Week 1
Strafrecht ten opzichte van andere rechtsgebieden
● Strafrecht is publiekrecht
○ Geeft bevoegdheden aan overheden om namens de burgers de maatschappelijke
orde te handhaven. Competenties worden overgedragen om in te grijpen in de
levenssfeer van de burger.
○ Is verticaal → ziet primair op de overheid - burger
● Civiel aansprakelijkheidsrecht is privaatrecht
○ Relatie burger - burger (maar ook bedrijven en overheid als private partij)
○ Dient in de eerste plaats de particuliere belangen → burger dient zelf het
geding te initiëren. Dit gebeurt in het strafrecht door het OM
○ De laatste tijd zie je het slachtoffer ook steeds meer een rol spelen in het strafrecht.
● binnen strafrecht en privaatrecht leeft de maatschappelijke wens om schade die is
veroorzaakt door een strafbaar feit of onrechtmatige daad weg te doen nemen en wellicht
onderdeel te maken van de strafrechtelijke sanctie. Osmose rechtsgebieden: convergentie
tussen strafbaar feit en onrechtmatige daad, maar ook diverse verschillen
Grondslagen strafrecht
● Onrechtbeginsel → in beginsel gericht op het bestrijden van onrecht. Je mag dus
alleen straffen als er sprake is van een CSQN. Strafrecht moet dan ook bij
uitzondering worden toegepast, omdat je hier de vrijheid aantast.
○ Zijn ook voorwaarden om iemand te mogen straffen
■ Schuldbeginsel → iemand die een verwijt kan worden gemaakt van
de moreel verwerpelijke handeling (proportionele vergelding =
straffen naar de mate van schuld)
■ Daadstrafrecht → straffen alleen voor daden, niet voor denken. Dit
komt wel tot uitdrukking in voorbereidingsdelicten
■ Strafrecht is sanctierecht → we mogen iemand straffen
■ Strafdoelen en effecten: meervoudig
■ Rechtsbescherming en instrumentaliteit → strafrecht is
ordeningsrecht (bepaalde handelingen moet je afstraffen), maar
tegelijkertijd is het verwijt dat iemand iets strafbaars heeft
gepleegd, vereist ook een gewaarborgde waarheidsvinding (zoals
hoor en wederhoor). Dit vergt veel tijd en maakt het strafrecht
kostbaar, waardoor het minder instrumenteel is en minder effectief.
Omdat het strafrecht zo ingrijpend is, kent het ook een eigen
dogmatiek. Schuld is een ander soort beginsel dan in het civiele
recht.
■ Eigen dogmatiek en systematiek (o.a. voorwaarden voor strafbaarheid en
beginsel van autonomie van het strafrecht)
Strafdoelen en effecten
● Strafrecht moet gerechtvaardigd worden, omdat we in essentie vrij is. Ontwikkeling van
theorieën over de rechtvaardiging van het strafrecht en straffen (anno 2020:
verenigingstheorie)
○ Je hebt absolute leren → oog om oog, tand om tand
○ Je moet het strafrecht proberen mensen beter te maken
○ Anno 2020 een mix:
● Strafdoelen
○ Leedtoevoeging
■ Punitief: straffen
■ Drukt afkeuring uit: normatief oordeel over het gedrag
■ Laten voelen
, ○ Preventie
■ Generale preventie → als de burger op voorhand weet wat hij niet
mag doen en als hij het wel zal doen kan leiden tot bestraffing, zal
het afschrikkend werken
■ Speciale preventie → het beleren van de delinquent → straf
inrichten dat het functioneel is en dat hij er iets van leert
○ Reparatie
■ Rechtsherstel → wegnemen schade
■ Genoegdoening
○ Beveiliging → zoals onttrekking aan het verkeer, maatregelen (zijn geen
straffen, maar sancties die je kan opleggen aan mensen die een
verminderd schuldverwijt treft, maar die je met het oog op
maatschappelijke vrijheid niet in de samenleving wilt hebben)
○ Resocialisatie & conflictoplossing
Rechtsbescherming en instrumentaliteit: wanneer strafrecht
● Als je strafrecht instrumenteler gaat gebruiken, heeft dat gevolgen.
