Werkgroep 3 Consumentenrecht 2019-2020
Werkgroep 3 Algemene voorwaarden en oneerlijke bedingen
Inleiding
De inhoud van veel overeenkomsten tussen consumenten en professionele wederpartijen wordt bepaald
door algemene voorwaarden die de professionele partij de consument oplegt.
Deze week gaan we in op de vraag onder welke voorwaarden algemene voorwaarden bindend zijn voor
de consument.
Boek 6 BW kent een regeling betreffende algemene voorwaarden. In 1993 is een richtlijn betreffende
oneerlijk bedingen in consumentenovereenkomsten vastgesteld. Deze richtlijn speelt een belangrijke rol
bij de vraag of algemene voorwaarden geldig zijn naar Nederlands recht en op welke wijze deze regels
moeten worden toegepast door de rechter.
In het onderwijs zal aan de orde komen hoe deze richtlijn doorwerkt in het Nederlandse recht, onder
welke omstandigheden bedingen als onredelijk bezwarend moeten worden gekwalificeerd en wat de
verhouding is tussen deze richtlijn en de afdeling betreffende onredelijk bezwarende voorwaarden in het
BW.
Leerdoelen
- De student heeft kennis van de regels met betrekking tot algemene voorwaarden en kan deze
toepassen op een casus en op algemene voorwaarden.
-De student heeft kennis van richtlijn 93/13 betreffende oneerlijke bedingen in
consumentenovereenkomsten en op welke wijze deze geïmplementeerd is in het Nederlandse recht.
- De student kan de Nederlandse bepalingen betreffende algemene voorwaarden richtlijn conform
toepassen.
- De student weet op welke wijze een rechter de bepalingen voortvloeiende uit de richtlijn oneerlijke
bedingen in consumentenovereenkomsten moet toepassen.
- De student kan de regels betreffende algemene voorwaarden naar aanleiding van empirisch onderzoek
analyseren.
Literatuur
* Asser 3-I, Europees recht en Nederlands vermogensrecht nr. 249 4 tot en met nr. 253 (oneerlijke
bedingen).
* J. Hijma, Algemene voorwaarden, (Monografieën BW nr. B65b), Deventer: Kluwer, 2016, nr. 33a.
* R.H.C. Jongeneel, Begrijpt u wat u niet leest?, Tijdschrift voor Consumentenrecht en handelspraktijken
2019, afl. 2, p. 80 – 84.
Jurisprudentie
* HvJ EU, 14 maart 2013, zk C-415/11, ECLI:EU:C:2013:164, NJ 2013/374 m. nt. M.R.Mok (Aziz).
* HvJ EU 30 mei 2013, zk C‑488/11, ECLI:EU:C:2013:341 (Asbeek Brusse).
* HvJ EU 30 april 2014, zk C-26/13, ECLI:EU:C:2014:282, (Árpád Kásler).
* HR, 13 september 2013, ECLI:NL:HR:2013:691, NJ 2014, 274 (Heesakker/Voets).
* HR 22 november 2019, ECLI:HR:2019:1830 (Euribor).
Regelgeving
* Richtlijn 93/13 betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten.
1
, Werkgroep 3 Consumentenrecht 2019-2020
Opdrachten
Opdracht 1
Maak een stroomschema voor de vraag of een beding in algemene voorwaarden binnen het
toepassingsgebied van Richtlijn betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten
valt.
Neem dit stroomschema op een apart los vel papier mee naar de werkgroep.
Gaat het om een overeenkomst tussen een verkoper en een consument zoals bedoeld in Richtlijn 93/13?
Gaat het om een beding waarover niet afzonderlijk is gehandeld zoals in art. 3 lid 1 Richtijn?
Gaat het om een beding dat geen kernbeding is, zoals staat in artikel 4 lid 2 Richtlijn?
Gaat het om een oneerlijk beding?
- Is het in strijd met de goede trouw?
- Is het evenwicht tussen de uit de overeenkomst vloeiende rechten en verplichtingen van de
partijen ten nadele van de consument aanzienlijk verstoort?
Verkoper: Asbeek Brusse definitie verkoper, brede definitie.
Toepassingsgebied: het onderwerp waarop een richtlijn van toepassing is. Op welke situaties ziet de
richtlijn? Als het valt onder de richtlijn, dan moet je de Nle bepaling richtlijnconform toepassen.
Consumentenovk
Is een van beide partijen een iemand die niet handelt in de uitoefening van beroep of bedrijf? JA of NEE
Is een van beide partijen iemand die wel handelt in de uitoefening van beroep of bedrijf?
Hebben partijen afzonderlijk over het beding onderhandelt? Ja, dan niet van toepassing. Nee, dan wel
van toepassing.
Gaat het om een kernbeding: HvJ EU zegt dat kernbedingen er ook binnen vallen, alleen toets je niet aan
oneerlijkheid. HR: je moet wel kijken of sprake is van een kernbeding of niet. Zie bijv. Euribor arrest 3.1.1
Hier verschillen de meningen over. Art. 6:231a ‘met uitzondering van kernbedingen’. Dus wet zegt:
kernbedingen vallen er niet onder, tenzij ze onduidelijk zijn.
Opdracht 2
Op zaterdag 21 november 2015 gaan Bram en Adinda naar de winkel van KeukenXXL om zich te laten
informeren over een nieuwe keuken. Aan verkoper Kasper geven ze aan dat ze in de winkel zijn om
inspiratie op te doen. Kasper is hen zeer behulpzaam en laat zien wat KeukenXXL te bieden heeft. Na
een uur zegt Kasper een goed beeld te hebben van wat Bram en Adinda willen. Met hun goedvinden
maakt hij een 3D plattegrond van Bram en Adinda’s droomkeuken. Ze zijn onder de indruk. Kasper geeft
aan dat hij, als ze vandaag nog beslissen, ‘een mooi prijsje’ voor ze kan maken. Voor slechts € 12.500 is
de keuken inclusief alle apparatuur van hen. Wanneer hij ziet dat het koppel twijfelt, doet hij er nog een
schepje bovenop: als ze direct beslissen, doet hij er gratis een mooi espressoapparaat bij. Bram en
Adinda gaan daarna akkoord. Ze tekenen de overeenkomst.
Eenmaal thuis slaat bij Bram en Adinda de twijfel toe. Ze vinden de bestelde keuken mooi, maar waren
niet van plan om direct te beslissen. Ze wilden eerst bij verschillende winkels kijken wat er te koop is. Ook
is de prijs van deze keuken hoger dan de € 10.000,-- die ze in gedachten hadden.
Maandag 23 november 2015 belt Adinda om 9.00 uur naar KeukenXXL met de mededeling dat ze van de
koopovereenkomst af zien. Kasper geeft aan dat dat mogelijk is en annuleert de bestelling. Een paar
dagen later ontvangen Bram en Adinda een factuur van € 6.250,-- van KeukenXXL voor
‘annuleringskosten’. Wanneer Adinda wederom naar KeukenXXL belt, krijgt ze te horen dat dit bedrag in
rekening wordt gebracht vanwege de schade die KeukenXXL heeft geleden nu de bestelling is
2