Samenvatting Productieplanning
Hoofdstuk 1 Introduction to material management
Operating environment
Operations management wordt door verschillende factoren in de omgeving beïnvloed:
* Regering: regelgeving bepaalt het gedrag van een organisatie
* Economie: economische omstandigheden, zoals een recessie, beïnvloeden de vraag en de
beschikbaarheid van inputs.
* Concurrentie: wereldwijde concurrentie, wereldwijd inkopen, transportkosten zijn laag,
wereldwijde communicatie is snel, effectief en goedkoop (internet).
* Consumenten: veeleisender, waardoor bedrijven extra karakteristieken aan hun
producten/diensten toevoegen.
* Kwaliteit: de verwachtingen van de consumenten overtreffen en niet alleen vervullen.
Order Qualifiers and Order Winners
- Order qualifiers = minimale eisen die de klant stelt om als concurrent mee te dingen.
- Order winners = een leverancier moet eigenschappen hebben die de consument overtuigen om
voor een bedrijf haar producten/diensten te kiezen i.p.v. die van de concurrenten.
- Bedrijven kiezen een minimaal niveau voor de order qualifiers waar ze aan willen voldoen, maar
proberen om de beste in de markt te zijn qua order winners.
- Order qualifiers en order winners veranderen door de productlevenscyclus: introductie, groei,
volwassenheid, verzadiging en verval.
Manufacturing Strategy
- Operations moeten een strategie hebben die ervoor zorgt dat de behoefte van de markt vervuld
kan worden en een snelle op tijd levering verschaft.
- Delivery lead time: de tijd van de ontvangst van een order tot de levering van het product.
* Engineer-to-order: de klantenspecificaties vereisen een uniek productiedesign of maatwerk.
Consument is betrokken bij het design en voorraden worden pas ingekocht als het nodig is.
Daarnaast is er een lange levertijd. (KOOP 5)
* Make-to-order: pas produceren als er een order is ontvangen. Vaak gemaakt van standaarditems,
aangevuld met maatwerk. Verminderde levertijd! (KOOP 4)
* Assemble-to-order: product wordt gemaakt van standaardonderdelen die de producent op
voorraad heeft liggen en kan assembleren als er een order is. Weinig betrokkenheid van de
consument, behalve voor specifieke onderdelen/wensen (auto’s). Nog mindere levertijd. (KOOP 3)
* Make-to-stock: produceren op voorraad (voorraad gereed product). Kortste levertijd en de
consument is weinig betrokken bij het productieproces. (KOOP 2)
- Postponement: te maken met assemble-to-order. Zo laat mogelijk in de supply chain de producten
klantspecifiek maken. Vermindert het aantal verschillende items in de supply chain en vermindert
onderhanden werk.
,The supply chain concept
-Supply en demandchain: bevat meerdere bedrijven die
elkaars leveranciers/klanten zijn.
- Basiselementen: aanvoer, productie en distributie kosten
bepalen de belangrijkheid.
Supply chain concepts
- JIT ketensamenwerking
* Kostenreductie, beter eindproduct leveren, elektronische informatiestromen, voorraadreductie
- Snelle informatieuitwisseling (ERP) nodig om te concurreren
- Korte productlevenscyclus flexibiliteit, communiceren van veranderingen naar partners
- Uitbesteding richten op de kernactiviteit(en)
- Optimale prestatie leveren door materiaalstromen, informatiestromen en overdrachten te
managen.
- Netwerk van bedrijven om gezamenlijk voordelen te behalen: prestatie-indicatoren, flexibiliteit,
efficiency, effectiviteit, max. leveren, geïntegreerd informatiesysteem
Supply chain Metrics
- Metric = te bewijzen maatstaaf in kwantitatieve of kwalitatieve termen gedefinieerd t.o.v. een
referentiepunt.
controle door leidinggevenden, informatie rapporteren, communicatie, leren en verbeteren.
