100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten
logo-home
Samenvatting kern €7,16
In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting kern

 0 keer verkocht

Samenvatting kern verbintenissenrecht

Voorbeeld 4 van de 34  pagina's

  • 11 maart 2025
  • 34
  • 2023/2024
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (9)
avatar-seller
meikevanderidder
Verbintenissenrecht Samenvatting
Week 1

Het materiële privaatrecht geeft inhoudelijk regels over rechten en plichten. Binnen
materiele privaatrecht onderscheid tussen:
- Personenrecht
- Vermogensrecht. In vermogensrecht onderscheid tussen:
o Verbintenissenrecht
o Goederenrecht
Het formele privaatrecht regelt de wijze waarop de burgers jegens elkaar hun rechten
kunnen handhaven met behulp van rechterlijke tussenkomst.

Verhouding privaatrecht en publiekrecht: privaatrecht ziet op rechtsverhoudingen tussen
burgers onderling, maar privaatrecht is nog steeds ‘recht’ want de overheid dwingt indien
nodig burgers tot naleving van onderlinge rechten en plichten. Handhaving van het
privaatrecht is een staatstaak, dus er is indirect ook een relatie tussen de overheid en
burger.

Wat is een verbintenis? Een vermogensrechtelijke band tussen twee (of meer) personen
waarbij de één tot een prestatie is gerechtigd (de crediteur) en de ander tot deze prestatie
is verplicht (de debiteur). 2 kanten:
- De plicht van de een tot het verrichten van de prestatie
- Het recht van de ander op die prestatie

Bronnen van verbintenissen: dit is geen gesloten stelsel. Buiten de in de wet geregelde
bronnen kan in een. Beperkt aantal gevallen ok het ongeschreven recht bron van
verbintenissen zijn zoals vastgelegd in art. 6:1 BW jo HR Quint/ Te Poel.
Een verbintenis is vaak het gevolg van een overeenkomst. Een overeenkomst is een
rechtshandeling. Totstandkoming daarvan geschiedt ex art. 3:33 BW: slechts een handeling
gericht op rechtsgevolg is een rechtshandeling.

Je hebt een gewone verbintenis en een natuurlijke verbintenis.
Natuurlijke verbintenis ex art. 6:3 BW
- Dit is een rechtens niet afdwingbare verbintenis
- Echter kent het dezelfde rechtsgevolgen als een gewone verbintenis zoals
omschreven in art. 6:4 BW
- Dus indien de natuurlijke verbintenis wordt voldaan, dan is er een geldige
rechtsgrond, dus geen terugvordering van een betaling onder bijvoorbeeld het mom
van onverschuldigde betaling zoals omschreven in art. 6:203 BW
- Zie in verband HR Goudse Bouwmeester

Soorten overeenkomsten
Koopovereenkomst ex art. 7:1 BW
- Natuurlijke verbintenis ex art. 6:3 BW jo. HR Goudse Bouwmeester
- Verbintenis op grond van onrechtmatige daad ex art. 6:162 BW
- Zaakwaarneming ex art. 6:198 BW à gehandeld in belang van een ander en kosten
kunnen ex art. 6:200 BW teruggevorderd worden
- Onverschuldigde betaling ex art. 6:203 BW à zonder rechtsgrond betaald, waardoor
de vordering strekt tot teruggave van het bedrag van de rekening ex art. 6:203 lid 2
BW
- Ongerechtvaardigde verrijking ex art. 6:212 BW à iemand is verrijkt door
werkzaamheden van een ander, degene die is verarmd kan een vergoeding vragen
ex art. 6:212 BW

, - Onrechtmatige daad ex art. 6:162 BW à schade veroorzaakt die teruggevorderd kan
worden


Literatuur week 1

Artikel Asser, rechtsgeschiedenis
Artikel begint met aanduiden dat de rechtsgeschiedenis vandaag de dag geen oplossing
meer is voor dringende vragen. De moderne rechtsontwikkeling wordt gestuurd door
doelmatigheid en wordt getoetst aan maatschappelijke relevantie, waar de
rechtsgeschiedenis geen rol in speelt. Hoe een huidige bepaling moet worden uitgelegd
wordt niet gedaan aan de hand van hoe het voorheen was.

Dit is ook terug te zien in de rechtspraak, waar geen aandacht is voor de geschiedenis van
de toegepaste regel. Daarnaast is het bij de juridische literatuur zo dat de
rechtsgeschiedenis ook niet of nauwelijks meer terug te vinden is.

De auteur duidt aan dat mensen niet inzien wat ze hebben aan rechtsgeschiedenis en aan
de regels die zijn ontwikkeld door mensen met volkomen andere maatschappelijke
achtergronden. Wij zijn namelijk aan andere normen en waarden gaan hechten met
betrekking tot menselijke verhoudingen en maatschappelijke aanvaardbaarheid van
rechtsregels. Rechtsgeschiedenis wordt afgedaan omdat zij maatschappelijk geen
overtuigingskracht meer heeft.

