UITWERKING TOETSMATRIJS
BEWEEGZORG IN DE WIJK
Leerjaar 1 Hogeschool Utrecht
Abstract
De gehele uitwerking van de toetsmatrijs van beweegzorg in de wijk, Hogeschool Utrecht,
propedeuse jaar. Dezelfde koppen zijn gebruikt als in de toetsmatrijs stonden beschreven.
Inhoud: leefstijlziektes, cardiovasculaire aandoeningen, diabetes type 1 en 2, wetgeving in de
zorg, fysieke zelfredzaamheid, spijsvertering, endocrinologie en meer.
Ilse van den Boogaard
,Inhoud
Leefstijlziekte metabool syndroom en overgewicht...............................................................................2
Leefstijlziekte diabetes mellitus..............................................................................................................2
Leefstijlziekte cardiovasculair risicomanagement..................................................................................7
Fysiologie: homeostase, biologische regelprincipes: spijsvertering......................................................10
Fysiologie: homeostase, biologische regelprincipes: endocrinologie...................................................12
Fysiologie: vaatfysiologie: sedentariteit en inactiviteit.........................................................................15
Fysiologie: stress, psychosomatiek: stress en slaap fysiologie..............................................................16
.............................................................................................................................................................16
EHBO: bewustzijn en reanimatie..........................................................................................................17
.............................................................................................................................................................17
Psychologie: zelfmanagement technieken: gezondheidsvaardigheden...............................................17
.............................................................................................................................................................17
Psychologie: gedragsverandering: Lenzen............................................................................................17
Diagnostiek/onderzoek: toename welbevinden in het algemeen: bewegingstherapie........................19
.............................................................................................................................................................19
Diagnostiek/onderzoek: fysieke zelfredzaamheid................................................................................19
Diagnostiek/onderzoek: meetinstrumenten leefstijl en gezondheid....................................................20
.............................................................................................................................................................20
Diagnostiek/onderzoek: risicostratificatie bewegen ACSM..................................................................20
.............................................................................................................................................................20
Ondernemen in de zorg: model health care value innovation.............................................................20
.............................................................................................................................................................21
Ondernemen in de zorg: eHealth.........................................................................................................21
Wetenschappelijke oriëntatie: kwalitatief wetenschappelijk onderzoek en zoektermen Pubmed +
psychometrische eigenschappen..........................................................................................................21
EBP: evidence based practice (EBP) en context based practice (CBP)..................................................22
Theorie fysiotherapie: gedragsverandering / gezondheidsvaardigheden.............................................22
Theorie fysiotherapie: leefstijlziekten preventie..................................................................................23
.............................................................................................................................................................23
Wetgeving: organisatie en regelgeving gezondheidszorg en kwaliteit in de zorg.................................23
1
,Leefstijlziekte metabool syndroom en overgewicht
Metabool syndroom: een verzamelnaam van allerlei symptomen van klachten met mensen met
overgewicht. Wanneer er 3 van de 5 symptomen aanwezig zijn wordt de diagnose metabool
syndroom gesteld.
Hyperglycaemie: teveel glucose in het bloed
Dyslipidemie: afwijking van verhouding van vetten, HDL omlaag, LDL omhoog, triglyceriden
omhoog. Niet alle cholesterol is slecht en heb je ook nodig, LDL is de pakketverzorger van
cholesterol en HDL is een soort stofzuiger en haalt de resten op in het lichaam en brengt het
terug naar de lever. Bij afname van HDL heb je meer circulerende vetten.
Hypertensie, het vetweefsel dat bepaalde hormonen produceert wat invloed heeft op
bloeddruk
Centrale adipositas. Vet kan op verschillende plaatsen worden opgeslagen: Viscerale
compartiment (buikvet) en subcutis (rond heupen en peer figuur). Het is beter om een
peerfiguur te hebben, want een appelfiguur is eerder een risico voor cardiovasculaire
aandoeningen. Wanneer de buikomvang bij mannen meer dan 102 centimeter is en bij
vrouwen meer dan 88 centimeter is er sprake van een vergrote buikomvang en dit is een van
de symptomen die metabool syndroom vaststelt.
Dit alles zorgt voor cardiovasculaire aandoeningen en diabetes type 2.
Onderliggende factoren: een sedentaire levenswijze, een verhoogde energie-inname dan verbruik,
ongezonde voeding met veel verzadigde vetten, veel suiker in het voedsel --> wordt opgeslagen als
vet, genetisch bepaalt.
Pathofysiologie: een belangrijk gevolg van metabool syndroom of (morbide) obesitas is
insulineresistentie. Dit zorgt ervoor dat er naast deze aandoening ook diabetes type 2 ontstaat.
Daarnaast heb je natuurlijk ook een flink verhoogde kans op cardiovasculaire aandoeningen zoals
atherosclerose. Het is echter nog niet helemaal duidelijk wat precies andere pathofysiologische
gevolgen zijn van het metabool syndroom omdat er nog veel onderzoek naar gedaan wordt en het
uit een combinatie van verschillende aandoeningen bestaat.
