VOEDING & ETHIEK 4.1 – SCHOOLJAAR 2018-2019
Antwoorden op alle vragen uit thema 1, 2 en 3 van Voeding & Ethiek 4.1, Het boek van Goed
eten van Michiel Korthals is hiervoor gebruikt, evenals alle artikelen, documentaires en colleges.
Ook zijn alle discussie-schema’s toegevoegd uit de debatten.
THEMA 1
Leg uit wat Korthals bedoelt met de uitspraak 'Koken maakt mensen tot mensen',
gebaseerd op het boek van Richard Wrangham Catching Fire. How cooking made us
human, p.30. Wat is jouw visie op de functie van koken in de huidige maatschappij?
Uitvinding van koken op vuur onderscheidt mensen van apen • Gekookt, gaar voedsel
leverde onze voorouders energierijk en makkelijk verteerbaar voedsel > • Hersenen groeien
> energie voor cognitie, cultuur • Koken heeft ons sociaal gemaakt: samen zitten, eten delen
– Civilisatie, samenleving
Leg uit wat Korthals bedoelt met de 'paradox van de vooruitgang'? Wat houdt die paradox
in en wat is het gevolg hiervan? P. 32-33
Mensen zijn tot mens geworden door tijdsbesparing van productie en vertering van voedsel •
Daardoor kloof tussen productie en consumptie – Geen producent maar consument •
Daardoor vervreemding van processen en natuur; en afhankelijkheid van industrie
Fase 4: industrialisatie van landbouw, vermindering van boeren; Engeland 18e eeuw
Fase 5: postmoderne, huidige tijd – Bewustwording van problemen van landbouw en voeding
Korthals onderscheidt drie niveaus van vervreemding als gevolg van de kloof tussen
productie en consumptie: cognitief, normatief en expressief. Leg de tabel op p. 13 uit en
geef bij elk niveau een voorbeeld van vervreemding. Bedenk en noem vervolgens ook 3
interventies om de vervreemding tegen te gaan.
Cognitief – Geen kennis, weten niet meer waar ons eten vandaan komt. Geen
vaardigheden (koken).
voor de consument: de onmetelijke hoeveelheid van informatie maakt het vrijwel
onmogelijk een juiste afweging te maken en te integreren in je kijk op het leven. De info
is verwarrend, inconsistent en ingewikkeld dit leid tot gebruik van kant en klaar
maaltijden etc en het verliezen van kookvaardigheden.
voor de producent: Betekent hier dat de productie van voeding als een industriële
bedrijfstak zien en niet als een zorgsector voor gezondheid milieu en dieren.
Normatief –- Voedselproductie onzichtbaar, vooral dieren. Etenswaren zijn dingen, zoals
gadgets, kleding.
voor de consument: Vervreemding door kloof: mensen verliezen normatieve
voedselvaardigheden. Consument verliest vertrouwen in voedselsector, consument ziet
voeding als iets wat geproduceerd word waarbij normen en waarden niet bepaald
hoeven worden. Vooral bij dierlijke producten is er sprake van loskoppeling normen en
waarden.
voor de producent: de dieren waar mensen mee ‘werken’ als dingen zien
Expressief – Geen aandacht en smaak
Voor de consument: mensen proeven het voedsel nauwelijks meer en zetten hun
zintuigen op nul bij snel naar binnen werken van een hap. Geen impuls meer om de eigen
smaak te verfijnen en te ontwikkelen.
voor de producent: boeren zeggen enerzijds goed te zijn voor hun dieren maar doen dat
anderzijds niet.
, - de drievoudige vervreemding is een direct gevolg van de kloof tussen productie en
consumptie Het tegenovergestelde hiervan is: groei van cognitieve normatieve en
expressieve vaardigheden ontstaat door de kloof te verkleinen via een grotere
betrokkenheid bij voeding en landbouw.
Hoe te verbeteren: Cognitief: kennisontwikkeling, Normatief: Ethische discussie en nieuwe
inzichten verkrijgen, Expressief: Smaakontwikkeling.
