Werkblad 1 Opzet en schuld
Thema
In Inleiding strafrecht is begonnen met de behandeling van de bestanddelen opzet en culpa.
Bij de behandeling van opzet is voornamelijk het voorwaardelijk opzet aan bod gekomen.
Daarnaast is kort aandacht besteed aan de verhouding tussen bewuste culpa en voorwaardelijk
opzet. In dit werkblad worden de leerstukken opzet en culpa nader bekeken.
De verdieping van het leerstuk opzet is het eerste onderwerp van dit werkblad; er zal
aandacht worden besteed aan het verschil tussen vol opzet en voorwaardelijk opzet en aan het
strafverzwarende bestanddeel ‘voorbedachte raad’ dat in sommige delictsomschrijvingen
voorkomt naast het bestanddeel opzet. Aan de orde komen de eisen die de Hoge Raad stelt
aan de motivering van het bewijs van voorbedachte raad, zodat het onderscheid tussen
doodslag en moord in stand blijft.
Het tweede onderwerp is het bestanddeel culpa. Bij de totstandkoming van het
Wetboek van Strafrecht zag de wetgever culpoze misdrijven als uitzondering op de regel dat
misdrijven opzet als subjectief bestanddeel hebben. Tegenwoordig komt het culpoze misdrijf
vaker voor. In dit werkblad zal worden behandeld hoe culpa kan worden bewezen. Daarnaast
zal worden ingegaan op twee verschijningsvormen van culpa, bewuste en onbewuste culpa, en
het strafverzwarende bestanddeel roekeloosheid.
Leerdoelen
De student kan na deze onderwijsweek:
beargumenteren of een bepaalde vorm van opzet in een gegeven geval bewezen kan
worden verklaard;
beargumenteren of de voorbedachte raad in een gegeven geval bewezen kan worden
verklaard;
beargumenteren of een bepaalde vorm van culpa bewezen kan worden verklaard;
beargumenteren welke schuldvorm in een gegeven geval van toepassing is;
een beredeneerd standpunt in nemen over de leerstukken van deze week aan de hand
van de dogmatiek, wetgeving en geldende jurisprudentie.
Literatuur
- Kelk/De Jong, HS 6, §§ 6.1 t/m 6.4.6, 6.5 en 6.6
- T. Kooijmans, ‘Door roekeloosheid getriggerd’, Ars Aequi februari 2015, p. 130-135
(Canvas)
- W.H. Vellinga, Aanscherping van de strafrechtelijke aansprakelijkheid voor ernstige
Verkeersdelicten, Verkeersrecht 2019/20, p. 82-93 (Canvas)
Bekend veronderstelde jurisprudentie
- HR 19 februari 1985, NJ 1985, 633 (Aanmerkelijke kans)
- HR 15 oktober 1996, NJ 1997, 199 (Porsche)
- HR 25 maart 2003, NJ 2003, 552 (HIV-I)
Jurisprudentie
- HR 1 juni 2004, NJ 2005, 252 (Blackout)
- HR 18 januari 2005, NJ 2005, 154 (HIV II)
- HR 17 januari 2006, NJ 2006, 303 (Overstekend kind)
- HR 20 februari 2007, NJ 2007, 313 (HIV IV)
- HR 5 november 2013, NJ 2014, 157 (Voorbedachte raad II)
- HR 3 december 2013, NJ 2014, 30 (Snelheidswedstrijd)
1
, - HR 11 november 2014, NJ 2015, 96 (Opzet)
- HR 16 juni 2015, NJ 2015, 301 (Filefuik)
- HR 19 september 2017, ECLI:NL:HR:2017:2414 (Verkeersruzie op de snelweg) (Canvas)
Garantenstellung: je hebt een verhoogde zorgplicht, bijvoorbeeld omdat je rechtenstudent
bent.
Bedoeling deze week is dat je verschillende gradaties van opzet en schuld kunt opnoemen en
uit elkaar kunt halen, en dan kunt herkennen in een casus.
Voorbedachte rade is een subjectief bestanddeel, maar valt niet onder opzet of schuld.
Thuiswerkopdracht 1
a. Maak een schema van de leerstukken (inclusief bouwstenen) van deze week. Zorg dat de
volgende begrippen daarin terugkomen: opzet, voorwaardelijk opzet, voorbedachte raad,
culpa, roekeloosheid. Plaats de voorgeschreven arresten daarin. In het schema moet naar
voren komen hoe de verschillende leerstukken zich tot elkaar verhouden. Neem dit schema
mee naar de werkgroep, een ieder zal in de werkgroep worden gevraagd zijn schema in te
brengen.
Zie Schema werkblad 1 Opzet en schuld in het andere document.
Bij roekeloosheid/bewuste schuld ga je er vanuit dat het wel niet zal gebeuren. Bij
voorwaardelijk opzet zie je het wel, als het gebeurt dan gebeurt het, en anders niet.
Voorbedachte rade strafverzwarend element, roekeloosheid ook. Wat is het verschil?
Roekeloosheid is de zwaarste vorm van culpa. Van opzet is voorbedachte rade een apart
bestanddeel, wat je ook nog moet bewijzen.
2