De Nacht Der Girondijnen – Jacques Presser
Informatie boek
Druk: 1e druk
Uitgever: Wolters-Noordhoff, Groningen, 1995
Eerste druk: 1957
Pagina's: 61
Achtergrondinformatie schrijver
Naast historisch werk schreef Presser ook literatuur. Bekend is zijn boek De nacht der Girondijnen (1957),
dat na een prijsvraag als boekenweekgeschenk verscheen en waarvoor hij de literaire Van der
Hoogtprijs ontving. De stof was deels aan zijn eigen oorlogservaringen ontleend én aan zijn onderzoek
naar de Jodenvervolging. Zo kwam zijn vrouw Debora in twee gedaanten voor in het boek. De
hoofdpersoon Jacques was eveneens geschiedenisleraar, maar koos in tegenstelling tot Presser zelf voor
collaboratie als manier om zijn leven te redden, door bij de Ordedienst van Westerbork te gaan werken.
Lid van de Joodse Raad ( in zekere zin dus een antisemiet).
Samenvatting
Jacques Suasso Henriques, een jonge doctorandus in de geschiedenis, heeft naar hij hoopt nog een
week om de waarheid over wat hij meegemaakt op te schrijven. Hij zit in de strafbarak van
Westerbork en zal volgende week naar alle waarschijnlijkheid op de trein naar Sobibor worden gezet.
Henriques is niet als een gewone, opgepakte jood in Westerbork terechtgekomen, maar als vrijwillige
medewerker die tot voor kort in dienst van de Duitsers was. De vraag die hij de komende dagen wil
beantwoorden is hoe hij in deze situatie is beland. Ten eerste moet hij precies bepalen hoe hij van
school in dit kamp kwam. Op de school waaraan hij verbonden was, het Joods Gymnasium, werd met
de dag naargeestiger, omdat er steeds meer 'absenten' moesten worden genoteerd. Al die sterren
'die vuilgele fluimen' waren hem ook een doorn in het oog. Na de kerst van 1942 komt ook zijn
leerling Ninon niet meer op school, op wie hij in het geheim verliefd was. Met joden in het algemeen
heeft Henriques als Portugese, niet-orthodoxe jood weinig op. Hij vindt dat ze zich te veel laten
welgevallen en als ze al reageren kunnen ze alleen maar vluchten in plaats van zich te verzetten. Zijn
zeer belezen vader heeft ook altijd de realiteit ontvlucht en is kort geleden neergeschoten bij een
razzia. Als Georg Cohn, een van zijn leerlingen, hem dan ook aanbiedt bij 'Vati' in dienst te komen
grijpt hij die kans. De school is al bijna leeg, en het enige alternatief, onderduiken, biedt geen soelaas.
De vader van Georg staat bekend als de ongekroonde koning van Westerbork, omdat hij de chef van
de staf Dienstleiters is. Henriques kon op Georgs voorspraak de adjudant van Cohn worden. Als
Henriques in januari 1943 in Westerbork aankomt, krijgt hij een uniform aan en moet hij leren om
'cementhard' te worden. Wie te zacht is wordt zelf op de trein gezet, in plaats van dat hij anderen op
transport zet. Het is zij of jij, leert Cohn hem, en 'zij' zijn in de eerste plaats de Duitsers, maar in
praktijk de andere joden. Henriques leert bijvoorbeeld arresteren. Hij moet volkomen onschuldige
jongens oppakken en meesturen met het eerstvolgende de transport, alleen omdat de Duitse
bevelhebber Schaufinger, in wiens naam Cohn handelt, een kribbige bui heeft. In het kamp zet hij
ook zijn eigen moeder op de trein, en draagt hij eveneens huilend van liefde Ninon de trein in. Bij het
opschrijven van dit laatste kan Henriques zijn tranen niet meer bedwingen. Hard wordt men echter
ook door het leeghalen van krankzinnige gestichten om de treinen te vullen. Want de treinen
moesten iedere dinsdag opnieuw vol vertrekken. Als lid van de O.D., een soort joodse S.S., woont
Henriques steeds in een andere barak waar hij als ordebewaker en spion fungeert. Cohn hoopt zo
eventuele rellen of vluchtpogingen de kiem te smoren. Op de dag waarop Cohn door een Hollandse
marechaussee wordt uitgescholden komt Jacques in contact met Jeremia Hirsch, die hij bij zichzelf
'de rebbe' noemt en van wie hij al met interessante gesprekken had afgeluisterd. Jeremia Hirsch