In dit document vind je een goede en allesomvattende samenvatting van alle literatuur behorende bij taak 1 van het vak inleiding belastingrecht, Maastricht University.
2.1 Soorten belastingen
Soort belasting Subject en object van heffing
Inkomstenbelasting Mensen over hun inkomen
Loonbelasting Mensen over hun loon
Vennootschapsbelasting Lichamen over hun winst
Omzetbelasting Ondernemers dragen (als een soort onbezoldigd
ambtenaar de omzetbelasting af) over de
toegevoegde waarde in hun omzet
Onroerendezaakbelasting Mensen en lichamen over een eigen pand
Erfbelasting Mensen en lichamen over een ontvangen erfenis
Schenkbelasting Mensen en lichamen over een ontvangen schenking
Kansspelbelasting Mensen en lichamen over een gewonnen prijs uit
een kansspel
Motorrijtuigenbelasting Mensen en lichamen over auto- of motorbezit
Overdrachtsbelasting Mensen en lichamen over de verkrijging van een
onroerende zaak
Onze belastingheffing is toch wel gebaseerd op een aantal rechtvaardigings-
gronden:
Draagkrachtbeginsel = hierbij moet je onder andere denken aan de loon-
en inkomstenbelasting: omdat een persoon inkomen geniet, kan hij
bijdragen aan de collectieve lastendruk.
Profijtbeginsel = hierbij is de gedachte dat je belasting moet betalen
omdat je gebaat bent (of geacht wordt te zijn) bij de activiteiten van de
overheid (bijv. motorrijtuigenbelasting).
2.2 Welke functies hebben belastingen?
Budgettaire functie van belastingen: de belangrijkste inkomstenbron voor
de schatkist is de belastingopbrengst
Instrumentele functie van belastingen: belastingen worden ook ingezet als
middel om een bepaald sociaal of economisch doel te bereiken.
Waarborgfunctie van fiscale wetgeving: de waarden van de rechtsstaat zijn
daarbij aan de orde. De wetgeving moet bijvoorbeeld rechtsgelijkheid en
rechtszekerheid bieden.
2.2.1 Instrumentele functie
Zie voor voorbeelden blz. 59
Belastingen kunnen worden gebruikt als stuurmechanisme. Aan de mogelijkheid
om de maatschappij te sturen zitten echter zowel principiële als praktische
grenzen.
2.2.1.1 Principiële grens aan het gebruik van instrumentele maatregelen
De keuzes van de wetgever om bepaalde instrumentele maatregelen te treffen,
woorden veelal gemotiveerd met een sociaal-economisch te bereiken doel. Het
recht wordt dus ingezet om een bepaald doel te bereiken. Het recht vormt
echter ook de norm waaraan de maatregel moet worden getoetst. Inbreuken op
het gelijkheidsbeginsel door de inzet van een instrumentele maatregel zouden
tot het minimum moeten worden beperkt, omdat anders in strijd wordt gekomen
met de intrinsieke waarden van het recht.
Ook het draagkrachtbeginsel kan door gebruik van instrumentele maatregelen
onder druk komen te staan.
, Indien de wetgever met een instrumentele maatregel inbreuk maakt op
het gelijkheidsbeginsel en het draagkrachtbeginsel, moet aan de getroffen
instrumentele maatregel een zorgvuldige en overtuigende motivering of
een afdoende rechtvaardiging ten grondslag liggen.
De HR heeft geoordeeld dat de bedrijfsopvolgingsfaciliteiten niet in strijd komen
met het discriminatieverbod van artikel 26 BUPO en artikel 14 EVRM. Er is in de
ogen van de HR geen sprake van een bevoordeling van de verkrijging van
ondernemingsvermogen boven de verkrijging van overige
vermogensbestanddelen.
2.2.1.2 Praktische grens: effectiviteit en doelmatigheid
Bij nadere beschouwing lijkt de werking van instrumentele maatregelen
overschat te worden, want:
- Het gedrag van burgers is lastig te beïnvloeden
- De effectiviteit (wordt het effect bereikt) en de doelmatigheid (gaat het
middel niet verder dan nodig) van instrumentele maatregelen laten zich
moeilijk toetsen.
2.3 Draagkrachtbeginsel
Als iemand geen betaalcapaciteit heeft, kan hij geen belasting hebben ‘AbilityAbility
to pay’ – Adam Smith.
Wat behoort tot iemands draagkracht en wat niet? Als verdelingsmaatstaven
kunnen gelden:
- Inkomen
- Vermogen of consumptie
- Of een combinatie van deze maatstaven
In de wetenschap is aanvaard dat de vermogensvergelijkingstheorie de meest
juiste manier is voor het bepalen van iemands objectieve draagkracht. De
wijze waarop de vermogensmutatie is ontstaan doet niet ter zake.
2.3.1 Draagkrachtbeginsel en Wet IB 2001
De Wet IB 2001 neemt het ‘Abilityinkomen’ als maatstaf van heffing.
2.3.1.1 Inkomen volgens de inkomstenbelasting; objectieve draagkracht
In de Wet IB 2001 worden 3 soorten inkomen onderscheiden (art. 2.3 Wet IB
2001)
1. BOX 1
Het inkomen uit werk en woning. In deze box is belast het inkomen
behaald met bijvoorbeeld een onderneming, een dienstbetrekking
en de koopwoning die tot hoofdverblijf dient.
2. BOX 2
Het inkomen uit aanmerkelijk belang. Dit betreft het inkomen
behaald met een belang van (in principe) minimaal 5% in een
besloten of naamloze vennootschap. Belast zijn de werkelijke
inkomsten (zoals dividenden en vervreemdingsvoordelen behaald
met het aandelenpakket)
3. BOX 3
Het inkomen uit sparen en beleggen:
‘Abilityvermogensrendementsheffing’. Dit betreft het inkomen dat iemand
behaalt met zijn vermogen, zoals uit spaarrekeningen, effecten en/of
onroerende zaken, niet zijnde de eigen woning. In box 3 worden niet
de werkelijke inkomsten belast. Het inkomen uit sparen en beleggen
wordt forfaitair bepaald. Een belastingplichtige wordt geacht over de
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper rechtenstudent_maastricht. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.