uitgebreide samenvatting van mk1.4b medicijnleer, uitgewerkt volgens de leerdoelen. Inclusief handige tabellen, illustraties en links naar nuttige filmpjes. Ook de medicijnlijst zit erbij inbegrepen!
HVA
Faculteit gezondheid - verpleegkunde
Mirte Van Stroe
22-06-2020
MK 1.4B MEDICIJNLEER
, BIJEENKOMST 1
1. PLAATS VAN HET GENEESMIDDEL BINNEN DE PATIËNTENZORG
Farmacologie = de wetenschap van de aard en eigenschappen van geneesmiddelen, in het bijzonder de werking
en de effecten ervan.
Polyfarmacie = het gebruik van vijf of meer geneesmiddelen
2. HET BELANG VAN GOED GENEESMIDDELENGEBRUIK
Het aantal mensen dat moet worden opgenomen in het ziekenhuis na fouten met medicatie is in vijf jaar met
25% gestegen naar 49.000 mensen per jaar. De helft van deze ziekenhuisopnames blijkt vermijdbaar.
3. HET VERSCHIL TUSSEN STOFNAMEN EN MERKNAMEN VAN GENEESMIDDELEN
Stofnaam = de generieke naam
• Op het recept staat altijd de stofnaam
• De stofnaam verwijst naar het werkzame bestanddeel in het middel
Merknaam = door de fabrikant toegekende naam
• Wordt altijd met een hoofdletter geschreven
4. DE VERSCHILLENDE INDICATIES VOOR GENEESMIDDELEN
Doel Staat voor Voorbeeld
Causaal Oorzakelijk Antibiotica
Preventief/profylactisch Voorkomend Antitrombotica
Symptomatisch Tegen symptomen Symptomatisch
Palliatief Sederend/verdovend Opioiden
Diagnostisch Voor onderzoek Contrastvloeistof
Substitutie Toevoegend Insuline
5. DE BEGRIPPEN ‘FARMACOKINETIEK’ EN ‘FARMACODYNAMIEK’
Farmacokinetiek = wat er in het lichaam met een geneesmiddel gebeurt.
• Van binnenkomst in het lichaam tot de uitscheiding.
- A: absorptie = de opname in het lichaam https://www.youtube.com/watch?v=Jp_WTAHZS3ch
- D: distributie = de verdeling in het lichaam ttps://www.youtube.com/watch?v=SBVOUh2l3wQ
- M: metabolisme = omzetting door het lichaam
- E: eliminatie = excretie/uitscheiding
Farmacodynamiek = wat het geneesmiddel met het lichaam doet.
• Heeft betrekking op de effecten van geneesmiddelen op het lichaam.
6. DE VERSCHILLENDE TOEDIENINGSVORMEN VAN MEDICIJNEN
Lokale toediening:
Systemische toediening:
• Huid
• Oraal (mond)
• Oog
• Parentaal (bloed)
• Oor
• Rectaal
• Neus
• Transdermaal (huid)
• Long
• Sublinguaal (tong)
• Rectaal (klysma)
• Nasaal (neus)
,7. BIJWERKINGEN EN INTERACTIES
Interactie = een farmacologische of klinische respons bij een combinatie van twee of meer geneesmiddelen die
verschilt van de verwachte respons bij afzonderlijke toediening van de geneesmiddelen. Oftewel; een ander
effect dan gewenst door gelijktijdig gebruik van twee geneesmiddelen.
Bijwerking = iedere schadelijke, niet bedoelde werking van een in gebruikelijke dosering toegediend
geneesmiddel.
De kans op bijwerkingen is groter bij:
• Kinderen
- Een middel is vaak niet klinisch onderzocht bij/op kinderen; werking van een geneesmiddel bij
kinderen kan afwijken in vergelijking met de werking bij volwassenen.
- ADME verandert voortdurend door verandering door groei en samenstelling van het lichaam.
