Samenvatting
Minor: de oncologische cliënt
Kennistoets
,Toetsmatrix
o Kanker algemeen – preventie en epidemiologie 10 vragen;
o Ziektebeelden – anatomie, fysiologie en pathologie van de 20 vragen;
behandelende ziektebeelden
o Behandeling – behandeling algemeen en specifieke behandeling 15 vragen;
o Palliatieve zorg – euthanasie en sedatie, ethiek, verlies, dood en 18 vragen;
rouw en palliatieve zorg algemeen
o Ondersteunende zorg – pijn, seksualiteit, voeding, stoma-, wond-, 22 vragen;
mondzorg, psychosociale- en complementaire zorg.
, Kanker algemeen: preventie en epidemiologie
De epidemiologie is de wetenschappelijke studie van het vóórkomen en de spreiding van ziekten
binnen en tussen populaties. Het belang binnen de oncologie is om de oorzaak-gevolg aan elkaar te
koppelen voor een betere preventie. Epidemiologie is de wetenschap die het fundament en de basis
vormt van volksgezondheid.
Wat is het belang ervan binnen de oncologie?
• Oorzaken in kaart brengen (tabak, alcohol, obesitas en UV-licht);
• Preventie en bescherming (aanbeveling en regelgeving, beweging en dieet en beschermende
maatregelen).
Termen binnen de epidemiologie
• Incidentie: aantal nieuwe gevallen binnen een bepaalde tijdsperiode in een bepaalde groep
(nieuwe diagnoses).
• Prevalentie: aantal personen die op een bepaald moment ziek is (hoe vaak komt het voor);
• Mortaliteit: sterftecijfer;
• Overleving; hoeveel mensen leven bijvoorbeeld nog na 1, 3 of 5 jaar.
• Kans op kanker: in percentages
• Causaliteit; oorzaak-gevolg relatie.
• Determinant: beïnvloedende factoren die in relatie staan met een ziekte. Te verdelen in
exogeen en endogeen:
o Exogene factoren: van buitenaf (straling, meeroken, asbest, UV-licht en medicijnen);
o Endogene factoren: van binnenuit (erfelijke afwijkingen).
• Exposure: blootstelling
• Outcome: uitkomst
De epidemiologie van kanker ligt bij mannen hoger, dan bij vrouwen. Een theorie zegt dat dit komt
omdat vrouwen in evenwicht zijn door tweemaal X-chromosoom. Ook hadden mannen vanuit vroeger
al gevaarlijkere beroepen.
Het aantal gevallen van kanker neemt toe doordat mensen onder andere langer leven. Tegenwoordig
leven veel meer mensen met kanker, terwijl zij vroeger zouden overlijden.
Risicofactoren
• Epidemiologie: bij epidemiologische risicofactoren gaat het om blootstelling (exposure) aan
factoren van buitenaf (exogeen) of binnenuit (endogeen). Denk hierbij aan voeding en leefstijl
(tabak, alcohol, beweging, medicatie) maar ook bijvoorbeeld straling, luchtvervuiling of het
doormaken van een infectie. Blootstelling aan hormonen en het verouderingsproces zijn
epidemiologische endogene factoren.
• Erfelijk: bij erfelijke risicofactoren gaat het om de (in aanleg) aanwezigheid van factoren in het
lichaam zelf (endogeen). Bekende voorbeelden zijn de aanwezigheid van het BRCA-gen,
etniciteit en ras.
• Primaire (voorkomen): secundaire (vroegtijdig signaleren, bevolkingsonderzoek borst,
baarmoeder en darm, nadeel emotionele belasting, werkgevers doen onderzoek bij
werknemers en tertiaire preventie (symptoombestrijding).
• Voor- en nadelen van vroege opsporing van kanker, mortaliteit, kosten gezondheidszorg,
angst en ingrijpende onderzoeken.