De oplossing volgens korthals:
1. De consument: door kennis morele houding en esthetische gevoel te ontwikkelen bij de
keuze van ingrediënten door lekker te koken en door lekkere maaltijden te maken
waarmee ze sociale verbindingen versterken.
2. Maatschappelijke netwerken en instituties die overheden via voedsel-democratie
moeten dit stimuleren. Dan is punt 1. Te behalen
3. Alles wat met voeding te maken heeft zowel natuur als cultuur, zowel feit als norm,
zowel kwantiteit als kwaliteit zowel product als proces moet culturele waardering
krijgen en dit moet meegenomen worden in de voedselproductie
Leg het zandloper of diabolo model over invloed in de voedselketen (supply chain) uit.
Noem daarbij ook een aantal bedrijven met grote macht. Wat is het gevolg van deze
situatie voor consumenten en boeren? P.40
De keten heeft veel invloed op de voedselproductie
Van links naar rechts:
o Boeren en tuinders 65.000
o Levensmiddelen fabrikanten 65.00
o Leveranciers 15.00
o Inkoopkantoren 5 (sterke concentratie in de voedselketen geeft inkoop en supermarkten
veel macht)
o Supermarktformules 25
o Supermarkten 4400
o Huishoudens 7 miljoen
o Consumenten 16,7 miljoen (consument besteed 10 – 15 % van inkomen aan voedsel)
,De bestaande monopolies bepalen wat wordt verbouwd en war wordt gegeten, deze zullen zich
nog sterker verankeren. Onderzoekers van de voedings- en landbouwsector spreken over een
zandlopermodel of diabolo. De beslissing over wat te produceren en op welke wijze worden
echter door hoogstens 5 inkoop kantoren en 25 keten in het midden genomen.
Wat houdt het ethische concept van geïnformeerde voedselkeuze volgens Korthals in? Leg
uit ahv een voorbeeld. Wat is jouw visie op geïnformeerde voedselkeuze als toekomstig
beroepsbeoefenaar in het voedsellandschap? P.68-69
Een geïnformeerde voedselkeuze is zichzelf misschien geen ethisch concept maar veel
ethische kwesties zijn ermee verbonden.
Het is het voedsel ethische equivalent van het ingeburgerde medisch-ethische begrip
informed-consent: een patiënt moet op basis van goede info zelf instemmen met zijn
medische behandeling. Geïnformeerde keuze in de levensmiddelensector is echter ander van
aard vanwege de sociale context van een dergelijke keuze en de grote sociale gevolgen. Ten
eerste richt voedsel keuze zich op een markt en productiesector die dagelijkse producten
verschaffen en werk bieden aan miljoenen mensen.
Ten tweede moet voedselkeuze rekening houden met het netwerk van iemand, familie en
vinden of andere met wie hij of zij eet. En daarom kan de keuze voor voeding nooit worden
gemodelleerd naar het model van de medisch geïnformeerde keuze. Een voedsel keuze
betekent iets kiezen op basis van je leven en de bijbehorende voedingstijl. De keuze wordt
gezamenlijk gemaakt met collectieve vooronderstellingen en implicaties.
De belangrijkste ethische betekenis van het concept ‘voedselkeuze’ is dat het staat voor het
recht van de consumenten om hun voedsel zelf te kiezen. Het is een recht uitdrukking van
hun autonomie.
Korthals verdeelt consumentenzorgen (consumer concerns) in 3 categorieën. Leg deze 3
categorieën uit. In hoeverre deel jij deze zorgen en welke ethische kwestie heeft volgens
jou de meeste prioriteit en waarom? P. 71-72
Het concept consumentenzorgen staat voor een groot aantal begrippen en inzichten die in
eerste instantie niet door ethici ontwikkeld zijn, maar door verontruste consumenten.
o Consumenten problemen ( 7 ethische kwesties gericht op inhoudelijke kanten van de
productie – dit word ook wel verticale of specifieke problemen genoemd )
1. De veiligheid van de voedselketen
2. De kwaliteit van de voedsel
3. De gezondheid van het eten
4. Het welzijn van dieren
5. De kwaliteit van het landschap
6. Milieu effecten van voedselproductie
7. Eerlijke behandeling boeren
o Problemen m.b.t. de betrouwbaarheid van de informatie én op de relevantie van
deze informatie ervoor het maken van een evenwichtige ethische voedsel-keuze. De
info mag per definitie niet neutraal zijn maar zal rekening moeten houden met
culturele verschillen.
o Procedurele bezwaren omvat het gebied van de toegang tot informatie, van
transparantie en vertrouwen. – Consumenten worden als outsider opgevat, als
eindgebruikers zonder enige zeggenschap over wat er in de eerder ketens gebeurt.