- Toepassing van juiste dosering is ingewikkeld
• Ouderen
- Verminderde nier- en leverfunctie
- Afname spiermassa door veranderde verhouding tussen vet en water
- Ervaren temperatuurwisselingen minder goed: dorstgevoel ontbreekt
• Zwangeren
- Hoeveelheid lichaamsvocht neemt toe à heeft effect op de distributie van een geneesmiddel
- Teratogeen effect
8. HET BEGRIP ‘TERATOGEEN EFFECT’
Teratogeen effect = wanneer een geneesmiddel stoffen bevat die bij de foetus afwijkingen veroorzaken als de
moeder tijdens de zwangerschap het geneesmiddel inneemt.
9. DE VERSCHILLEN TUSSEN TYPE A- EN TYPE B-REACTIES
Type A bijwerkingen = farmacologisch gebonden Type B bijwerkingen = patiëntgebonden
• Een overdreven reactie: te lage bloeddruk bij • Allergische reactie (immuun gerelateerd)
bloeddrukverlagende medicijnen. - Urticaria
• Een ongewenste reactie: een - Galbulten
darmverstopping bij het gebruik van morfine. - Bronchospasme
• Nadelig effect door interactie van twee - Anafylaxie
verschillende soorten medicijnen. • Ongewenste bijwerkingen door bijvoorbeeld
zwangerschap, een vermidnerde leverfunctie
of overmatig alcoholgebruik.
• Overgevoeligheid (intolerantie)
10. DE ROL VAN HET LAREB
Lareb = bijwerkingencentrum die zorgt voor het bewaken van de veiligheid van geneesmiddelen. Zij geven op
hun website inzicht en kennis over bijwerkingen van geneesmiddelen.
11. DE BEGRIPPEN ‘CONTRA-INDICATIE’ EN ‘DUBBELMEDICATIE’
Contra-indicatie = aandoeningen, ziekte of redenen waarbij een bepaald medicijn niet mag worden
voorgeschreven.
• Absolute contra-indicatie: therapie mag beslist niet worden toegepast
• Relatieve contra-indicatie: er moet vooraf zorgvuldig worden afgewogen of de therapie wel of niet
moet worden toegepast.
Dubbelmedicatie = het gelijktijdig gebruik van twee of meer geneesmiddelen die eenzelfde werkzame stof
bevatten.
, 12. EEN GENEESMIDDELVOORSCHRIFT LEZEN
Zie het farmacotherapeutisch kompas.
13. HET BEGRIP ‘MEDICATIEVEILIGHEID’
Medicatieveiligheid = alle activiteiten die zijn gericht op juiste voorschrijving, aflevering en gebruik van
geneesmiddelen. Met als doel:
• Dat de juiste cliënt het medicijn ontvangt
• Het juiste medicijn
• Op de juiste tijd Wet BIG: bevoegd en bekwaam
• De toediening in de juiste hoeveelheid en dosering
• Op de juiste wijze krijgt toegediend
14. WAAR IN HET PROCES MEDICATIETOEDIENING WORDEN FOUTEN GEMAAKT?
• Geen duidelijke toedienlijst: niet weten wat te moeten geven.
• Zelf maken van een medicijnlijstje: de gegevens zijn niet goed overgenomen.
• Storingen tijdens het werken met medicatie: onvoldoende aandacht bij de voorbereidingen en het
toedienen van de medicijnen.
• Geen duidelijke afspraken: voor de toediener is niet duidelijk waar hij/zij verantwoordelijk voor is.
• Geen goede toedienregistratie: er is niet afgetekend, dus is het niet duidelijk of de cliënt medicatie
heeft gekregen.
• De instructie is niet duidelijk: toediener weet niet waarop te letten.
• Geen kennisgenomen van de bijsluiter: toediener weet niet wat hij/zij geeft.
• Geen volledig ingevuld uitvoeringsverzoek bij injecties: er zijn onvoldoende gegevens om verantwoord
te handelen.
15. GEVOLGEN VAN MEDICATIEFOUTEN VOOR DE PATIËNT
• Verkeerde medicatie
• Te hoge/te lage dosering
• Bijwerkingen door reactie met andere medicijnen
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper mirtevanstroe. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,99. Je zit daarna nergens aan vast.