoestisch betekent dat een versterking van lage frequenties in
de ruis).

Fricatieven:
Deze komen tot stand door lucht via een vernauwing in het mond-keelkanaal te persen. Als
er voldoende lucht door die vernauwing wordt gestuwd, ontstaan er chaotische
luchtwervelingen (turbulentie) die wij als ruis waarnemen.

Samenvattend moeten wij bij de fricatieve twee dimensies onderscheiden: de plaats van de
constrictie en het stemhebbend/stemloos- onderscheid. De plaats van de constrictie heeft in
feite 2 effecten: de manier waarop de constrictie wordt gevormd, en de vorm en omvang

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper dorienusa. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 67474 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€6,49  1x  verkocht
  • (1)
  Kopen