● Hoe meer waarborgen, hoe meer tijd het kost en hoe minder instrumenteel gebruik van het
strafrecht oplevert.
● Rechtsbescherming (gaat over inbreuk ● Instrumentaliteit (rechtsbescherming
op rechtsgoederen door anderen wordt gedaan dmv instrumenteel
gebruik van strafrecht).
● Rechtsgoederen: tegen inbreuken door ● Instrumenteler gebruik van strafrecht
anderen (bv. door eerder en sneller
○ Slachtoffer strafrechtelijke aansprakelijkheid
○ Goederen ○ Gevolg: (mogelijk) verkorting
○ Samenleving van rechtsbescherming
verdachte tegen overheid
● Wie worden beschermd? Burger en ● Meer rechten en waarborgen voor
verdachte: tegen de overheid verdachte, minder instrumenteel gebruik
van strafrecht
○ Gevolg: (mogelijk) minder
bescherming van
rechtsgoederen
● Precair evenwicht
Voorwaarden voor strafbaarheid
● Gedraging
○ Handelen en nalaten (en verboden toestand)
○ Die wettelijke delictsomschrijving vervult (alle bestanddelen moeten wettelijk en
overtuigend bewezen worden geacht)
■ Legaliteitsbeginsel
○ Die wederrechtelijk is
■ In strijd met het recht
■ Wordt als element verondersteld aanwezig te zijn (tenzij het in de
delictsomschrijving staat) → bv. mishandeling
■ In beginsel is de wederrechtelijkheid verondersteld
○ En aan schuld te wijten is
■ In de zin van verwijtbaarheid
■ Wordt als element verondersteld aanwezig te zijn.
,Privaatrecht: positionering civiel aansprakelijkheidsrecht
● Privaatrecht ziet op de positionering en bescherming van vermogensrechtelijke betrekkingen.
Gaat niet om de kapitaalverdeling, maar om dat de rechtmatig verworven vermogenspositie
onaangetast blijft door de ander.
○ Vermogensrecht = goederenrecht + verbintenissenrecht (contractueel en
buitencontractueel)
○ Buitencontractueel = schuld- + risicoaansprakelijkheid
Grondslagen OD recht
● Uitgangspunt = ieder draagt zijn eigen schade → omdat we rechtseconomisch
denken dat de samenleving meer gebaat is als de samenleving schade die
ontstaat door samenleven daar laat rusten waar zij valt dan wanneer wij allerlei
processen beginnen die allerlei kosten met zich meebrengen
○ Reclasseren van schade kan, maar uitgangspunt is dat ieder zijn eigen schade
draagt
● Wat doet het onrechtmatige daadsrecht?
○ Regulering: verplaatsen schade naar degene die de schade
○ Wie, in welke gevallen heeft bij uitzondering recht op redress → OD is dus
een uitzondering op de regeling dat iedereen zijn eigen schade draagt
○ Daarom is het ook een limitatief stelsel → de grondnorm waarop het redres
en dat corrigeren van de schade een open norm is en veel lijkt te
omvatten → 6:162 is dan ook limitatief
○ Wettelijk & jurisprudentieel begrensd; art. 6:95 BW
● Wat is de grondslag van het OD?
○ De goede gronden van Engelhard & Van Maanden: wettelijke, ongeschreven en
contractuele gronden die aangeven dat er een afspraak is om schade te vergoeden
○ Gekoppeld aan schadebegrip → gaat om vermogensnadeel (verschuiving
van de vermogenspositie) dan wel ander nadeel (immateriële schade)
○ Grond = verkeerd gedrag dat correctie behoeft = (die correctie is de ratio) ratio:
betalen schade = via juridisch construct OD
○ Waarom? Rechtsherstel
○ Schade is SR en PR gaat beide om maatschappelijk verkeerd gedrag waarvoor
rechtsherstel is geboden. Anders kan het leiden tot maatschappelijk onvreden.
