Evaluatieformulier CanMEDS-rollen PL3
Ontwikkeling leeruitkomsten geëvalueerd door student, werkbegeleider en stagedocent
Cesuur
Tussenevaluatie:
• Voor de tussenevaluatie vult de student het formulier in en geeft zichzelf per rol een cijfer.
• De werkbegeleider geeft een indicatie van de voortgang van de stage middels feedback in de daarvoor bestemde vakken.
De werkbegeleider geeft geen cijfer op dit formulier.
• Student zorgt ervoor dat dit getekende formulier opgenomen wordt in OnStage.
Eindevaluatie:
• Voor de eindevaluatie vult de student dit evaluatieformulier aan en uploadt het in Onstage als onderdeel van het portfolio.
• Student stuurt de link van het eindbeoordelingsformulier naar de werkbegeleider (zie HUbl). de werkbegeleider vult het
formulier digitaal in.
• Het cijfer komt tot stand door het gemiddelde van de cijfers van alle CanMEDSrollen te berekenen. Dat gebeurt automatisch
wanneer het formulier in Formdesk wordt ingevuld. Alle rollen wegen daarin even zwaar. Wanneer één van de
beoordelingen onvoldoende is wordt de stage onvoldoende beoordeeld.
Naam student Cheyenne Parera
Studentnummer 1700724
E-mailadres student chey.parera@hotmail.com
Opleiding Voltijd
,Stage PL3
Cursuscode GVE-3.PL3-18
Zorginstelling St. Antonius Ziekenhuis Nieuwegein
Afdeling / werkeenheid G3
Stageperiode AB
Naam werkbegeleider Jolanda de Jongh + Anne-Sophie Landwaart
E-mailadres werkbegeleider j.de.jongh@antoniusziekenhuis.nl + a.landwaart@antoniusziekenhuis.nl
Naam stagedocent Josien Engel
Stageperiode Van: 3 sept Tot: 3 feb
Datum eindevaluatie 25 januari
Geef een korte terugblik op de start van de stage tot nu.
➢ Persoonlijke ervaringen: wat viel mee, wat viel tegen?
, ➢ Stand van zaken persoonlijke leerdoelen en vervolgplannen.
Aan het begin van de stage voelde ik mij nog erg onzeker. Alles was nieuw en er kwam veel op mij af. Nu ik al bijna op de
helft van mijn stage ben voel ik mij steeds meer groeien. Ik weet meer over de afdeling, de soort patiënten en
ziektebeelden en noem maar op. Ik vind het werken op een leerunit (ZIC) erg leuk. Je werkt samen met je leeftijdsgenoten
en dat spreekt mij erg aan. De sfeer is goed en we willen dat iedereen leert op de afdeling.
Stand van zaken betreft mijn persoonlijke leerdoelen is dat sommige leerdoelen eerder aan bod zijn gekomen dan
gepland. Ook zijn er andere leerdoelen die nog niet aan bod zijn gekomen, maar die ik wel eerder had gepland. Met deze
reden pas ik de planning van mijn actieplan een beetje aan.
Vervolgplannen (zie bovenstaande alinea ‘Stand van zaken, persoonlijke leerdoelen en vervolgplannen’.
Aandachtspunt: Mijn aandachtspunt is verdieping. Ik moet meer (hardop) klinisch redeneren en mij blijven verdiepen in de
ziektebeelden en waarom er bepaalde handelingen/afspraken zijn.
Eindevaluate:
Leerdoelen voor de volgende stage:
- Grenzen aangeven
- Assertieve houding
Ontwikkeling CanMEDS rollen geëvalueerd door student en de werkbegeleider
(in te vullen voor tussenevaluatie)
Toelichting
Het verslag zegt iets over jezelf/ de student, is gebaseerd op situaties uit de praktijk en beschrijft hoe jouw ontwikkeling/
ontwikkeling van de student per CanMED rol tijdens de stage is verlopen. Daarnaast worden persoonlijke (verbeter)acties voor de
toekomst beschreven.
