Samenvatting gedragswetenschappen
KOPP: kinderen van ouders met psychische problemen. (problemen als depressie,
angststoornissen, schizofrenie of persoonlijkheidsstoornissen)
KVO: Kinderen van ouders met verslavingsproblematiek. (aan bijv. alcohol of drugs)
Verschillende cijfers rondom KOPP-kinderen:
- Een derde deel van de kinderen met een psychisch zieke ouder heeft zelf geen problemen, een
ander derde deel heeft tijdelijke problemen en het laatste derde deel heeft zelf ernstige
psychische problemen (dit hoeft niet altijd dezelfde problematiek te zijn als die van de ouders).
- 1,5 miljoen kinderen onder de 22 jaar groeit op bij een ouder met psychische problematiek.
(waarschijnlijk ligt dit nog wat hoger)
- 580.000 kinderen onder de 18 jaar groeit op bij een ouder met psychische problematiek.
- 420.000 kinderen onder de 12 jaar groeit op bij een ouder met psychische problematiek.
De kinderen van deze ouders hebben zelf ook een groter risico op psychische of
verslavingsproblemen.
Problemen die KOPP-kinderen mogelijk kunnen krijgen als gevolg van de ziekte van hun ouder zijn
bijvoorbeeld: leerproblemen, sociale problemen, alcohol- of drugsmisbruik, criminaliteit,
depressieve of angststoornissen of persoonlijkheidsproblematiek.
Veel KOPP-kinderen bagatelliseren de thuissituatie, ze willen geen negatieve aandacht voor het
gezin vragen en accepteren de situatie zoals deze is. Elke leeftijdscategorie KOPP-kinderen gaan
op een andere manier om met de problematiek van hun ouders en elke leeftijd kent weer zijn eigen
problemen.
Hoe uiten de problemen zich bij kinderen?:
- Parentificatie (het kind neemt de ouderrol op zich)
- Geen vriendjes mee willen nemen
- Schaamte- en schuldgevoelens
- Het kind cijfert zich weg
- Geringe copingvaardigheden
- Separatieangsten (heeft te maken met hechtingsproblematiek)
—> Let op, de signalen zijn niet altijd zichtbaar bij kinderen. Kinderen tonen hun gevoelens soms
bewust niet uit schaamte voor de situatie. Daarnaast moet je rekening houden met de loyaliteit en
onvoorwaardelijke liefde van kinderen voor hun ouders.
Risicofactoren om als kind zelf ook ‘ziek’ te worden:
- Vanuit de ouder:
- Niet de aard, maar de ernst en de chroniciteit van de ouderlijke stoornis (vergroten de kans
op een ontwricht gezinsleven)
- Neerwaartse spiraal in het gezin veroorzaakt door de ouder bijv: relatieproblemen, schulden,
geweld, geïsoleerd raken, middelen gebruik, verwaarlozing van het kind.
- Beperkt ziekte-inzicht en hierdoor zorg mijden. (hierdoor blijft de ziekte/problematiek vaak
onbehandeld en onbesproken)
- Vanuit de gezinssituatie:
- Afwezigheid van een gezonde ouder (sommige ouders vluchten bijvoorbeeld in werk of
ontkennen de situatie)
- Beperkte draagkracht van een gezonde ouder (de gezonde ouder is overvraagd)
- Slechte relatie tussen de ouders (gezonde ouder kan vaak moeilijk met de psychische
problematiek van de zieke ouder omgaan)
- Disfunctionele ouder-kind interactie
- Vanuit het kind:
, - Erfelijke factoren (aangeboren kwetsbaarheid)
- Het hebben van een jonge leeftijd wanneer de ouder ziek wordt
- Geringe sociaal-emotionele vaardigheden en sociale redzaamheid
- Het kind is onveilig gehecht
- Een gezonde ouder die ziek wordt, kinderen maken hier een rouwproces door wat een
risicofactor vormt.
- Chronische stress bij het kind door: constant alert zijn, gemis aan (lichamelijk) contact,
voortdurende angst en machteloosheid om iets aan de situatie te doen.
Beschermende factoren om te voorkomen dat het kind ook ‘ziek’ wordt:
- Vanuit de ouder:
- Goede relatie tussen het kind en de gezonde en/of zieke ouder. (psychische problematiek
hoeft een goede relatie met het kind niet in de weg te staan)
- De aanwezigheid van een empatische en emotioneel beschikbare gezonde ouder. (deze
ouder kan het tekort van de zieke ouder compenseren)
- Vanuit de gezinssituatie:
- Formele (huisarts, behandelaren, etc.) en informele (vrienden, leraren, buren, etc.) sociale
steun
- Emotionele steun binnen het gezin (erkennen van verdriet, getroost worden bij verdriet,
luisteren en liefde ervaren), de gezonde ouder speelt hierin een belangrijke rol.
- Informatieve steun binnen het gezin, openheid binnen een gezin is erg belangrijk. Een kind
heeft veel meer aan duidelijkheid en openheid dan aan het moeten gissen naar de waarheid.