Procedurele bezwaren verwijzen in dit verband naar de communicatieve aspecten
, van het delen van informatie, het geeft feedback en andere participatieve
procedures. Ze gaan over toegang tot en de beschikbaarheid van info, de
betrouwbaarheid van de info en de mogelijkheid voor consumenten om een stem te
hebben.
Mary Douglas onderscheidt vier verschillende voedingsstijlen. Licht de vier stijlen toe ahv
een voorbeeld. Welke voedingsstijl past het beste bij jouw leefstijl en waarom? P. 94-95
o Traditioneel, hiërarchisch, natuurlijk, traditie: Regionale, authentieke keuken
o Exclusief, individualistisch, exclusief: Hoge status en luxe, elitair
o Egalitair en informatief, geïndividualiseerd, meetbaar en visueel georiënteerd:
Voedsel als brandstof, kwantitatief
o Eclectisch en individualistisch, interculturele conversatie en samenwerking –
Intercultureel, slow food
Wat bedoelt Korthals met rechtvaardige en onrechtvaardige vertegenwoordiging van
voedingsstijlen? Geef van ieder twee voorbeelden. In hoeverre ben je het eens met
Korthals dat alle voedingsstijlen eerlijk vertegenwoordigd moeten zijn? P.98-105
Onrechtvaardige vertegenwoordig van voedingstijlen geven totaal gebrek aan respect en aan
rechtvaardige vertegenwoordiging van voedingstijl.de sociale krachten achter de dominante
voedingsstijlen onderdrukken de gewassen en gerecht die bij de onderdrukte voedingsstijlen
passen. Er is dus vaak iets niet in de haak met de vertegenwoordiging van alle voedingsstijlen
op de markt en bij de overheid.
Aantal voorbeelden van onrechtvaardig:
o Productie van een vissoort leid in Tanzania tot drama. Zij produceren, alle goede vis
word geëxporteerd, en de bevolking die afhankelijk is van deze vis als zijnde
consumptiebron blijft zitten met het slachtafval voor eigen consumptie. Het hele
systeem produceert diverse onrechtvaardigheden zoals verwaarlozing van kinderen,
misbruik van vrouwen, wapensmokkel met behulp van de uit het westen
terugkerende vistransporten, vernietiging van eigen leefomgeving.
o Producenten van genetisch gemodificeerd voedsel willen dit niet ‘zo’ labelen en
weigeren dit, echter moet dit volgens de Europese wet. Daarmee onthouden zij het
recht op voedselkeuze.
Rechtvaardige vertegenwoordiging van voedingsstijlen: betekent dat voedselproducten van
de verschillende stijlen beschikbaar zij en dat het productieproces zo is gestructureerd dat
het inderdaad de producten levert die typisch zijn voor deze voedingsstijlen. Het betekend
ook dat de producten betaalbaar zijn, dat de prijzen voor de consument min of meer
vergelijkbaar zij en dat er niet te veel verschillen bestaan tussen elementaire levensmiddelen.
Hoe definieert Korthals goede smaak? In hoeverre ben je het met hem eens? Hij stelt ook
dat de voedingsindustrie onze smaak vervlakt en manipuleert. Wat is jouw visie hierop als
toekomstig beroepsbeoefenaar? P. 257-273
Korthals: Goede smaak gaat niet alleen over de waardering van eten en drinken maar ook
over het gezelschap dat eten heeft gemaakt en waarmee je het eet. Geen goed leven zonder
goede smaak; goede smaak is een wezenlijk onderdeel van het menselijk bestaan.