Daardoor kunnen andere burgers zich niet meer gebonden voelen
Doel & nevenfuncties OD recht
● Doel: compensatie (vergoeding) → herstel van de vermogenspositie
○ Bijzondere schade (niet iedere schade wordt als onevenheid gezien of als
aanleidinggevend voor herstel van de vermogenspositie): niet gerechtvaardigde
onevenheid
○ Correctieve rechtvaardigheid: rechtsherstel bewerkstelligen → om
belangen en aanspraken zo belangrijk zijn dat we een uitzondering op de
regel willen maken van ieder draagt zijn eigen schade
○ Belang is waarborgen aanspraken en voorkomen eigenrichting
○ Handhaven vermogensrechtelijke status quo
● Nevenfuncties
○ Preventie (bv. waarschuwing, gedragsbeïnvloeding)
○ Erkenning en genoegdoening bieden (bv. shockschade = schade die een derde
oploopt als gevolg van een OD die gericht is op een tweede)
○ Waarheidsvinding
○ Schadespreiding; zuivere kostenallocatie (via WA-verzekering)
, ○ Handhaven van subjectieve rechten (‘’geef het recht tanden’’ bv. bij
privacyinbreuken) → dat een OD actie wordt gestart en daarmee
onrechtmatige onschuldigheden kunt voorkomen
○ Straffen → in hoeverre dient het privaatrecht ook een zekere
leedtoevoeging
Onrechtmatige daad
● Er is in tegenstelling tot de strafbepalingen maar een algemene bepaling voor
schuldaansprakelijkheid namelik 6:162 BW
○ Open norm, anders dan straf omschrijvingen, die juist duidelijk op een feitencomplex
zijn gericht
● Vijf voorwaarden
○ Onrechtmatigheid (ziet op het gedrag)
○ Relativiteit (valt het geschade belang onder de rechtsnorm)
○ Toerekenbaarheid (ziet op de dader) → ook als iemand gestoord is, kan
diegene schade dragen
○ Causaal verband
○ Schade
● Schade: als gevolg van oorzaak waarvoor iemand aansprakelijk is (toerekening) = juridisch
relevante schade
○ Aansprakelijkheidsrecht valt in twee vragen uit een:
■ Kan iemand aansprakelijk worden gesteld voor de schade?
■ Wat is dan de schade en wat is de omvang?
● Zeer veel bepalingen van risicoaansprakelijkheid
Waar kruisen het strafrecht en privaatrecht?
● Crime = tort
○ In beide gevallen gaat het om onrecht = verkeerd gedrag
■ In strafrecht gaat het om wederrechtelijkheid = is zwaarder dan in het
privaatrecht
■ In privaatrecht om maatschappelijk onzorgvuldig handelen
○ Met strafbaar feit is sprake van onrechtmatig gedrag → dus SF = OD, maar
OD = niet altijd SF → OD kan namelijk ook zien op gedragingen die niet in
het WvSr zijn geschreven
○ Dat betekent:
■ Vergelijkbare grondslagen, doelen en functies
● Bij aansprakelijkheidsrecht herstellen van vermogensfunctie
● Strafrecht door het straffen
■ Vergelijkbare invulling van materieelrechtelijke leerstukken
● Zoals causaliteit, schuld
■ Voorbeeld groepsaansprakelijkheid
● In OD kan groepsaansprakelijkheid ook voor het strafrecht gelden,
dus als onderdeel voor een groep
■ Voorbeeld schadevergoeding = straf?
● Tendens is dat het civiele schadeverhaal ook een zekere primitieve
tendens dreigt te krijgen en dat het schadeverhaal ook uit het
aansprakelijkheidsrecht een zekere strafdimensie heeft
● Criminal court = civil court
○ Civiel schadeverhaal via strafproces of via civiele proces (sinds 1886 om
rechtseconomische redenen gezegd dat slachtoffer bij beperkte vordering die mag
inbrengen als civielrechtelijk)
■ Vordering benadeelde partij
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Valverde. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,49. Je zit daarna nergens aan vast.