Leerdoelen week 7 – 9
Leerdoel 9: De student legt uit hoe normale en afwijkende wondgenezing plaatsvindt,
welke factoren hierop van invloed zijn, hoe deze gesignaleerd kunnen worden (inclusief
ondervoeding).
- Onderscheid te maken in de genezing van full thickness en partial thickness
wonden;
- Onderscheid te maken in primaire en secundaire wondgenezing;
- De verschillende fasen van de wondgenezing te beschrijven en de rol van
verschillende celtypen hierin;
- De factoren te beschrijven die de wondgenezing beïnvloeden;
- Kenmerken van verschillende typen en risico’s van ondervoeding te beschrijven;
- Te beschrijven hoe signalering van ondervoeding de huidtherapeutische praktijk
kan plaatsvinden.
Leerdoel 10: De student kan de pathofysiologie van littekenvorming beschrijven en
verschillende littekens met het beloop hiervan herkennen en kan klinimetrie toepassen
(POSAS)
- De verschillende soorten littekens en beloop herkennen en beschrijven;
- De pathofysiologie van littekenvorming beschrijven en uitleggen;
- Verschillende vormen van klinimetrie uitleggen en toepassen ( POSAS).
Leerdoel 11: De student kan onderscheid maken tussen de verschillende soorten wonden
(diabetisch, oncologische, decubitus, brandwonden, ulcus cruris venosum, ulcus cruris
arteriosum) wat betreft oorzaak, ontstaan, klinisch beeld, classificatie en kan de rol van
de huidtherapeut bij de behandeling van deze wonden beschrijven.
- Verschillende soorten wonden ( ulcus cruris venosum, ulcus cruris arteriosum,
diabetisch, oncologisch, decubitus, brandwonden) en hun specifieke oorzaken,
ontstaan, classificatie en klinisch beeld te beschrijven
- Kent de mogelijkheden op gebied van doorsturen en samenwerken binnen de
eerste en tweede lijn t.a.v. complexe wondzorg
- Onderscheid maken in de 4 wondzorgcategorieën en kent de kenmerken daarvan
- De behandeling en de rol van de huidtherapeut bij complexe wondzorg
beschrijven
Leerdoel 12: De student kan schetsen welke verschillende huidtherapeutische
behandelingen in het algemeen en voor patiënten met ulcus cruris venosum in het
bijzonder kunnen worden toegepast (wondprotocol, wondzorgproducten
compressietherapie), kan formuleren welke behandeling in welke situatie is aangewezen
en kan klinimetrie m.b.t. deze wonden toepassen (TIME en ALTIS)
- Een beschrijving geven van huidtherapeutische wondbehandeling in het algemeen
- De indicatie en toepassing van de verschillende onderdelen van de
huidtherapeutische behandeling van ulcus cruris venosum (reiniging,
debridement, bescherming wondranden, wondbedekker, verband, compressie)
beschrijven
- Verschillende classificatiesystemen bij UCV beschrijven en toepassen (TIME, ALTIS
en WCS)
- Het belang van een vochtige wondgenezing beschrijven en onderbouwen
- De wondmaterialen en hun specifieke kenmerken toegepast bij behandeling van
UCV beschrijven en hanteren, die beschreven staan in het document
‘Achtergrondinformatie over wondbedekkers’.
Leerdoel 13: De student kan schetsen welke verschillende huidtherapeutische
behandelingen voor patiënten met verschillende typen littekens (inclusief axillary web
syndrome) kunnen worden toegepast en kan formuleren welke behandeling in welke
situatie aangewezen is
- De indicatie en de toepassing van de huidtherapeutische behandelingen bij
verschillende soorten littekens beschrijven (acne littekens, Axillary web syndrome,
brandwondlittekens, enz)
, - De student kan de behandelingen beschrijven en het effect uitleggen die
beschreven zijn in het document NVH-productomschrijving integrale
littekentherapie.
- De student kan het doel, aandachtspunten en grepen bij de verschillende vormen
van littekenmassage beschrijven. (sederend, pijndempend, doorbloeding
verbeterend en mobiliserend)
Leerdoel 9: De student legt uit hoe normale en afwijkende wondgenezing
plaatsvindt, welke factoren hierop van invloed zijn, hoe deze gesignaleerd
kunnen worden (inclusief ondervoeding).
- Onderscheid te maken in de genezing van full thickness en partial thickness
wonden;
Soorten wonden:
- Partial thickness (oppervlakkige) wonden:
o Epidermis en eventueel het bovenste stuk dermis kapot
Bijv. schaafwonden en blaren
- Full thickness (volledige dikte) wonden:
o Epidermis, dermis en dieper gelegen weefsel, haarfollikels, talg- en
zweetklieren kapot
Bijv. 3e graad brandwonden, traumatische wonden.
Genezing van partial thickness wonden:
- Vindt voornamelijk plaats door middel van regeneratie vanuit epidermale cellen
- Proliferatie van epitheel; re-epithelialisatie (nieuw epitheel) -> keratinocyten
migreren vanuit de wondranden (haarfollikels, talgklieren)
, Genezing van full thickness wonden:
Vindt plaats door reparatie (met bindweefselvorming)
Fasen in de wondgenezing:
- Hemostase
- Ontstekingsfase = inflammatie
- Proliferatiefase = fibroblastenfase = regeneratiefase
- Remodelleringsfase = rijpingsfase = maturatiefse.
Deze fasen overlappen elkaar (zie plaatje)
- Onderscheid te maken in primaire en secundaire wondgenezing;
Primaire wondgenezing:
- Genezing van een wond waarvan de wondranden aan elkaar zitten en van
huidtransplantaten.
- Als de wondgenezing ongestoord verloopt
- Bijv. chirurgische wond
Secundaire wondgenezing:
- Is een gestoorde wondgenezing
- Bijv. een geïnfecteerde wond
- Bijv. een wond die niet gehecht is bijv. een gecontamineerde wond (hondenbeet)