- Aanwezigheid van een sociaal netwerk
- Vanuit het kind:
- Heldere kijk op zichzelf
- Heldere kijk op de ouderlijke problematiek
- Sociale vaardigheden
- Copingstijl ‘onafhankelijk’: kind zoekt zijn eigen weg, is wat onafhankelijker, is meer een
‘survivor’.
- Grote veerkracht bij kinderen (maar ook bij veerkrachtige kinderen kan de ‘accu’ leegraken)
De opvoeding van kinderen door zieke ouders kenmerkt zich vaker door vlakke emoties, minder
lichamelijk contact zoals knuffels of op schoot zitten, minder goedkeuring, geringere spontaniteit,
minder responsiviteit, minder voorspelbaarheid en meer boosheid. Ook kunnen emotionele of
lichamelijke verwaarlozing en lichamelijke, geestelijke of seksuele mishandeling voorkomen.
Een goede opvoeding voldoet aan 4 essentiële basisvoorwaarden:
1. Het kind een veilige en overzichtelijke omgeving bieden.
2. Uitdragen dat het kind er mag zijn.
3. Het kind de mogelijkheid bieden om bij een gemeenschap te horen en erbij betrokken te
worden.
4. Integriteit van lichaam en persoon garanderen.
—> In een gezin met een of twee ouders met psychische problematiek kan hier niet altijd aan
voldaan worden. Hierdoor kunnen kinderen ook zelf mogelijk te maken krijgen met problematiek op
psychisch, lichamelijk of sociaal gebied.
Samengevat heeft elke leeftijd waarop het kind met een zieke ouder wordt geconfronteerd zijn
eigen risico’s. Algemeen wordt gesteld dat hoe jonger het kind is, des te hoger de kwetsbaarheid
en de invloed van de ziekte van de ouder. Maar de impact van rouwen op jonge leeftijd maakt dat
we de oudere kinderen die een gezonde ouder verloren, niet over het hoofd mogen zien.
, Een preventiemedewerker kan bij een psychisch zieke ouder in huis komen om alsnog (wanneer
dit vroegtijdig gebeurt) een goede hechting tussen ouder en kind te bewerkstelligen.
Erfelijke factoren kunnen de kwetsbaarheid voor het krijgen van psychische problematiek
vergroten, maar toch is dit niet de doorslaggevende factor. Vaak zijn omgevingsfactoren of
stressvolle situaties de uitlokker voor het krijgen van psychische problemen.
Stress ontstaat als er geen evenwicht is tussen de draagkracht en de draaglast. Een tijdelijke
stressreactie is vaak erg nuttig en kan de interne balans in het lichaam weer herstellen. Stress kan
problematisch worden als deze langdurig aanhoudt. Het kan dan allerlei lichamelijke en psychische
problemen veroorzaken.
Verschillende oorzaken voor het ontstaan en in stand houden van stress bij KOPP-kinderen:
- Noodzaak tot waakzaamheid
- Herhaling van traumatisering
- Gemis aan lichamelijk contact en verbale aandacht
- Psychisch lijden (verdriet, rouw, genegeerd worden)
- Chronische angst in combinatie met machteloosheid
Mogelijke chronische stressvolle factoren voor een kind zijn:
- Dreiging met zelfmoord van de ouder of daadwerkelijk zelfmoord plegen door de ouder
- Opnames op de PAAZ-afdeling of in een psychiatrisch ziekenhuis van een ouder
- Het gebruiken van geweld door de ouder, dit kan op lichamelijk, geestelijk of seksueel gebied
zijn. (ook soms door de niet-zieke ouder richting kinderen of zieke partner, als een vorm van
onmacht)
- Ouders die weglopen
- Het kind neemt de ouderrol binnen het gezin op zich, omdat de zieke ouder dit zelf niet kan.
(parentificatie) —> Het kan bijvoorbeeld ook zijn dat er maar één kind binnen het gezin de
ouderrol op zich moet nemen, vaak is dit de oudste dochter.
—> Door een ernstige gebeurtenis kan bij het kind PTSS ontstaan.
Parenticificatie kan voor het kind leiden tot fysieke en emotionele overbelasting, wat als gevolg
weer verschillende dingen kan veroorzaken:
- Het heeft invloed op de schoolprestaties
- Kind negeert zijn eigen ontwikkelingsstadia zoals het vormen van een identiteit en het
opbouwen van autonomie en intimiteit.
- Kind gaat disfunctionele liefdesrelaties aan.
- Kind geeft later zelf ook disfunctioneel ouderschap waardoor de eigen kinderen ook
geparentificeerd kunnen raken.
- Maskerade, het kind draagt een masker om zijn ware gevoelens te verbergen, sterk te zijn en
niet de aandacht op zich te vestigen.
- Kinderen moeten zich houden aan een geheimhoudingsplicht rondom de psychiatrische zieke of
verslaafde ouder. Ook binnen het gezin wordt er vaak maar weinig over de problematiek
gesproken.
Risicogroepen kinderen voor het krijgen van problematiek:
- Meisjes
- Jonge kinderen
- Kinderen waarvan beide ouders een stoornis of verslaving hebben
- Kinderen met een minder goed functionerend gezinssysteem
- Kinderen zonder sociale steun
—> Er kan een combinatie optreden van verschillende factoren.