- Strategie die het niveau van customerservice bepaalt marktaandeel
- Performance measure: hoeveelheid en het doel moet bepaald zijn en moet min. 2 parameters
bevatten.
- Performance standards: beleid van een bedrijf omzetten in doelen en specifieke doelstellingen.
Performance standards stellen het doel, terwijl performance measures laten zien hoe ver het doel
is behaald.
Conflicts in Traditional Systems
- Aanvoer, productie en distributie moeten geïntegreerd samenwerken om de bedrijfsdoelstellingen
te halen, anders worden alleen afdelingsdoelstellingen behaald. De activiteiten van een afdeling
hebben gevolgen voor de andere afstemming nodig omdat er conflicterende doelstellingen zijn.
- 4 hoofddoelstellingen: beste customerservice, laagste productiekosten, laagste
voorraadinvestering, laagste distributiekosten.
- Marketing, productie en finance conflicten oplossen door coördinatie van de aanvoer, productie
en distributiefunctie.
What is Materials Management?
- Materials management: een afdeling verantwoordelijk voor de materiaalstromen van leverancier,
door productie, naar de klant.
minimaliseren van totale kosten en verhogen van service.
- Doelen: maximaliseren van de benutting van resources en het vereiste serviceniveau bereiken.
Work-in-Process
- Onderhanden werk doorlooptijd verkorten! De helft van de eindwaarde van het product.
- Materiaal management: zorgen dat de juiste materialen op de juiste plaats op de juiste tijd zijn en
de resources volledig worden benut.
, Manufacturing Planning and Control
- Productieplanning: productieve manier vinden om te zorgen dat de klantvraag behaald wordt.
- Implementatie en controle: zorgen dat de plannen van productieplanning worden behaald door
actieve controle en inkoop.
- Voorraadmanagement: buffer voor vraag/productieschommelingen
- Inputs voor het planning en controlesysteem:
* Productbeschrijving: BOM, subassemblages.
* Processpecificaties: instructies om het product te maken, routing file
* Tijd: standaardtijd om een product te maken
* Beschikbare faciliteiten: machines, arbeid, etc. work center file
* Benodigde hoeveelheden: forecast, orders, MRP
Physical Supply/Distribution
- Verplaatsen van de leverancier tot het begin van het productieproces en van het einde van het
productieproces naar de klant.
- Afweging tussen het niveau van customerservice en de kosten daarvan.
- Prioriteiten en capaciteiten moeten gebalanceerd worden aan de customerservice voldoen
tegen minimale kosten.
Hoofdstuk 2 Production Planning System
- Goed planningssysteem bevat 4 vragen:
* Wat gaan we maken?
* Wat is er nodig?
* Wat hebben we?
* Wat hebben we (nog) nodig?
- Prioriteit = welke producten, hoeveel en wanneer zijn ze nodig? markt bepaalt!
- Capaciteit = hoeveelheid dat geproduceerd kan worden resources
Manufacturing planning and control system
- Elk niveau verschilt in:
* Doel van het plan;
* Planningshorzion: voor hoe lang is het plan?
* Detailniveau: detail van producten vereist
voor het plan.
* Planningscyclus: frequentie van herziening
- Vragen per niveau:
1. Wat zijn de prioriteiten – hoeveel en wat
moet er geproduceerd worden en wanneer?
2. Wat is de beschikbare capaciteit? resources)
3. Hoe kunnen verschillen tussen prioriteiten
en capaciteiten worden opgelost?
Strategic Business Plan
- De hoofddoelen en doelstellingen die het bedrijf op lange termijn (horizon) wil realiseren.
- Medewerking van marketing, finance, productie en engineering plan geeft richting en
coördinatie aan die afdelingen.
- Elke afdeling maakt zijn eigen plannen om de doelstellingen te bereiken uit het strategisch plan.
- Geen diep detailniveau en elke 6 maanden tot 1 jaar wordt het herzien.