Overgewicht/(morbide)obesitas: hier zitten veel gevolgen aan zoals verhoogde kans op
cardiovasculaire aandoeningen, diabetes type 2, verhoogde bloeddruk, psychologische
aandoeningen, ontregelde menstruatie, chronische gewrichtsklachten en nog wat meer.
Relatie metabool syndroom en insulineresistentie: bij een verhoogde centrale adipositas, dus bij
teveel vet rondom de buik, gaan deze vetten stoffen aanmaken: adipocytokinen. Dit heeft direct
invloed op de insuline receptoren, ze gaan namelijk minder goed werken. Dit zorgt voor een
verminderde opname van glucose en een verhoogde afgifte van vrije vetzuren. Deze toename zorgt
voor een verminderde werking van insuline in de lever waardoor er meer glucose wordt
geproduceerd en in het bloed aanwezig blijft. Dit zorgt er weer voor dat glucose moeilijk in de
spieren word opgeslagen. Daarnaast zorgt het er ook voor dat HDL omhoog gaat en LDL omlaag
waardoor het vet nog meer wordt versterkt.
Leefstijlziekte diabetes mellitus
Diabetes type 1 en 2:
Type 1 Type 2
Snel begin Sluipt er meer in, ontstaat over jaren tijd zonder
dat er klachten zijn.
Ontstaat op jonge leeftijd Ontstond vroeger bij ouderen, maar vaker ook
volwassen leeftijd
Oorzaak niet helemaal bekend Erfelijkheid, overgewicht,
2
, Vernietiging bètacellen eilandjes van Er is insulineresistentie, er wordt dus wel insuline
Langerhans waardoor er überhaupt geen geproduceerd, maar dit is onvoldoende voor het
insuline wordt geproduceerd. lichaam. Vaak is er een combinatie van een
verminderde werking en relatief tekort in de
aanmaak omdat weefsels en receptoren minder
goed reageren.
Bij type 1 ben je vaak moe en wat korter Bij type 2 vaak chronische complicaties en
klachten overgewicht.
Insuline afhankelijk: insuline moet in het Vaak orale antidiabetica, behandeling bestaat uit
lichaam worden gespoten. veel bewegen om minder insulineresistent te
worden. Soms ook insuline afhankelijk waarbij er
ook gespoten wordt.
Diabetes type 1:
Diagnose: lichaamseigen cellen die insuline produceren worden aangevallen door afweercellen. De
insuline producerende cellen zijn de bètacellen die in groepen verzameld zijn in de eilandjes van
Langerhans in de alvleesklier/pancreas. De diagnose wordt bepaald op basis van de symptomen en
de bloedglucosewaarde. Bij normale mensen is dit nuchter <5,6 en niet nuchter <7,8. bij mensen met
diabetes is nuchter > 6,0 en niet nuchter >11,0. Hier zie je dus al de hogere bloedsuikers. De
symptomen die ontstaan bij diabetes zijn:
Polyurie, veel moeten plassen. Doordat glucose door de nier wordt gefiltreerd waardoor het
in de voorurine terecht komt. Glucose kan alleen in de proximale tubulus worden geresorbeerd
en omdat de bloedsuikerspiegel hoog is wordt er veel glucose gefiltreerd, kan er maar een
beperkte hoeveelheid glucose worden resorbeerd en komt de rest in de urine terecht dat
water met zich meebrengt. Hierdoor neemt de urine productie toe. Je plast veel en veel
drinken is daar een logisch gevolg van
Polydipsie, veel moeten drinken
Visusstoornissen, de suikers gaan de lens in waardoor een wazig zicht ontstaat
Onbedoeld afvallen
Deze symptomen komen allemaal voor in de ontstaansfase van diabetes.
Behandeling: doordat het lichaam helemaal geen insuline meer aanmaakt is de behandeling insuline
afhankelijk. Hierdoor moeten mensen met diabetes type 1 een paar keer eper dag insuline spuiten,
dit wordt vaak via een buis in de arm of buik gedaan.
Diabetes type 2:
Diagnose: er is een relatief insulineresistentie, er wordt dus wel insuline geproduceerd, maar niet
voldoende.
De diagnose wordt bepaald op basis van de symptomen en de bloedglucosewaarde. Bij normale
mensen is dit nuchter <5,6 en niet nuchter <7,8. bij mensen met diabetes is nuchter > 6,0 en niet
nuchter >11,0. Hier zie je dus al de hogere bloedsuikers. De symptomen die ontstaan bij diabetes
zijn:
Polyurie, veel moeten plassen. Doordat glucose door de nier wordt gefiltreerd waardoor het
in de voorurine terecht komt. Glucose kan alleen in de proximale tubulus worden geresorbeerd
en omdat de bloedsuikerspiegel hoog is wordt er veel glucose gefiltreerd, kan er maar een
beperkte hoeveelheid glucose worden resorbeerd en komt de rest in de urine terecht dat
water met zich meebrengt. Hierdoor neemt de urine productie toe. Je plast veel en veel
drinken is daar een logisch gevolg van
Polydipsie, veel moeten drinken
Visusstoornissen, de suikers gaan de lens in waardoor een wazig zicht ontstaat
3