Samenvatting AZT6
Les 2 College ( Bedreigde) Luchtweg
1. De normale anatomie van de hogere luchtwegen benoemen en de functie analyseren.
De neusbodem leidt je richting de nasopharynx (neusmond) en door naar de oropharynx (mondkeel), en dus bij
het inbrengen van een nasale tube moet de tube over de onderkant van de neus gebracht worden.
De neus is gescheiden door het neustussenschot, en aan beide kanten bevinden zich de 3 neusschelpen (de
conchae nasalis):
Deze neusschelpen bevinden zich aan de laterale wand (en dus de buitenwand). De schelpen raken minder snel
beschadigd dan het tussenschot, vandaar dat je de nasale tube via de buitenkant naar binnen brengt.
Achterin de neus komt de buis van eustachius uit (oor poppen), en nog daar achter bevinden zich de
neusamandelen. De neusamandelen kunnen zo groot zijn dat de doorgang voor de nasale tube word
geobstrueerd.
Anatomie mondholte
,Je ziet twee keelbogen, deze bestaan beide uit spieren. Tussen deze twee keelbogen zitten de keelamandelen.
Het belang van de amandelen is het afweersysteem, vooral in het eerste levensjaar.
Het hoekje tussen de tongbasis en de epiglottis heet de valecula.
Tussen het thyroïd (schildkraakbeen, bovenaan), en cricoïd (eronder), kun je een sneetje maken wanneer je
een tracheostoma moet aanleggen.
2. Intubatieroutes voor een orale en nasale intubatie benoemen en analyseren
Bij een tube ga je op zoek naar de epiglottis, en zet je je laryngoscoop in de valecula. Met de laryngoscoop
maak je de stembanden zichtbaar. Wanneer je het thyroïd of cricoïd beschadigd doordat je tube bijvoorbeeld
niet goed gepositioneerd is, ontstaat er een nauwere doorgang van de luchtpijp (er ontstaat stenose)→ vooral
bij kinderen. Let hier ook op met het opblazen van de cuff.
,Let op de manier van inbrengen: via de neusbodem en aan de buitenkant duw je.
Er zijn specifieke aandachtspunten voor nasale intubatie:
• Spray de neus met een vasoconstrictief middel (xylometazoline) om het risico op een neusbloeding te
verkleinen
• Verwarm de tube met warm water zodat deze soepeler wordt
• Leg een zuigsysteem klaar voor gebruik vanwege de kans op neusbloedingen
3. Oorzaken van een bedreigde luchtweg benoemen en analyseren op basis van lokale –en
centrale oorzaken
Bedreigde luchtweg:
• Stridor (hoge obstructie: inspiratoire stridor, lage obstructie: expiratoire stridor)
• Benauwdheid
• Heesheid
• Aardappel in keel
• Angst
• Speeksel niet kwijt kunnen
• Verminderde aanspreekbaarheid
Oorzaken:
Lokale oorzaak (zwelling, corpus alienum)
• Congenitale afwijkingen (grote tong, neus dicht, kleine kaak, denk aan ziekten als treacher
collins of syndroom van down)
• Infecties (epiglottitis, laryngitis, retrofaryngeaal abces)
• Tumoren (zowel binnen als buiten)
• Trauma
• Corpus alienum
• Stenose
• Oedeem
• Laryngospasme
• Bilaterale stemband paralyse
Centrale oorzaak (verminderde spiertonus: denk bijvoorbeeld aan spierziekten etc.)
• Cadiac output te laag.(AMI, VT/VF, shock, longembolie)
• Cerebrale ischemie
• Traumatisch hersenletsel
• Intoxicaties (barbituraten, opioiden)
• Anesthesie
, • Metabole oorzaak (Hypo/hyperglycemie, uremie)
• Hypothermie
• Hyperthermie
4. Oplossingen voor een bedreigde luchtweg vanuit het perspectief van de KNO arts benoemen
en analyseren.
• Zuurstof geven: 100% 10-15 L/min voor het gezicht houden
• Bij zwelling geef je corticosteroïden (dexamethason)
• Als het lukt patiët op de kap beademen
• Team overleg: vorm een stappenplan
• Ga je normaal intuberen of gaat dit moeilijk worden? Denk aan videolaryngoscoop, flexibele scoop,
cricotomie, tracheotomie, star scoop, bronchoscoop
Les 4 College Preoperatieve screening preoperatieve medicatie
1. De doelstelling benoemen van de preoperatieve screening
Doelstellingen
Het mogelijke maken van de beste behandeling voor deze specifieke patiënt rekening houdend met:
- Voorgeschiedenis en huidige gezondheid
- Soort chirurgie
- Anesthesiologische techniek
Toetsen of voorgestelde ingreep realistisch is
- Weegt het risico op tegen de gezondheidswinst
Anticiperen op potentiele problemen
- Juiste personeel en spullen voor optimale perioperatieve zorg
Het zo nodig optimaliseren van de patiënt
- Vervolgonderzoeken
- Verlagen van de perioperatieve risico’s
2. Benoemen wat er aan bod moet komen tijdens de preoperatieve screening
Waaruit bestaat een PPOS?
Vragenlijst
- Snel en effectief middel om informatie te verkrijgen
- Niet altijd betrouwbaar
Medische voorgeschiedenis
▫ Cardiaal (hypertensie, infarct, kleplijden, hartfalen, ritmestoornis, pacemaker)
▫ Pulmonaal (infecties, astma, COPD)
▫ Nefrologisch (verminderde functie, falen)
▫ Hepatisch (verminderde functie, falen)
▫ Neurologisch (CVA, zenuwschade)
▫ Gastro-intestinaal (reflux, bypass, IBD)
▫ Endocrien (DM, schildklierdysfunctie)
▫ Locomotorius (gewricht of spierziekte)
▫ Hematologisch (trombose, bloeding)
Cardiaal en vaatziekten:
- +- 30% van alle perioperatieve complicaties zijn cardiaal gerelateerd
- Risico hangt af van ernst cardiale aandoening en soort ingreep
- Veel medicatiegebruik zoals: