Werkgroep 1 en 2, Consumentenrecht 2019-2020
Werkgroepen 1 en 2
Inleiding, consumentenkoop, koop op afstand en consumentenovereenkomsten
met digitale inhoud
Inleiding
In het consumentenrecht staat de relatie tussen de consument en de handelaar centraal. De consument
wordt beschouwd als zwakkere partij die moet worden beschermd.
In het BW is in Afdeling 2B, Titel 5, Boek 6 BW een afdeling opgenomen die regels bevat voor
overeenkomsten tussen consumenten en handelaren. Daarnaast zijn bepalingen betreffende
consumenten en/of handelaren te vinden in de Boeken 3, 6 en 7 BW. In Boek 3 BW zijn bijvoorbeeld de
bepalingen betreffende oneerlijke handelspraktijken opgenomen, in Boek 6 BW de bepalingen
betreffende algemene voorwaarden en in Boek 7 de bepalingen betreffende de consumentenkoop. Een
groot aantal van deze bepalingen is het gevolg van de omzetting van Europese richtlijnen in het
Nederlandse recht. Een belangrijk onderwerp voor het consumentenrecht is daarom de doorwerking van
het Europese recht in het nationale recht.
De definities van de consument en de handelaar zullen tijdens de werkgroepen aan de orde komen
evenals de doorwerking van een aantal Europeesrechtelijke leerstukken in het consumentenrecht.
Daarnaast zal de consumentenkoop en de regels in Afdeling 2b, Titel 5, Boek 6 BW worden behandeld in
het licht van genoemde onderwerpen. In het bijzonder zal worden ingegaan in hoeverre een transactie via
internet afwijkt van een transactie in een winkel en op de verplichtingen en rechten van de consument en
de handelaar bij een elektronische transactie. Tot slot zal worden in gegaan op de nieuwe regelgeving
betreffende overeenkomsten met een digitale inhoud.
Leerdoelen
- De student heeft kennis van de verschillende wetgevingstechnieken op het gebied van het
consumentenrecht en kan deze technieken herkennen in wetgeving.
- De consument heeft kennis van Europeesrechtelijke leerstukken binnen het consumentenrecht zoals
richtlijnconforme interpretatie en geen horizontale directe werking van richtlijnen.
- De student heeft kennis van de regels met betrekking tot consumentenkoop en kan deze toepassen op
een casus.
- De student kan analyseren of bepalingen van de richtlijn consumentenkoop correct in het Nederlandse
recht zijn omgezet.
- De student heeft kennis van de richtlijn consumentenrechten en de wijze waarop deze is
geïmplementeerd in het Nederlandse recht.
- De student heeft kennis van de regels met betrekking tot de koop op afstand en buiten verkoopruimten.
- De student kan de regels met betrekking tot de koop op afstand en buiten verkoopruimten (richtlijn
conform) toepassen op een casus.
- De student heeft inzicht in de wisselwerking tussen het nationale recht en de Europese regels met
betrekking tot de koop op afstand.
- De student kan analyseren of bepalingen van de richtlijnen consumentenkoop en consumentenrechten
correct in het Nederlandse recht zijn omgezet en betrekt daarbij de jurisprudentie van zowel het Hof van
Justitie van de Europese Unie en de Nederlandse rechters.
Literatuur
* A.S. Hartkamp, Mr. C. Assers Handleiding tot de beoefening van het Nederlands Burgerlijk Recht, 3,
Vermogensrecht algemeen. Deel I. Europees recht en Nederlands vermogensrecht, Deventer: Wolters
Kluwer 2019 (Asser 3-I) nr. 154, 155 (hoofdstuk 4.2), 181-184 (hoofdstuk 4.4.II.
* M.B.M. Loos, Consumentenkoop (Monografieën BW nr. B65b), Deventer: Kluwer, 2019,
1
, Werkgroep 1 en 2, Consumentenrecht 2019-2020
Hoofdstuk 1 (niet §§ 6, 7, 8); Hoofdstuk 2 (niet § 13); Hoofdstuk 3 (niet §§ 20, 21, 22); Hoofdstuk 4 (niet
§§ 24, 26); Hoofdstuk 5 (niet §§ 29, 31,32); Hoofdstuk 6 (niet §§ 34, 38, 39,40); Hoofdstuk 7 (niet §§ 42,
43); Hoofdstuk 8 (niet: § 45).
* M.O. Thijsen, Precontractuele informatieplichten bij de online consumentenovereenkomst, Tijdschrift
voor Consumentenrecht en handelpraktijken, 2019, afl. 2, p. 71 – 79.
Regelgeving
* Richtlijn 99/44/EG betreffende de consumentenkoop, Pb EG 1999, L 171/12
* Richtlijn 2000/31/EG inzake electronische handel, Pb EG 2000, L 178/1
* Richtlijn 2011/83/EU betreffende consumentenrechten, Pb EU 2011, L 304/64
* Richtlijn 2019/770 betreffende bepaalde aspecten van overeenkomsten voor de levering van digitale
inhoud en digitale diensten, Pb EU 2019, L 136/1
* Richtlijn 2019/771 betreffende bepaalde aspecten van overeenkomsten voor de verkoop van goederen,
Pb EU 2019 L 136/28
Jurisprudentie
* HvJ EU, 16 juni 2011, Gevoegde zaken C-65/09 en C-87/09, ECLI:EU:C:2011:396 (Gebr. Weber
GmbH/Wittmer, en Putz/Medianess Electronics GmbH).
* HvJ EU, 4 juni 2015, zk C-497/13, ECLI:EU:C:2015:357 (Faber/Autobedrijf Hazet Ochten B.V.).
* HvJ EU 7 augustus 2018, zk C-485/17, ECLI:EU:C:2018:721 (Verbraucherzentrale Berlin eV/Unimatic
Vertriebs Gmb)
* HvJ EU 23 januari 2019, zk C‑430/17, ECLI:EU:C:2019:47 (Walbusch Walter Busch GmbH & Co.
KG/Zentrale zur Bekämpfung unlauteren Wettbewerbs Frankfurt am Main eV)
* HvJ EU 23 mei 2019, zk C-52/18, ECLI:EU:C:2019:447 (C. Fülla/Toolport GmbH)
Opdrachten
Opdracht 1
René koopt in februari 2014 bij Airco BV een airconditioning voor zijn grote keuken in de showroom van
Airco BV. De verkoper adviseert op basis van de afmetingen die René aanlevert de Coolmax 100 van €
600,- te kopen. Volgens de verkoper heeft het apparaat meer dan voldoende capaciteit om een dergelijke
grote ruimte aangenaam te houden bij warm weer. René installeert het apparaat zelf.
In het voorjaar van 2014 werkt het apparaat prima, maar tijdens een aantal warme weken in augustus
2014 blijkt dat het apparaat onvoldoende capaciteit heeft om de ruimte te koelen. René laat het apparaat
daarom dag en nacht op de hoogste stand staan; op een gegeven moment raakt het apparaat oververhit
en brandt het door. René neemt contact op met Airco BV. De door het bedrijf gestuurde monteur
constateert dat het apparaat inderdaad onvoldoende capaciteit had voor de ruimte en dat reparatie niet
meer mogelijk is.
Airco BV biedt René een nieuwe airconditioner aan met meer capaciteit. Daarbij worden de volgende
kosten in rekening gebracht:
- € 50,- voorrijkosten voor de monteur, en
- € 30,- gebruikskosten, omdat René een half jaar ongestoord gebruik heeft kunnen maken van het
apparaat.
René heeft geen vertrouwen meer in de verkoper en wil in het geheel van de overeenkomst af. Hij
weigert verder om de voorrijkosten en de gebruikskosten te betalen.
Bespreek het standpunt van René, waarbij u aangeeft hoe groot de kans van slagen van zijn
standpunt is.
2