,Evalueer je ontwikkeling per rol aan de hand van je stage-actieplan en geef jezelf per CanMED rol een cijfer.
Beschrijf de acties en persoonlijk leerdoelen die je hebt ingezet:
- een voorbeeldsituatie
- wat was je aanpak?
- wat ging goed en wat minder?
- wat heb je geleerd?
wat zijn aandachtspunten voor een volgende stageperiode?
Zorgverlener 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
1.
De student stelt zelfstandig op basis van klinisch redeneren de behoefte van zorg vast op lichamelijk, psychisch, functioneel, spiritueel en sociaal gebied,
indiceert en verleent deze zorg in midden complexe situaties volgens het verpleegkundig proces op basis van Evidence Based Practice
Het initiatief voor klinisch redeneren op basis van Evidence Based Practice ligt grotendeels bij de student. Deze consulteert de werkbegeleider waar nodig.
2.
De student kan zelfstandig het zelfmanagement van de zorgvrager in samenwerking met diens naasten versterken en ondersteunen om het dagelijks
functioneren te behouden en/of te verbeteren.
De student maakt gebruik van de principes van gezamenlijke besluitvorming, betrekt hierbij het netwerk en houdt rekening met diversiteit.
3.
De student indiceert zelfstandig welke verpleegtechnische (voorbehouden) handelingen noodzakelijk zijn en voert deze uit volgens protocol.
Student tussenevaluatie:
1. Leerdoelen: * Verschil zorg verlenen aan patiënten op een lange en korte termijn * Verdiepen in de ziektebeelden, onderzoeken, operaties en interventies die
voorkomen op mijn afdeling.
- een voorbeeldsituatie. In mijn eerste 2 weken van stage liep ik mee met een begeleider. Wanneer er weinig te doen was ben ik mij gaan verdiepen in
de operaties die patiënten hebben ondergaan wanneer ze bij ons op de afdeling komen.
, - wat was je aanpak? Ik vroeg tijdens mijn dienst of mijn begeleider het erg vond als ik mij in de operaties/ziektebeelden ging verdiepen en wanneer zij
mij nodig had ze wist waar ze mij kon vinden. Zo zorgde ik ervoor dat ik mijn tijd nuttig besteedde.
- wat ging goed en wat minder? De communicatie met mijn begeleider en het nuttig indelen van mijn inwerkperiode ging goed.
- wat heb je geleerd? Ik heb geleerd dat het erg belangrijk is om je te verdiepen in de ziektebeelden en operaties van jouw afdeling. Het is dus zeker
belangrijk dat je daar tijd in steekt.
- wat zijn aandachtspunten voor een volgende stageperiode? Voor de volgende stageperiode zou hetzelfde gelden. Aan het begin van mij stage mij
goed verdiepen in de ziektebeelden e.d., maar het is belangrijk om dit gedurende je hele stageperiode vol te houden. Meer aandacht leggen op klinisch
redeneren.
2. Leerdoelen: * Het zelfmanagement van patiënten blijven ondersteunen en vergroten * Communicatieve vaardigheden verbeteren en uitbreiden * Het sociale
netwerk van de patiënt bij de zorg betrekken.
- een voorbeeldsituatie. Een patiënt mocht eigenlijk al met ontslag alleen er waren wat problemen met de nazorg. De afspraak binnen het ziekenhuis is
dat iemand pas helemaal alleen naar huis mag (dus ook geen zorg van iemand anders krijgt thuis), als de patiënt 10 e dag na zijn operatie is. Toen de
patiënt zijn ontslag datum kreeg was de patiënt nog niet 10e dag na operatie, dus moest er thuiszorg geregeld worden. Omdat dhr. nog aan het
hartmonitor lag, kreeg dhr. een medische verklaring om naar een zorghotel te gaan. Normaal gesproken is een zorghotel op eigen kosten, tenzij je een
medische verklaring krijgt. Zorgbemiddeling ging opzoek naar een zorghotel voor dhr., alleen zaten de dichtstbijzijnde zorghotels vol. Een aantal dagen
later moest ik werken en kreeg ik dhr. toegewezen als patiënt voor mijn dienst. Ik zag dag de nazorg nog niet goed geregeld was en ging in gesprek
met dhr..