Het rechtsstelsel van nu kan zijn legitimatie niet meer ontlenen aan het gezag van de
geschiedenis maar moet zijn waarde elke dag opnieuw bewijzen door de rechtstoepassing.
Het recht wordt gevormd door de eisen en belangen van individuen die eigenlijk pogen de
risico’s dat het leven met zich meebrengt op andere te verhalen. De rechter moet steeds
een uitweg bieden voor die problemen van individuen.

Maar de kern van de zaak volgens de auteur is dat de rechtsvorming alleen kan geschieden
vanuit het oogpunt van continuïteit van het recht. Rechtsregels worden behouden omdat zij
in het verleden op basis van praktische behoefte zijn ontstaan en nog steeds hun praktisch
nut bewijzen. Wij moeten vandaag de dag ook recht scheppen dat een basis kan zijn voor
verdere ontwikkeling. We moeten de continuïteit van het recht waarborgen, en een lading
meegeven die voor volgende generaties weer relevant is.

Continuïteit kan gewaarborgd worden door veranderingen. De kern van de auteur is dan ook
de continuïteit van de rechtsontwikkeling. De jurist dient te weten dat hij niet alleen de
regels kent maar ook weet op welke bodem de regels zijn gegroeid, en ook van het
afgestorven materieel voedsel kan dienen voor nieuwe planten.
We moeten weten hoezo het recht eruit ziet zoals het er uit ziet. Het is niet zo dat het
verleden de oplossingen voor het heden en de toekomst aanreikt, maar het geeft wel een
dieper inzicht in de problematiek
- Om te voorkomen dat wij in fouten vervallen van het verleden
- Maar ook om te begrijpen hoe de regels die wij nu scheppen zich kunnen ontwikkelen
in de toekomst
- En ook om confrontaties met andere rechtstelsels beter aan te gaan, omdat de
kennis van een ander begint bij de kennis van onszelf
Het belang van rechtsgeschiedenis brengt met zich mee dat juridisch onderwijs niet zonder
deze dimensie kan. Je moet studenten niet lastigvallen met details die met het moderne
recht geen enkele verbinding hebben, maar het moet hun duidelijk worden gemaakt dat de
ontwikkelingen van bepaalde rechtsgebieden zich noodzakelijkerwijs veel sterker onder
invloed van maatschappelijke opvattingen heeft voltrokken dan op andere terreinen.

,Beoefenaars van de rechtsgeschiedenis: de toekomst van de rechtsgeschiedenis als
juridisch vak ligt in de handen van hen die vanuit kennis van het moderne recht de
ontwikkelingen daarvan hebben leren kennen en bereid zijn hun krachten te wijden aan het
blootleggen en begrijpen van die ontwikkeling. In de praktijk kan alleen de geoefende jurist
een goede rechtshistoricus zijn.




Jurisprudentie week 1

HR Quint/Te Poel jo art. 6:1 BW
Oordeel Rechtbank
Volgens de RB was het de bedoeling van de broers om zichzelf op een onrechtmatige
manier, ten koste van Quint, te verrijken. Heinrich is als eigenaar van de grond, ook tevens
eigenaar van de huizen geworden. De onrechtmatige daad, te weten de onrechtmatige
verrijking, zou volgens de RB bestaan uit het bereidwillig verzwijgen en achterhouden dat
Heinrich eigenaar was van de grond. Op grond van redelijkheid en billijkheid is Heinrich
aansprakelijk te stellen voor de openstaande schuld.
Oordeel Hof
Het Hof is van mening dat op de vordering door Quint geen wettelijke grondslag berust.
Door de verrijking ten koste van een ander, is er geen verbintenis in het leven geroepen. De
oorspronkelijke vordering tegen Heinrich moet als niet-ontvankelijk worden bestempeld. Het
hof vernietigd de uitspraak van de rechtbank.
Oordeel HR
Het oordeel van het Hof is correct, echter niet op juiste gronden. Er moet geen strikte
wettelijke grammaticale interpretatie (te weten uit de wet) worden toegepast. Quint had niet
ter goede trouw moeten handelen, maar juist tijdig de correcte registers moeten inzien,
waarin duidelijk vermeld stond dat de grond waarop zij gingen bouwen, niet tot Hubertus
behoorde. Vergelijkbare gevallen zouden ook menen dat ieder in Quint zijn positie geen
gelijk zou hebben gekregen.

à Art. 6:212 BW de onrechtvaardige verrijking werd een toevoeging na deze uitspraak. Er is
geen strike interpretatie van ‘uit de wet’ want er zijn eventuele uitzonderingen mogelijk.

