Probleem 1, blok 8, leerjaar 1
Leerdoelen:
Welke rechtsgebieden zijn er en wat houden deze in?
Binnen het objectief recht heb je het:
- Publiek recht; (Constitutioneel of staats-, Administratief of bestuurs- en strafrecht)
- Privaat recht (Civiel, burgerlijk of privaatrecht)
, - (Strafrechtelijk publiekrecht)
Privaatrecht:
Het privaatrecht valt uiteen in twee deelgebieden: het personen- en familierecht en het
vermogensrecht.
Het personen- en familierecht regelt zaken als geboorte, huwelijk, geregistreerd
partnerschap, echtscheiding, adoptie, ondercuratelestelling en de regeling van het
vermogen tussen echtgenoten. Veel van dit recht treffen we aan in het Burgerlijk Wetboek
(BW) en wel in boek 1. Naast het personen- en familierecht kennen we het vermogensrecht
als deel van het privaatrecht. Binnen dit rechtsgebied, zo zouden we globaal kunnen stellen,
vallen alle op geld waardeerbare handelingen tussen burgers onderling waaraan juridische
gevolgen verbonden zijn. De regels op het terrein van het vermogensrecht vinden we ook in
het Burgerlijk Wetboek (BW), maar dan met name in de boeken 3, 5 en 6. Bij deze
opsomming past een kanttekening.
Het privaatrecht bestaat niet alleen uit het personen- en familierecht maar kent ook het
ondernemingsrecht, het rechtsgebied dat – zoals het woord al zegt – alles regelt wat
ondernemingen en bedrijven betreft. Dit deel van het recht staat voor een groot deel
opgetekend in boek 2 van het BW.
Aanvulling figuur 1.2
De regels die op het voeren van juridische procedures op het terrein van het privaatrecht
van toepassing zijn, worden tot het burgerlijk procesrecht gerekend en zijn voor een groot
deel in het Wetboek voor burgerlijke rechtsvordering (Rv) aan te treffen.
,Strafrecht:
Kenmerkend voor dit deel van het recht is dat de staat door middel van het Openbaar
Ministerie (OM) actief optreedt om sancties (boete, gevangenisstraf en dergelijke) te eisen
bij overtreding van de normen.
Bij het strafrecht bezit de staat een monopoliepositie. Alleen het OM kan tot vervolging van
strafbare feiten overgaan, zo luidt de hoofdregel.
De wettelijke bepalingen op het terrein van het strafrecht treft men aan in het Wetboek van
Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en een groot aantal andere losse wetten, zoals
de Opiumwet, de Wet op de economische delicten en de Wet wapens en munitie.
Staatsrecht:
Het staatsrecht regelt ruwweg gesproken de wijze waarop het Nederlandse staatsbestel
wordt vormgegeven en de invloed die de burgers daarop kunnen uitoefenen. Op het terrein
van het staatsrecht komen de Eerste en Tweede Kamer, de regering, verkiezingen en de
totstandkoming van wetten aan de orde. Een zeer belangrijke wet op dit gebied is de
Grondwet, waarin de basisregels van ons staatsbestel (een democratische rechtsstaat) staan
opgesomd.
Bestuursrecht:
Het bestuursrecht heeft betrekking op de mogelijkheden die de overheid heeft om
regulerend op te treden ten aanzien van de maatschappij.
Vanaf 1 januari 1994 is echter de Algemene wet bestuursrecht (Awb) op onderdelen in
werking getreden. De Awb wordt ook wel genoemd als een voorbeeld van ‘aanbouw-
wetgeving’: de wet wordt in delen (tranches) ingevoerd en uitgewerkt.
Voorbeelden van bestuurswetten zijn, naast de Awb, de Onteigeningswet, de Wet
ruimtelijke ordening, de Drank- en Horecawet en de Wet milieubeheer.
, Daarnaast – ter onderscheiding van het hiervoor weergegeven nationale recht – kennen we
nog het internationaal en Europees recht.