- wat was je aanpak? Aan het begin van mijn dienst had ik eerst goed de rapportages teruggelezen. Het viel mij op dag dhr. een medische verklaring
kreeg, terwijl dhr. 3 dagen later 10e dag was en dus gewoon zelfstandig naar huis mocht. Toen ik in gesprek ging met dhr., bleef dhr. zich vasthouden
aan de medische verklaring die hij had gekregen en daarom wel naar een zorghotel moest. Ik probeerde hem uit te leggen dat de medische verklaring
niet meer geldig is, omdat dhr. van de hartmonitor is en ook 10 e dag na zijn operatie is. Dhr. is volledig zelfstandig op de afdeling en heeft geen zorg
meer nodig. Dhr. zou in principe thuis alles zelf kunnen doen. Helaas had ik geen ingang bij dhr. en ook de arts die een poging waagde, lukte het niet
om iets in te brengen. Na veel uitleg aan dhr., besloot ik dhr. zijn zoon te bellen, dat was namelijk dhr. zijn eerste contactpersoon. De zoon was op de
hoogte van de situatie, maar baalde erg van de communicatie tussen hem en de afdeling. Ook zij hadden veel vraagtekens betreft het ontslag van dhr.
en de nazorg. Ik legde uit dat de afdeling inderdaad de nazorg beter had kunnen regelen en dit ook beter had kunnen communiceren met de familie en
patiënt. Ik vertelde dat dhr. nu wel zelfstandig naar huis mag omdat dhr. 10 e dag na zijn operatie is en alles goed gaat. Dhr. is stabiel en zelfstandig.
Het zorghotel was niet meer nodig, alleen thuiszorg voor het aan-en uittrekken van dhr. zijn steunkous. Na een lange uitleg begreep de zoon wat ik
vertelde en bedankte hij mij. Ik vroeg of de zoon dit aan dhr. uit wilde leggen, omdat de zoon waarschijnlijk wel een ingang heeft bij dhr.. Ondertussen
zou ik alles regelen met zorgbemiddeling, de zorghotels afmelden en dhr. aanmelden bij een thuiszorg organisatie.
- wat ging goed en wat minder? De communicatie die ik had met de patiënt ging goed., ondanks dat ik eerst geen ingang bij de patiënt had. Ik zorgde
dat ik alles goed uitlegde en alles wat ik ging doen en heb gedaan koppelde ik terug aan de patiënt. Het betrekken van het sociale netwerk van de
patiënt ging ook goed. In direct zorgde ik er ook voor dat het zelfmanagement van dhr. verbeterde. In een zorghotel verblijven is toch anders dan
wanneer je alleen thuis woont.
- wat heb je geleerd? Communicatie en terugkoppeling naar de patiënt is belangrijk. Blijf altijd kritisch kijken naar het werk van je collega’s. Zo heb ik
onnodige kosten (zorghotels zijn duur) voorkomen. Dhr. vond het uiteindelijk ook veel prettiger dat hij gelijk naar huis mocht.
- wat zijn aandachtspunten voor een volgende stageperiode? Voor een volgende stageperiode moet ik een kritische houding aan blijven nemen en
altijd goed blijven communiceren. Communicatie is een belangrijk punt.
, 3. Leerdoelen: * Bevoegd en bekwaam worden in de aangegeven verpleegtechnische handelingen * Volgens protocol werken.
- een voorbeeldsituatie. Op de afdeling krijgen sommige patiënten een subcutane injectie fraxiparine. Dit is een kant en klare spuit. Aan het begin van
mijn dienst keek ik in de medicatielijst van mijn patiënten en zag ik dat zij ook zo’n injectie toegediend kregen. Ik moest twee dagen achter elkaar
werken, dus ik sprak met mijn begeleider af dat ik mij de eerste dienst in het protocol ging verdiepen en meekijken en de volgende dienst het onder
begeleiding mocht uitvoeren.
- wat was je aanpak? De eerste dienst zocht ik het protocol op van het geven van een subcutane injectie. Ik las het goed door en later die avond keek ik
mee hoe mijn begeleider het uitvoerde. Voordat zij dit deed vroeg ze hoe het volgens protocol moest. Ik vertelde uit mijn hoofd stap voor stap hoe het
moest en mijn begeleider voerde het uit met uitleg. De volgende dag las ik nog een keer het protocol door en voordat ik de handeling zelf uitvoerde
vertelde ik nogmaals aan mijn begeleider hoe het moet volgens protocol.
- wat ging goed en wat minder? Het volgens protocol werken ging goed en ook het bevoegd en bekwaam worden in bepaalde verpleegtechnische
(voorbehouden) handelingen ging goed. Ik heb nu al 5 keer fraxiparine toegediend onder begeleiding.
- wat heb je geleerd? Ik heb geleerd dat het belangrijk is om volgens protocol te werken. De protocollen van het ziekenhuis zijn up to date en door altijd
volgens protocol te werken weet je dat je vrijwel altijd goed een handeling uitvoert.
- wat zijn aandachtspunten voor een volgende stageperiode? Aandachtspunten voor een volgende stage is meer durven. Ik merk dat ik het nog niet
heel erg gewend ben om voorbehouden handelingen uit te voeren en daarom sommige complexere handelingen niet erg durf uit te voeren.
Student eindevaluatie:
Wanneer ik zorg ga verlenen aan mijn patiënten vind ik het belangrijk om de casus van mijn patiënten goed te kennen. Ik zorg dat ik op de hoogte ben van
andere bijzonderheden en de voorgeschiedenis. Onbekende aandoeningen/ziektebeelden zoek ik op en noteer ik in mijn notitieblok, die ik elke dienst op zak
heb. Als ik over bepaalde ziektebeelden niets kan vinden, vraag ik aan mijn begeleiders of zij het weten. Zo zorg ik ervoor dat ik mijn kennis blijf uitbreiden.
Ik ondersteun en vergroot het zelfmanagement van de patiënten door hun te stimuleren tot en uitleg te geven over bepaalde vaardigheden die betrekking
hebben op hun zelfmanagement. Ik zorg er voornamelijk voor dat patiënten z.s.m. beginnen met mobiliseren, omdat dit hun zelfmanagement al bevorderd. Door
mijn patiënten goed uitleg te geven over bijvoorbeeld het verbeteren van hun zelfmanagement, zorg ik dat ik goed communiceer. Zo betrek ik de patiënt en
diens naasten bij het zorgproces.
Tijdens deze stage heb ik een aantal verpleegtechnische handelingen uitgevoerd. Bij het uitvoeren zorgde ik er altijd voor dat ik het protocol heb doorgenomen,
meekijk met een ervaren verpleegkundige of de handeling onder toezicht van een ervaren verpleegkundige uitvoer. Ik voer de handeling in ieder geval 3 keer
goed uit onder toezicht van een verpleegkundige, voordat ik de handeling zelfstandig uitvoer.
Bij mijn tussenevaluatie kreeg ik te horen dat ik moest zorgen dat ik goed geïnformeerd ben voordat ik uitleg geef en dat ik moest vragen wat de afspraken zijn
van de afdeling en waarvoor. Hier ben ik hard aan gaan werken, zodat ik mijn patiënten goed te woord kan staan. Nu ik merk dat ik daarin gegroeid ben, voel ik
mij ook zekerder op de werkvloer.
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Communicator