HR Goudse Bouwmeester
Bouwmeester is een natuurlijke verbintenis ex art. 6:3 BW aangegaan, omdat hij vrijwillig
geld heeft teruggelegd in de gemeentekas om het gemeentebestuur te vrede te stellen.
Hiermee hoopte hij niet ontslagen te worden. Hij heeft uit geval van berouw of fatsoen
vrijwillig een natuurlijke verbintenis tot stand laten komen en dit kent geen mogelijkheid tot
terugvordering, want er is sprake van een zedelijke verplichting. Een verplichting die
voortvloeit uit moraal en fatsoen is een bron van een natuurlijke verbintenis.
- Visie Domat/Porthier: Een zedelijke verplichting kan als een natuurlijke verbintenis
worden gezien (moraal en fatsoen). Hoeft niet per se in de wet te staan, maar kan
wel als bron van een verbintenis fungeren.
- Visie Opzoomer: Als het niet in de wet staat, heeft het geen plek in de rechtszaal
(legisme). Een verplichting uit moraal en fatsoen, waaruit een (natuurlijke)
verbintenis schept, is onmogelijk.

, Week 2

Drie beginselen contractenrecht:
1. Contractsvrijheid: partijen zijn in beginsel vrij om overeenkomsten te sluiten met wie,
waarover en wanneer zij willen (ongeschreven recht). Hierdoor kunnen we allerlei
goederen en diensten verkrijgen, en risico’s nemen, die door het contractenrecht
beschermd worden à rechtsbijval
2. Vormvrijheid (consensualisme): uitzonderingen daargelaten (zie vormvoorschriften,
volgende week) is niet de vorm van de overeenkomst belangrijk. Het gaat erom of er
een wilsoverstemming is. Dus de wilsovereenstemming is genoeg voor het recht om
er een overeenkomst aan te verbinden. Dit kan in allerlei vormen. Zelfs door aanbod
en aanvaarding via een duim-emoji.
Art. 3:37 lid 1 BW Tenzij anders is bepaald, kunnen verklaringen, met inbegrip van
mededelingen, in iedere vorm geschieden, en kunnen zij in een of meer gedragingen
besloten liggen.
3. Verbindende kracht overeenkomst (pacta sunt servanda): belofte maakt schuld.
Verbintenis scheppendewerking van een overeenkomst. Art. 6:248 lid 1 BW Een
overeenkomst heeft … de door partijen overeengekomen rechtsgevolgen … à de
rechtsgevolgen die door partijen in het leven worden geroepen, die gelden dan ook
Art. 3:296 lid 1 BW Tenzij uit de wet, uit de aard der verplichting of uit een
rechtshandeling anders volgt, wordt hij die jegens een ander verplicht is iets te
geven, te doen of na te laten, daartoe door de rechter, op vordering van de
gerechtigde, veroordeeld à als je een rechtsgevolg in het leven hebt geroepen dan
ben je verplicht iets te doen of te laten, dus daar kan je dan veroordeeld voor worden
door de rechter.

Totstandkoming van de rechtshandeling
Stap 1: Art. 6:217 BW een ovk komt tot stand tot aanbod en aanvaarding
Stap 1: Art. 6:213 lid 1 BW een ovk = een meerzijdige rechtshandeling
Stap 3: Art. 3:33 BW een rechtshandeling vereist een overeenstemmende wil en verklaring.
Deze verklaring kan ex art. 3:37 BW in iedere vorm geschieden

Stel dat er een discrepantie is tussen de wil en de verklaring van een partij? Kijken naar art.
3:35 BW
Stap 4: In beginsel geen ovk tot stand gekomen, want geen geldige rechtshandeling, maar
uitzondering: tenzij er sprake is van gerechtvaardigd vertrouwen ex art. 3:33 jo 3:35 BW.
Stap 5: Bescherming ex art. 3:35 jo 3:11 BW te goeder trouw – duidt op onderzoeksplicht en
gezond verstand

Maar, de verklarende partij kan ook nog beschermd worden ex art. 3:34 BW
Stap 6: De verklarende partij heeft bescherming indien er sprake is van een verklaring
gedaan onder invloed van een geestelijke stoornis

Dit zijn jouw voordelen als je samenvattingen koopt bij Stuvia:

Bewezen kwaliteit door reviews

Bewezen kwaliteit door reviews

Studenten hebben al meer dan 850.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet jij zeker dat je de beste keuze maakt!

In een paar klikken geregeld

In een paar klikken geregeld

Geen gedoe — betaal gewoon eenmalig met iDeal, creditcard of je Stuvia-tegoed en je bent klaar. Geen abonnement nodig.

Direct to-the-point

Direct to-the-point

Studenten maken samenvattingen voor studenten. Dat betekent: actuele inhoud waar jij écht wat aan hebt. Geen overbodige details!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper meikevanderidder. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,16. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 63950 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 15 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Begin nu gratis
€7,16
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd